2. Vreemdeling
De vreemdeling woog zwaar op haar schouders. Met moeite konden Amora en Rynn hem de trap op te krijgen naar Declans bank. Op dit soort momenten vervloekte ze het dat ze in een penthouse woonden. Zodra de man op de bank lag, wreef Amora de kreukels uit haar kleding, kuchte een keertje en vertrok toen naar haar slaapkamer. Rynn keek haar na. Een hete douche kon ze nu wel gebruiken, maar ze wilde de man niet alleen laten. Die douche kon altijd nog. De raaf sprong van haar schouder af en hipte naar de schouder van de man, waar hij zich innestelde en ging zitten. De heler bewoog zijn getatoeëerde hand naar de vogel en krabbelde het dier onder zijn kopje.
Declan stopte de ketting in een kluis achter een schilderij. Zijn blik gleed wantrouwig naar de man op de bank en liep met grote passen naar hem toe. Hij ging naast Rynn staan en zette zijn handen in zijn zij. 'Wie ben je?'
'Lennon.' De stem van de heler was kalm en vormde een contrast met zijn kleding. Waar zijn leren jack en zwarte broek hem de uitstraling van een mafiafiguur gaven, leek zijn persoonlijkheid dat niet te zijn. Zijn groene ogen gleden rustig door het in aardetinten gehulde appartement alsof ze niet net uit een vuurzee kwamen.
Het rommelen van haar maag liet Rynn weten dat ze al een tijdje niks gegeten had. Voor even kon ze de mannen wel alleen laten. Normaal zou ze vragen of iemand anders ook een broodje zou willen, maar ze wilde Declan niet onderbreken, dus sloop ze maar naar de keuken waar ze uit het bovenkastje de krentenbroodjes haalde. Ze belegde het met kaas en liep terug naar de man die zich Lennon noemde. Haar blik ging automatisch naar het zwarte bolletje dat in Lennons nek lag. Hij strekte zijn nek en nog voordat Rynn zich kon afvragen wat het dier eigenlijk at, schoot hij naar voren en griste het plakje kaas van haar krentenbol.
'Hé!' riep Rynn verbaasd uit. 'Dat was ik aan het eten.'
Met een licht opgetrokken wenkbrauw keek Declan naar Rynn en Kiwi, die af en toe stukjes van het brood en de kaas aan hem voerde. Teleurgesteld zuchtte hij en keek met een strakke blik weer naar Lennon. Van hen allemaal zag Lennon er toch wel het meest gehavend uit. 'Wat deed je bij het gebouw?' vroeg Declan weer aan de vreemdeling.
'Ik was in de buurt en mijn magie vertelde me dat er iemand was die er slecht aan toe was.' Lennon keek hem recht aan. Zijn blik had iets indringends alsof hij recht door de man heen keek.
'Hm...' Declan wreef over zijn behaarde kin. 'Je bent een heler zeker.' Het was geen vraag, eerder een constatering.
Dat was het moment dat Kyle koos om de woonkamer in te lopen. In zijn ene hand had hij een blikje redbull en in zijn ander een broodje wat hij op de bijzettafel legde. Hij trok het blikje open waardoor een luide sis de ongemakkelijke stilte doorbrak. 'Oh cool! We hebben nooit een heler gehad! Kan je ook dooien opwekken?' Hij strekte zijn handen vooruit en liep met stijve knieën een paar passen naar voren. Hij had niet door hoe de raaf naar zijn broodje keek.
Lennon schudde direct zijn hoofd. 'Daar waag ik me niet aan. Als ik het zou kunnen, dan overleef ik het niet.'
Rynn rolde met haar ogen en griste het broodje van het bijzettafeltje af. Meteen trok ze het broodje uit elkaar en deelde het met Kiwi. 'Waarom zou je ons helpen?' vroeg ze met een skeptische ondertoon. 'Je kent ons niet eens.'
'Omdat ik een heler ben, dat is wat wij doen.' Hij keek haar bijna beledigd aan alsof het vanzelfsprekend was om recht een vlammenzee in te lopen.
Declan bleef verdacht stil, toen Lennon sprak. Zijn ogen leken de man te scannen, alsof hij op zoek was naar iets. 'Waar kom je vandaan, Lennon?' vroeg hij uiteindelijk.
'Ik kwam van een naburig dorpje, maar zwerf rond. Dus eigenlijk kom ik nergens vandaan.' Even is de heler stil, terwijl hij de stevig gebouwde man bestudeerd. 'Waar kom jij vandaan? Je ziet er uit als iemand die een lange weg heeft afgelegd.' Hij had het niet over afstand.
Declans mondhoek trok omhoog. 'Het gaat niet over mij,' zei hij langzaam. 'Ik zal eerlijk zijn, Lennon. Ik vertrouw je niet. Ik dank je voor je ondersteuning die je mij en mijn groep hebt gegeven na de aanvaring met de Raeber, maar daar blijft het bij.'
