Als De Avond Valt

'Geloof jij dat het heelal oneindig is?'
'Diane...'
'Kijk dan naar al die sterren! Het zijn er zoveel... Ze gaan zo ver, zo ver dat er geen einde is...'
Graham draaide zich op zijn zij en keek naar haar gezicht. Ze wees naar boven.
'Kijk. Daar staat de Grote Beer... Daar de Kleine Beer... En dan zijn er nog zoveel meer... Hercules, Perseus... Prachtige verhalen...' Ze zweeg even, kijkend naar de zachte gloed die de maan over Graham's gezicht wierp.
'Welke vind jij de mooiste?'
Ze staarde weer omhoog. Haar blik leek weg te varen over de blauwe golven van de kleur in haar ogen.
'Orion. Weggegeven als een klein kind, maar tot een sterke jager grootgebracht. Hij werd verliefd op de godin van de maan, Artemis. En zij ook op hem. De enige van wie ze ooit op die manier heeft gehouden.'
Haar glimlach verdween voor even.
'Haar tweelingbroer, Apollo, keurde deze liefde af. Hij stuurde een reusachtige schorpioen op hem af. Om te vluchten sprong Orion in de zee en zwom weg. Met een list, door te zeggen dat hij een vreemde en een misdadiger was die iets verschrikkelijks had gedaan, wist Apollo Artemis zo ver te krijgen, dat ze op haar geliefde Orion schoot met haar boog.
Na ze zag wat ze had gedaan, was ze ontroostbaar en wilde ze Orion op haar manier onsterfelijk maken.
Ze zette zijn sterrenbeeld aan de hemel, waar hij voor eeuwig zal vluchten voor Scorpius.'
Diane wees naar de hemel.
'Kijk. Zie je die drie sterren op een rijtje? En die vier sterren eromheen? Dat is hem. En daar staat de schorpioen.'
Ze keek weer naar hem voor een ogenblik, maar toch ook weer niet. Ze was ver weg, in een verleden dat hij niet kende. Diane leek op te schrikken uit haar gedachten en richtte haar ogen weer op de zee van glinsteringen, hoog in de lucht.
Graham was verbijsterd. Ze had zijn hart gegrepen met één blik. Hij had de oneindigheid die in haar ogen weerspiegelde gezien. De oneindigheid van hoop en van dromen. Ze verlangde geluk en rust, maar dat zou ze voorlopig niet krijgen.
'Artemis zei tegen zichzelf dat ze nooit meer verliefd zou worden.'
'En is haar dat gelukt?'
Ze glimlachte.
'Ik dacht van wel, maar daar ben ik nu niet meer zo zeker van.'

Een wolk dreef voor de maan en het licht in het veld viel weg. De fijne sfeer die er was geweest, verdween met het maanlicht. Diane ging overeind zitten tegen de boom achter haar. 'Denk je dat het ons gelukt is? Zouden ze weten dat wij het gedaan hebben? Het plan... Volgens het plan zouden we nooit gepakt worden en voor eeuwig vrij zijn. Waarom.. Waarom voelt het dan niet zo?' Haar stem trilde en de dromerige klank waarmee ze over de sterren had gesproken, was vervangen door angst en zorgen. Wanhopig keek ze hem aan.
'Diane... Ik weet het niet.' Hij zocht naar woorden, maar die kwamen niet. Stil keek hij haar aan. 'Ik ben bang, Graham.' Ze viel snikkend in zijn armen. 'Rustig maar. Ze kunnen ons niets doen. Ik zal je beschermen.' Ze begroef haar hoofd in zijn shirt en snikte verder. Graham streek voorzichtig over haar haren, in een poging haar gerust te stellen. Maar hijzelf wist ook niet of het ze nu wel of niet gelukt was en of ze achter hen aan gekomen waren. Hoop was het enige dat hen nog restte.

