†9†

Woedend sloeg Senford Hemmin de bloempot van tafel. De schreven vielen rinkelend op de grond en de bloemen, die zijn vrouw met veel zorg had laten ontkiemen, lieten hun bladeren los terwijl hun stelen knakten. Met grote woedende ogen keek hij naar het bericht wat hij net binnen had gekregen van een van zijn onderlingen. Zijn bloedeigen zoon had hem verraden! Hij kon de haren wel van zijn hoofd trekken. Niet lang geleden had hij die lelijke krimin nog naar de plek voor zijn ondergang gebracht, het volgende moment bemoeid zijn zoon zich ermee. Senford haalde een keer goed adem en liet zijn hersenen werken. Niet veel later stuurde hij een bericht dat er voor zorgde dat de academie afgesloten werd waarmee hij hoopte ze binnen te houden. Daarna begon hij met een spreuk, een spreuk die hem naar de magie van zijn zoon bracht. Het was een spreuk die alleen gebruikt kon woorden door bloed gebonden Egrima. Eenmaal bij Akkay's magie zag Senford dat hij te laat was geweest, ze werkten samen met gevleugelden en in de magie van zijn zoon zag hij de vervloekte krimin voor zijn ogen wegvliegen. Met een schreeuw verbrak hij de spreuk en stond op van zijn stoel. Hij zou die zoon van hem eens een lesje leren! Maar op dat moment stopte hij in zijn bewegingen en keek naar de grond waar de scherven van de pot lagen. Hij voelde een steek in zijn hart... Hoe boos hij nu ook op Akkay mocht zijn, wist hij dat Madaline hem nooit zou vergeven als er iets met hem zou gebeuren. Hij hurkte bij de bloemen en herstelde ze met een klein beetje magie.

'Het spijt me,' zei hij hardop en even later was de pot weer heel en stonden de bloemen weer op hun gemak te bloeien. Daarna stond hij weer rechtop en dacht na. Zijn zoon zou op zijn plaats gewezen moeten worden, maar hij wist dat Siron Verurs nu zijn grootste probleem was. De krimin wist te veel en hij had nog steeds het gevoel dat hij iets te maken had met de inbraken in de Academie en indirect met de inbraak in meest streng bewaakte bibliotheek in Mitredis. Gelukkig had Senford vijftien jaar gelden Aiko in zijn hand weten te spelen en wist hij nu het doel van de krimin. En door Aiko wist hij dat er twee boeken waren er gestolen, beide gingen ze over de geheime spreuken die over het Tiras gebergte lagen. Senford was een van de weinige Egrima die van het bestaan van die spreuken wist. Hij wist ook dat als de krimin zouden doen wat hij dacht dat ze zouden doen, dat er grote problemen zouden ontstaan die niet alleen de Egrima, maar ook de hele wereld in gevaar zou brengen.

Maar nu eerst Siron Verurs zien te pakken, dacht hij en er werd op de deur geklopt.

'Binnen,' zei Senford en een lange man met een donkere huid stapte naar binnen. Hij maakte een buiging en keek daarna de Egrimu voor hem aan. 'Aiko,' zei Senford rustig.

'Here Hemmin,' zei Aiko bijna even rustig. 'Ik denk dat ik weet waar de krimin zich naartoe begeeft.' Senford trok een van zijn wenkbrauwen op.

'Vertel,' zei hij. Aiko's Egma bestond uit het onthouden van plattegronden en in combinatie met een goed stel hersenen was hij een goede aanwinst. Aiko was ook de enige krimin die Senford uit kon staan, al kwam dat grotendeels door Aiko's onderdanigheid.

'Hij zal zich naar het noorden begeven,' zei hij. 'Als hij naar het zuiden gaat, stuit hij op de zee. Als hij naar de bergen gaat, zal hij waarschijnlijk door de krimin gevonden worden en dus buiten handbereik zijn.'

'En je kan je nog steeds niet de onderduikplaats van de krimin herinneren?' Aiko schudde zijn hoofd.

'Het spijt me mijn heer, maar ik denk dat die locatie in connectie staat met een krimin die effect heeft op het geheugen. Het is hetzelfde met dat ik de gezichten van mijn mede krimin niet meer kan herinneren.' Senford knikte langzaam.

'Bedankt voor de informatie, ik heb zo het gevoel dat ik hem nu wel zal vinden.' Aiko boog weer en verliet de kamer. Een glimlach verscheen op Hemmins gezicht.

'Altijd fijn wanneer het leven eens een keer mee zit,' zei hij en liep naar het raam toe. Zijn ogen vingen de bergen. 'Siron Jetha Verus,' zei hij alsof hij een rouwkaart oplas. 'Je komt niet zomaar van me af.' Hij pakte een stoel en ging recht voor het raam zitten, hij sloot zijn ogen en legde zijn vingers tegen elkaar. Zijn magie voelde hij rustig door zijn lichaam stromen en hij begon met het verzamelen van al zijn magie.

