ꨄ𝐻𝑜𝑠𝑝𝑖𝑡𝑎𝑙𝑤𝑖𝑛𝑔ꨄ
POV Sirius.
Belle viel op de grond. Geen idee waarom. Ik voelde mezelf boos worden. Niet boos, maar woest. Woest en woedend op Dumbledore om wat hij haar had aangedaan. Ik rende naar haar toe en legde twee vingers op haar keel. Ik hield mijn adem in. Ze bewoog een beetje.
Ik ademde uit en zonde mijn hand van haar af te halen keek ik boos naar Dumbledore. "Wat heb je met haar gedaan?" Vroeg ik aan hem. Mijn gezicht liep rood aan van woede. "Je wist dat dit zou gaan gebeuren!' Roep ik tegen hem. Ik leg voorzichtig Belles hoofd op de stenen vloer neer en stap woedend op Dumbledore af. Ik richt mijn toverstok naar hem. "Cr-!" Roep ik. Verder kwam ik niet. Want Remus pakte mijn schouder vast. "Wat doe je?" Vraagt hij aan mij. Ik kijk ook hem boos aan. "Hij heeft haar betovert! Hoe durft hij! En zeker nu!" Roep ik vol woede tegen hem. "Jullie zijn allemaal hetzelfde!" Roep ik. "Hij wilde haar met haar hoofd tegen zijn bureau aan laten stoten! Hij geeft helemaal niks om zijn studenten! Jullie hadden de volgende kunnen zijn!" Roep ik tegen mijn klas. "Sirius, doe normaal." Zegt Lily kalm. Ik kijk haar aan. Dan pak ik Belle op en loop ik met haar in mijn armen het lokaal uit.
Terwijl ik over de gang loop halen Lily, James en Remus me in. "Wat moeten jullie?" Vraag ik nors aan ze. Mijn geduld is nu op. Het liefst wil ik weglopen, maar Remus houd me vast. "Doe normaal Padfoot. Je weet dat het niet Dumbledore zijn schuld was. Als ze gewoon haar hoofd had gestoten hadden we al dit gedoe nu niet gehad." Zegt Remus. Ik kijk hem smerig aan. "Dus je wil zeggen dat het Belles schuld is dat ze nu bewusteloos is?" Zeg is woest. Ik ruk mezelf los en wil wegrennen, maar struikel bijna over een stel brugpiepers. "Rot op." Zeg ik nors tegen ze. Bang rennen ze weg. Ik vervolg mijn 'tocht' en leg Belle uiteindelijk op een ziekenhuisbed neer. "Alweer?" Vraagt madame Pomfrey aan mij. "Ja. Had je daar wat tegen?" Zeg ik nors tegen haar. Ze schrikt en gebaart dat ik weg moet gaan. "Nee." Zeg ik tegen haar. "Ik ga niet weg bij Belle totdat ik haar mijn naam hoor zeggen en dat ik in haar ogen kan kijken." Zeg ik. Ze knikt langzaam en gaat dan wat spulletjes halen. Ik kijk verdrietig naar haar. Het was niet de bedoeling dat dit zo zou uitlopen. Niet nu. Was Dumbledore maar wat later begonnen aan de Unforgivable Curses. Nu had ik ruzie met Belle. Het was overigens wel een goed idee geweest van James om haar zo te pranken. Net als James had ze niks door. Maar ze was echt pist. Ik haal voorzichtig haar oude toverstok uit mijn jaszak, die had ik daar al de hele tijd bewaard, en leg hem op haar nachtkastje.
POV Belle
Geschreeuw vult mijn oren. Ik ben het inmiddels gewend, want dit overkomt me elke nacht. Ik besluit om dit keer er naartoe te gaan, maar bewegen lukt me niet. Dus blijf ik maar staan. De vrouw begint te jammeren, en ineens herken ik de stem, maar ik kan hem niet plaatsen. Van wie is die stem? Ik concentreer me zo goed als ik kan, maar mijn lichaam werkt niet mee. Ik voel me slap worden en val neer. Het word donker voor mijn ogen.
Ik hoor zacht gesnik naast me. Mijn eerste gevoel is dat het de vrouw is en ik wil naar haar kijken, maar bewegen lukt niet en mijn ogen openen ook niet. "Komt het goed?" Hoor ik een meisje zeggen. Ik herken de stem van Lily. "Ja hoor. Ze heeft alleen rust nodig, dus als hij nou eens..." dat was madame Pomfrey. Meteen weet ik wie er aan het huilen is. Sirius. Ik glimlach in mezelf. Hij geeft wel om me. Ik voel de aanwezigheid van meerdere personen. "Je hebt hem teruggegeven!" Zegt James. Wat bedoelt hij. Wat was het fijn om te kunnen zien en je te kunnen bewegen. Je merkt pas hoe goed je het hebt als dat allemaal voorbij is.