Graham dacht aan zijn oudere broer. Hij was omgekomen tijdens de Eerste Aanval. Hij had altijd gedacht dat hij dit alleen voor hem deed, om zijn dood te wreken. Maar langzamerhand begon hij in te zien dat dit niet alleen voor hem was. Hij deed het voor zijn mensen. De band die hij met de leden van de Sterrenwacht had gekregen zou nooit te vergelijken zijn met wat dan ook. Zo dichtbij stonden ze naar elkaar. Zij hielden de wacht en zij beschermden de inwoners. Sommigen kenden elkaar jarenlang, anderen kwamen pas net kijken. Maar allen hadden één doel. De Maanrevolutie ontketenen. En de Tegenaanval was pas de eerste stap geweest. Alles was volgens plan gegaan, maar toch. Toch bleef er iets aan hem knagen. Of eigenlijk, iemand...

Aan Diane en hem was het de taak geweest om het hoofdkwartier van de Patrijzen binnen te dringen en het systeem te hacken, waardoor de beveiliging over het gehele gebied was uitgeschakeld. Het was riskant geweest. En ze wisten dat er een hoge prijs was.

Ze zouden hun stad, hun gebied, hun thuis moeten verlaten.

Het binnendringen en de systemen kraken was zo gepiept, maar nadat alle alarmbellen afgingen, moesten ze ongezien vluchten. En dat was hetgeen waar hij zo'n slecht gevoel over had. Ze waren niet gezien, dat dacht hij althans.

Diane was ondertussen in slaap gevallen. Voorzichtig legde hij één van de dikke dekens om haar heen. Hij ging de gebeurtenissen voor de zoveelste keer na.

Na ze het pand verlaten hadden, was Pedro nog naar hen toegerend. 'Het... Het is niet zeker of het gelukt is. Jullie hebben het goed gedaan, maar er schijnt een soort tegenwerking te zijn geweest. Ze moeten hebben geweten dat we dit gingen doen. Jullie moeten onmiddellijk weg!' Hij had hen de enorme rugzakken gegeven met overlevingsspullen en ze waren door de straten gerend. Rellen waren nog steeds aan de gang en allerlei spullen, wapens, pijlen, kogels, vlogen hen om de oren. Hij had Diane's hand stevig vastgehouden om haar nooit los te laten in dat gevaar. Zelfs aan de rand van de stad waren ze druk bezig met de Tegenaanval. Toen ze bij de stadsmuur kwamen, zag hij Lilac staan. Ze had twee schrammen op haar wang en een wond op haar been, maar de strijdlust lichtte nog fel op in haar ogen. 'Veel geluk, vrienden. Mogen we ons ooit herenigen.'

Bij die woorden kreeg Graham een brok in zijn keel. Hij voelde zich machteloos, niet wetend wat er met zijn vrienden gebeurd was.

Ze waren via ondergrondse gangen ver buiten de stad gekomen en na een hartverscheurend afscheid waren Diane en hij weggebracht in een truck, tot aan de grens van het gebied. Daarachter waren ze veilig. Niemand had hen gezien. Het plan was vlekkeloos, er kon niets fout gaan.

De regelmatige ademhaling van Diane stelde hem gerust en hij liet zich langzaam in een gemakkelijke positie tegen de boom glijden. Hij kon en mocht niet in slaap vallen. Ze waren nog maar drie dagen weg van de grens. Maar het ruisen van de wind door het hoge gras en de blaadjes van de boom, het zachte tjirpen van de krekels en Diane dicht tegen zich aan, gleden zijn ogen toch langzaam dicht.

Diane werd wakker van een geluid. Ze schrok op en liet haar ogen de omgeving scannen, maar ze zag niets. Ze keek naar Graham, die nog steeds een arm om haar heen had geslagen. Teder gaf ze hem een kus op zijn wang. Ze voelde zich veilig bij hem. Na al die gebeurtenissen van een paar dagen geleden, was ze rusteloos. Ze liet zich voorzichtig weer tegen hem aan zakken en sloot haar ogen. Maar toen hoorde ze het geluid weer, dit keer harder en dichterbij. Ze opende haar ogen verschrikt. Weer zag ze niets. Ze wierp een blik op de maan en het sterrenbeeld van Orion. 'Bescherm ons,' fluisterde ze. Een hand legde ze trillend op zijn wang en ze maakte hem wakker. Hij wilde iets zeggen, maar ze plaatste vlug haar handen op zijn lippen. Ze gebaarde dat hij stil moest zijn en luisteren.

