Verhaaltje nacht 3
Terrormaniaks handen waren rood van het bloed. Hij staarde ernaar, lachte en veegde het af aan zijn grijze jas. Het was hem niet onbekend, de lijken in de arena. Nee, hij kon er naar kijken zonder een moment van spijt.
"Ik nam aan dat het mijn taak was de doden te ontdoen van hun ziel?"
De jongeman sprong op en keek verbaasd naar mij. Ik was duidelijk eerder dan gepland. Hij krabde zenuwachtig achter zijn oor, keek kort naar het lijk en stapte er toen bij weg. "Sorry, ik wilde enkel helpen. Je moet nog wel de poorten openen, maar de rest is al gedaan."
Ik snoof en keek naar het slachtoffer. De rode striemen in haar nek deden mij vermoeden dat wurging de doodsoorzaak was. De omgeving waar ze was gestorven, was een waar ik enkel nieuwelingen oppikte. De anderen waren zich namelijk allang bewust van het gevaar dat in deze streek huisde. Men had dit gedeelte omgedoopt tot 'Hol van de Dood' wat ik persoonlijk een zeer onaangename benaming vond.
"Stellatrix, nieuw in het spel. Besloot over de paden te lopen. Ik heb alles gevolgd in de controleruimte," verklaarde Terrormaniak. "Ze keek zo bang. En terecht trouwens, iedereen weet dat je niet uit de wouden moet zonder bescherming!"
"Hoe lang is ze al dood?" vroeg ik, de woorden van mijn overenthousiaste vriend negerende.
"Ongeveer een uurtje." Hij keek me schuldbewust aan.
Mijn ogen werden donker. "Ik wist dat je graag eigen initiatief nam rondom het breken van die arme zieltjes, maar ik ben er niet zo'n fan van dat mijn taak wordt afgenomen."
"Ja, ja. Sorry, oké, ik zei al dat het me spijt. Niets meer aan te veranderen. Om het goed te maken, kan ik je wel vertellen dat er nog een dode is."
Ik keek hem ijzig aan.
"... maar dat wist je natuurlijk al." Terrormaniak haalde zenuwachtig zijn hand door zijn haar. "Ik kan je ernaartoe brengen?"
"Ze is hier nog geen honderd meter vandaan. Laat me mijn werk doen en verdwijn naar je eigen afdeling: de levenden."
Terrormaniak keek om zich heen, wachtte tot een van de camera's weggedraaid was en zette toen zijn opnameapparatuur uit. "Het is zo saai daar, Dood. Ze zeuren alleen maar om gusten. Ik wil niet dood, ik heb gewoon goed gespeeld, ik ben zo vriendelijk, ik kan vast wel een andere zet nog doen en letterlijk alles wat er fout gaat schijnt mijn probleem te zijn!"
"Ach wat ben je zielig." Ik stapte bij hem weg. Ik wist nog de eerste keer dat ik hier mijn slachtoffers ophalen moest. Ze waren met velen en allemaal weigerend te gaan. Hun ziel was nog sterk, maar hun lichaam kon ze niet langer dragen. Het was op dat moment dat ik had besloten nooit te lang in het Hol te blijven. Nu nog steeds treiterden bepaalde zieltjes met hun almacht over hun leven.
Enkele minuten liep ik zonder de nare menselijke geluiden door het woud, maar als ik had gedacht dat ik van hem af zou zijn, had ik het mis. Al snel hoorde ik namelijk takken achter me knappen en kwam hij weer naast me lopen. "Kom op, alleen deze HIDE," dramde hij.
Ik bleef hem dood zwijgen.
"Alsjeblieft?"
Ik liep verder.
"Ik doe er echt alles voor!"
"Ik wil niets," bromde ik.
"Alleen deze HIDE? Je weet dat ik sterf van verveling... en dan ben ik nog langer bij je!"
Ik stond stil en draaide me om. Terrormaniak grijnsde, wetende dat hij me hier schaakmat had. Een paar jaartjes in het dodenrijk zonder hem zou me goed uitkomen.
"Goed, maar je breekt geen zieltjes meer."
Hij knikte, wetende dat hij had gewonnen en gooide de apparatuur in de bosjes.
Het volgende slachtoffer was een oude bekende. Vorige HIDE vond ik zijn lichaam in de bosjes, ditmaal was hij op een ijzeren hek gegooid. "Lijkt me toch minder prettig dan je vorige dood," zei ik tegen niemand in het bijzonder. Terrormaniak vond het echter wel nodig er een instemmend gemompel op los te laten.
Ik tilde Leguaan van de spijlen en legde hem op de grond.
Mijn gezicht verstarde zodra ik zijn voorhoofd aanraakte en ik keek over mijn schouder. "Volgens mij ben je me iets vergeten te vertellen."
De jongen keek me schuldbewust aan. "Hij was de eerste waar ik bij ging kijken. Volgende nacht zal ik er echt op letten!"
Ik zuchtte diep. "Dat is je geraden."
Hij knikte.
"En veeg die lach van je gezicht, want we hebben nog genoeg te doen."
Dankjewel, de Dood!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top