De magie bouwde zich op in zijn vingertoppen en begon zich te verzamelen in de ruimte eromheen. Hierdoor werd de hele kamer met magie gevuld en het schilderij waar Senford zo veel respect voor had, voegde de nieuwe magie aan zijn collectie toe. De Egrimu voelde hoe zijn ledematen zwaar werden, maar hij wist ook dat de ophoping van zijn magie uiteindelijk in zijn voordeel zou werken. Pas toen hij bijna zijn bewustzijn verloor, trok hij zijn vingers van elkaar af en voelden hoe zijn vingertoppen als hete kolen brandden. Hij ademde diep in en uit en liet zichzelf kort over aan de slaap.

________

Zijn ogen sprongen open en hij was klaar wakker. Alle opgehoopte energie versterkte al zijn zintuigen en de wereld gaf hem plots meer informatie dan een paar tijdperken geleden. Hij haalde diep adem en zag plots een auto in de verte rijden. Senford lachte gemeen en concentreerde de magie rond zijn ogen. Zijn zicht werd naar de verte verplaatst en volgde het voertuig dat duidelijk naar de bergen toe wilde gaan. De auto ging door de bocht en Senford herkende meteen degene die in de bijrijdersstoel zat.

'Zo, dus je hebt een chauffeur?' zei hij hardop toen hij onbekende aan het stuur bekeek. 'Dan moet ik je toch teleurstellen. Jouw reis eindigt hier.' Senford trok zijn magie terug, maar plaatste een markeerspreuk op de auto om die voor zijn volgende spreuk niet kwijt te raken. Een glimlach stond op zijn gezicht en hij stond op van zijn stoel. Daarna liep hij naar het schilderij en legde zijn handen op de verf. Alle opgehoopte magie spoelde zijn lichaam binnen en hij werd zich bij elk beetje extra magie zich nog meer bewust van alles om zich heen. Na enige tijd liet hij het schilderij los en pakte zijn mantel van de kapstok die hij stevig omsloeg terwijl hij de deur uit liep.

Met grote stappen liep hij door de academie heen die grotendeels in zijn bezit was. Hij was dan niet het hoofd van de academie, maar hij had wel de leiding over de uitgaven van de academie en het onderhoud van alle magievoorziende faciliteiten.
De academie was momenteel minimaal verlicht waardoor Senford wist dat de ochtend nog niet aan was gebroken. Maar hij had geen licht nodig om te weten waar hij heen wilde gaan. De liften waren namelijk makkelijkte vinden. Hij stapte er een in en drukte op het knopje dat hem naar het dak liet gaan. De liftdeuren sloten en Senford werd in een keer naar boven gebracht. Bovenop het dak stond er een sterke wind en Senford sloeg zijn mantel steviger om zich heen. Het was koud voor deze tijd van het jaar, maar de kou hield hem niet tegen. Hij liep naar de rand van het dak en keek uit over Kaydra. De kleine nachtlichtjes brandden in zijn ogen, maar zorgden er ook voor dat hij zich kon oriënteren. De lichtjes hingen namelijk ook boven de weg waar een auto reed die hij maar al te graag wilde stoppen. Zijn ogen vonden het voertuig weer en hij lachte. Hij sloot zijn ogen en verzamelde de magie om de auto heen. Nu zag hij alleen nog de magie die de auto omringde en liet die steeds meer ophopen tot het zo'n grote hoeveelheid werd dat Senford de spreuk voltooide en de auto aan zijn lot overliet. Al zijn zintuigen trokken zich terug en hij voelde zich op zijn benen wankelen. Hij ademde diep in en uit en knipperde een paar keer goed met zijn ogen. Zijn energie was nu zo afgenomen dat hij niet kon kijken of de krimin en zijn medereiziger daadwerkelijk ook gestorven waren. Senford zakte naar beneden en ging tegen de lage muur, aan de rand van het dak, zitten. Het had hem net iets meer magie gekost dan hij had gedacht. Hij wist dat hij moest controleren of Siron dood was of niet, natuurlijk hoopte hij van wel, maar hij kon nooit zeker zijn. Hierdoor besloot hij dat moment ook dat hij morgen naar Lyskardis zou gaan om om hulp te vragen aan andere Egrima, want samen zouden ze meer kunnen dan dat hij in zijn eentje kon.

Jaaaaahaha, even een hoofdstuk van Hemmin. Ik merk dat ik van planten houd, aka de eerste zinnen van dit hoofdstuk. Had bijna bloeiwijze opgeschreven, omdat de bloem die ik in mijn hoofd had een bloeiwijze is... (niet dat iemand er dan een beeld bij zou hebben of zo xD)

Heb door dit hoofdstuk meer respect voor Senford? Als in zijn karakter is wat dieper e.d. ?
Oh en voor de mensen die zo iets hebben van: Aiko, die naam komt me bekend voor...
Klopt, want hij komt uit het proloog (͡° ͜ʖ ͡°)

En ik heb een paar weekenden geleden een enorme voorraad geschreven waardoor ik in m'n Word bestand al over de 60k zit :3
Mijn doel is minimaal 75k, ik hoop dat me gaat lukken :D

Doedels!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top