Het geluid klonk weer luid en duidelijk. 'Wat is dat?' vroeg Graham zonder geluid te maken. Diane haalde haar schouders op. Nogmaals de verstoring van de stilte. Dit keer leek het overal vandaan te komen. Steeds harder en harder. Ze waren omsingeld.

'Als de avond valt, zul je mij zien, mij herkennen. Dan zullen jij en ik eindelijk weer samen zijn. Jij houdt nog steeds van mij, ondanks de pijn die ik jou heb aangedaan. En ik zal altijd van jou houden.' Ze drukte een zoen op zijn mond ze pakte zijn hand.

Voor ze het wisten waren er overal felle lichten van spots en zoeklichten. Ze werden gegrepen en meegenomen naar de stad.
Daar zagen ze de enorme ravage die was aangericht. Maar het was gelukt. De Tegenaanval was geslaagd. Ze werden naar het hoofdgebouw van de Patrijzen gebracht, trappen opgeduwd tot ze uiteindelijk in de hoogste kamer waren. In de schaduwen stonden twee gedaanten.

'Nu ontmoet ik jullie eindelijk,' zei een man. De duistere ogen omringd door donkere kringen waren onheilspellend. 'Wie heeft ons verraden?' schreeuwde Graham. Hij probeerde zich tevergeefs los te trekken uit de ijzeren greep van de Patrijs die hem vasthield. De andere gedaante stapte uit de schaduwen. Graham verstijfde. Dit kon niet. Dit was onmogelijk. Hij had hem voor zijn eigen ogen zien sterven. Mensen kwamen niet zomaar terug vanuit de dood.
'Het spijt me, broertje.'

Verward keken de broers elkaar in de ogen.
'Maar... Je leeft nog...'
In Grahams gedachten vond een gevecht plaats. Hij was ontzettend blij dat zijn broer nog leefde, maar ook woedend door zijn daden. Hoe kon hij? Diane en hij konden een revolutie ontketenen, nee, hadden een revolutie ontketend. Mensen zouden vrij en gelukkig kunnen zijn...

Naast Graham stond Diane, vechtend met haar boeien en de wachter. Ze spuugde op de grond.
'Hoe durf je? Je eigen broer verraden? Lafbek dat je bent!'
Met iedere zin die ze zei trok ze aan het touw rond haar polsen, steeds harder.

Zijn broer richtte zich op haar. Zijn hand gleed langzaam naar zijn gevest, waar een pistool in zat. Hij haalde het wapen eruit en laadde het. Richtend op Diane keek hij nog eenmaal om naar zijn jongere broertje. Graham schreeuwde het uit. 'Dit kun je mij niet aan doen, na alles wat je hebt gedaan! Laat haar met rust! Laat haar in leve! Alsjeblieft... Alsjeblieft...' Smekend keek hij naar zijn broer. De man met de donkere ogen kwam nu ook uit de schaduwen en hield Grahams broer tegen, die niet meer was wie hij ooit was geweest. Graham wist dat dit niet degene was van wie hij hield. Dit was niet de jongen met wie hij was opgegroeid. Er moest iets gebeurd zijn geweest na de Eerste Aanval. 'Zij is degene die je verraden heeft. Zij is degene die de prins vermoord heeft. Zij heeft deze chaos ontketend.' Diane leek toen de man te herkennen en zakte op de grond. Ze durfde Graham niet aan te kijken. Hij keek haar verbaasd aan. 'Is dit waar?'
'Graham... Het was een list... Ik- ik hield van hem... Mijn broer... Je hebt hem nooit gekend... Ik... Het was een ongeluk...' De jongen keek haar aan. Ze had van een ander gehouden, dat had hij wel vermoedt. Maar toch deed het zeer. Zij was de oorzaak van alles geweest. Maar toch. Ze moest gelijk hebben. Anders had ze de Sterrenwacht nooit geholpen. 'Waar zijn de anderen?' vroeg hij. Niemand sprak, maar dat zei genoeg. Een traan viel over zijn wang. 'Misschien heb je gelijk,' zei het monster in zijn broer. 'Ik zal haar sparen, maar niet na eerst de waarheid. Alles wat je deed, ik volgde je. Ik vertelde alles aan haar broer, het hoofd van de Staat.' Graham volgde zijn blik naar de man die hen eerder had begroet. Hij zag nu de gelijkenissen tussen hem en Diane.