'Dat begrijp ik.' Een hartelijke glimlach verschijnt op zijn lippen. 'Ik ben weg voor jullie het weten. Ik wil niemand tot een last zijn.'
Rynn snoof. 'Je dacht toch niet dat je zomaar weg mocht?' lachte ze. Ze wilde niet onaardig doen, maar Declan was blijkbaar niet van plan om te vermelden hoe het werkte in hun groep. En daarbij zou ze het niet erg vinden als de vogel nog heel even zou blijven. Ze mocht het dier wel. 'Je weet te veel. Je kan niet zomaar gaan, al helemaal niet na wat je ons hebt zien doen.' Het laatste kruimeltje gaf ze aan Kiwi. Ze kon een glimlach niet binnenhouden. Die vent mocht van haar wel gaan, de vogel daarentegen niet. Zo'n companion kon ze wel gebruiken. Iemand die geen vragen stelde, gewoon op je schouder zat en kaas van je brood stal.
Lennon trok een van zijn grote donkere wenkbrauwen op. De tatoeage van een onleesbaar woord dat er boven geschreven stond bewoog mee. 'Alles wat ik heb gezien, is een groep mensen die tegen een monster vocht. Bovendien heb ik zwijgplicht.'
'Dude!' riep Kyle. 'Heb je die magische ketting niet gezien?' Zijn ogen werden groot en zijn mond vormde een bijna perfect O.
Declans spieren in zijn kaak spanden zich aan. Langzaam draaide hij zijn hoofd naar Kyle toe en gromde tussen zijn tanden door: 'Kyle, ga jezelf vermaken in je eigen kamer, wil je?'
Kyle wilde al weglopen toen de de heler zijn vraag beantwoorde. 'Jawel Kyle, maar ik ben niet iemand die om zulke dingen geeft.' Lennon glimlachte naar de jongen. 'Sommige mensen zoeken naar macht of willen dat anderen naar hen opkijken, maar ik hou me daar verre van. Wat jullie wel of niet doen zijn niet mijn zaken.' Nog steeds klonk hij kalm. Ondanks de vele vragen.
'Declan! Zie je niet dat hij gewond is?' schalde de serieuze stem van Amora door de woonkamer. Met haar handen in haar zij en kleine pasjes liep ze naar de bank toe, waar iedereen omheen verzameld stond. Haar ogen waren rood en dik, net als haar neus. 'Hij heeft rust nodig. Je kan ook morgen wel besluiten om hem eruit te gooien. Daarbij... iedereen heeft rust nodig.'
Lennon schonk haar een dankbare glimlach. En zelfs Declan knikte, al was het met zichtbare tegenzin. Hij stak zijn grote hand uit. 'Ik zal je met rust laten, als je je telefoon overhandigt.'
Lennon lachte zacht. 'Wat moet ik met zo'n ding?' Hij schudde zijn hoofd heen en weer alsof iemand hem een goede grap had verteld.
'Hoe bereik je je contacten?' vroeg Declan. Een diepe frons ontstond in zijn voorhoofd.
'Niet. Ik heb Kiwi. Meer heb ik niet nodig. Je mag mijn rugzak doorzoeken, maar je zult er geen vinden.'
Bij het horen van zijn naam, kraste Kiwi vrolijk en maakte een vreemd soort sprongetje met eenzijdig geflapper van zijn vleugel. Lennon stak zijn hand opnieuw uit naar de vogel en gaf hem een aai. Zodra hij zijn hand weer liet zakken trok de raaf aan zijn donkerbruine haar.
'Hmm...' Declan wreef opnieuw over zijn kin.
Amora keek Declan aan en toen Lennon. 'Kom Lennon, het is hier veel te druk. Je moet uitrusten.' Ze pakte hem bij zijn bovenarm vast en trok hem zachtjes overeind.
Lennon knikte dankbaar. Hij tilde Kiwi op zijn schouder waarna zijn blik naar Rynn gleed. 'Bedankt.'
Rynn dwong zichzelf haar mondhoeken omhoog te trekken ook al was ze niet blij. Ze ging dat maffe mormel nog missen. Ze wilde er niet al te lang bij stilstaan, de man zou niet lang blijven dus mocht ze zich ook niet aan hem of zijn huisdier hechten. Toen Lennon eenmaal de woonkamer uit was, draaide ze zich om naar Declan. 'Wil je dat ik de wacht houdt, Declan?' fluisterde Rynn.
De man schudde zijn hoofd, terwijl hij keek hoe Lennon en Amora in de gang verdwenen. 'Ik blijf vannacht wakker. Rust jij maar uit.' Hij pakte een boek met wat brandplekken op de kaft van de bijzet tafel. 'Ik moet toch nog wat onderzoek doen.'
Rynn knikte. 'Pas op jezelf,' zei ze waarna ze Amora en Lennon de gang in volgde. Ze sloeg haar eigen kamer in en plofte op haar zachte bed neer. Stiekem hoopte ze dat de vreemdeling kon blijven, al was het enkel om zijn raaf.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top