Het hoofd van de Staat gebaarde iets en ze werden naar buiten gebracht, een veld, net naast de stadsmuren. De hele weg had hij niets durven te zeggen tegen Diane, bang dat zij nog verder zijn hart zou breken. Zacht vielen de tranen op de grond. De broer van Diane greep een pistool en duwde het in haar handen. Ze keek er verbouwereerd naar. 'Wat moet ik hiermee?' vroeg ze angstig. 'Dat is aan jou. Schiet jezelf neer en hij is vrij. Schiet hem neer en jij bent vrij.' Meteen richtte ze de loop tegen haar voorhoofd, maar Graham rukte zich los uit de greep van de wachters. Niemand hield hem tegen. Hij hield haar polsen vast. Ze huilde het uit.

'Luister naar me. Schiet mij dood. Ik heb niets meer om voor te leven, behalve jou. Maar dat zal veranderen als jij jezelf doodt. Dat kun je me niet aandoen.'

Ze greep hem vast en hij fluisterde in haar oor.

'Jij kan ons wreken. Jij zal gelukkig zijn. Jij zal vrij zijn. Ik hou van je, Artemis.'

Hij plaatste het wapen op zijn borst en knikte haar toe. 'Het is goed,' glimlachte hij met tranen die over zijn wangen liepen.

'Ik ook van jou, Orion...'

Hij plaatste nog een laatste kus op haar lippen en stapte toen achteruit, met haar hand nog in de zijne. Ze keek hem aan in zijn mooie ogen.

Een knal verstoorde de stilte. De wachters liepen weg, samen met de verrader en het hoofd.

Het lichaam viel neer in het zachte gras, met een geruststellende glimlach om zijn lippen. Ze keek naar de rode vlek op zijn borst die steeds groter werd en de doffe ogen, die vaag hun geliefde sterrenhemel weerkaatsten. Ze sloot ze voorzichtig met trillende handen.

Toen keek ze naar Orion, haar geliefde, ver weg in de hemel.

~•~

Dit is ons verhaal voor de Dandelion schrijfwedstrijd van originalverbivore.
Het duurde even voor dit verhaal echt op gang kwam, maar toen we eenmaal een verhaallijn hadden, konden we niet meer stoppen met schrijven. We zijn erg benieuwd naar de beoordeling!

Even onder ons, nerds van Wattpad, wisten jullie dat Diane's naam niet zomaar gekozen is? Het is afgeleid van Diana, de Romeinse equivalent van Artemis (dus eigenlijk dezelfde godin als van de Grieken, maar dan met een andere naam. Die mensen in de Klassieke Oudheid stalen nogal wat van elkaar XD ). Als je dit weet, is het waarschijnlijk veel simpeler om dit verhaal te begrijpen, dus ik (Geitjeduif hiero) dacht dat het wel handig was om het te vermelden... (En dit is daarmee ook zo'n beetje het enige stuk dat ik in het hele verhaal geschreven heb, want eigenlijk doet Midgardian107 alles en geef ik alleen maar commentaar. Ahem. Ahem.)
Sorry voor de vele haakjes in dit bericht. Ik weet dat het verschrikkelijk is, maar waarschijnlijk leest toch niemand dit, dusja...

Bedankt voor het lezen en zoals altijd,
Mehroe

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top