"Ja duh, kijk naar hem." Hoor ik Michael zeggen. Dat hij er is voelt fijn. Remus is aan het praten met Peter. "5 dagen ja? Ik verwacht vandaag of morgen." Zegt hij. "Om 2 galjoenen." Zegt Peter. Zijn ze nou aan het wedden om hoelang ik hier nog in deze situatie lig? De deur gaat open. Er komt iemand binnen, maar ik kan het natuurlijk weer niet zien. Wat is het vervelend om niet te kunnen zien. "Ga weg. Ga weg." Hoor ik Sirius snikken tegen de nieuwe persoon. "Het spijt me Sirius, ik wist dat dit zou gebeuren, en weet ook dat alles weer goed komt." Ik herken de stem van Dumbledore. Ik voel boosheid in me oplaaien. De man die dit heeft veroorzaakt is hier. Hij moet weg. Ik beweeg met mijn mond. Ik hoor dat Sirius van een ander bed af springt. "W-weg." Zeg ik met een schorre stem. Meer komt er niet uit. Dumbledore knikt en verlaat de ruimte. Sirius omhelst me, voor zover dat dat kan als ik me niet goed kan bewegen en op een bed lig. Ik voel zijn tranen op me vallen. Het doet me goed om hem zo te hebben. Ik knipper voorzichtig met mijn ogen.
Felle lichten. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en doe ze steeds een stukje verder open. "Sirius." Fluister ik. Sirius gaat op mijn bed zitten en streelt met zijn hand door mijn haar. Michael zit ongemakkelijk naar het tafereel te staren. Lily glimlacht. Remus kijkt blij en Peter boos. "Had je niet nog 4 dagen bewusteloos kunnen blijven? Dan was ik nu 2 galjoenen rijker." Zegt hij verontwaardigd. Ik grijns, voor zover het lukt. Sirius kijkt hem boos aan. "Je wil haar nog langer zo hebben. Hoe eerder ze beter is hoe beter!" Zegt hij. Ik kijk hem liefdevol aan. Ik probeer rechtop te gaan zitten, maar halverwege val ik weer om. Madame Pomfrey heeft gemerkt dat ik wakker ben en komt naar ons toe gelopen. "Wegwezen, jullie allemaal." Zegt ze tegen de rest. Ze kijkt me onderzoekend aan. Ik probeer weer rechtop te gaan zitten en het lukt. Sirius blijft koppig staan. "Ik ga niet weg voordat zij weg mag." Zegt hij. "Gister was het nog als ze je naam zei en haar ogen open waren, en dat is nu. Dus wegwezen." Zegt madame Pomfrey. Ik grijns naar Sirius en gebaar dat hij weg kan gaan. "Wanneer mag ik weg?" Vraag ik schor aan madame Pomfrey. "Dat weet ik nog niet." Zegt ze. "De imperiusvloek is heel gevaarlijk en heeft sommige mensen het leven gekost." Ik kijk haar raar aan. Mijn voeten bewegen naar de zijkant van het bed en ik stap eruit. "Blijven liggen." Beveelt madame Pomfrey me. Maar ik luister niet. Ik heb behoefte aan Sirius ogen, James' lach en Lily's glimlach. Ik sta op en wil weglopen, als ik iets in mijn ooghoek zie. Is dat...? Ik draai me om. Ja hoor, daar ligt mijn oude vertrouwde toverstok. Ik pak hem en er rolt een traan over mijn wangen.
Sinds dat er bij ons is ingebroken, toen ik 5 was, spendeer ik veel waarde aan al mijn spullen, omdat ze elk moment kunnen worden gestolen. Mijn toverstok had de beroving overleefd, en sindsdien ben ik heel zorgvuldig met het houten stokje omgegaan. Ik knikte naar madame Pomfrey en loop de ziekenzaal uit. Buiten staan de Marauders en Michael op me te wachten. Ik ren lachend naar ze toe en Sirius geeft me een dikke knuffel. Ik laat ze mijn toverstok zien. "Misschien weten jullie hier meer van?" Vraag ik aan ze. Ze kijken allemaal schuldig. Michael kijkt me raar aan. Ik rol met mijn ogen naar hem. Hij knikt. "We wilden je pranken, maar het liep een beetje uit de hand." Zegt James schuldig. Ik denk even na. Het zou veel verklaren. Er zat bij de gebroken delen namelijk een krasje te weinig in, en ik ken mijn toverstok heel goed, en Geraline zou nooit durven om echt mijn stok te breken, en Sirius doet nooit zo vreemd. Ik knik en sla James hard op zijn gezicht. "Eikel." Zeg ik tegen hem. "Sirius had het mee bedacht!" Zegt hij verontwaardigd. Ik knik. "Dat weet ik, maar hij heeft het al goed gemaakt." Zeg ik tegen hem en ik loop weg.
Naar de Great Hall. Prof. Dumbledore staat op me te wachten. "Madame Pomfrey had me al geïnformeerd over je ontsnapping." Zegt hij en hij glimlacht naar me. Ik grijns, maar dan bedenk ik me dat hij me had 'vervloekt'. Ik ontwijk hem en loop om hem heen naar de Great Hall. Daar ga ik aan een tafel zitten. "Kun je me na de les bijles geven?" Vraagt Sirius. Ik kijk hem vragend aan. "Waarvoor?" Vraag ik. "Duh. Om mensen te dissen voor hun neus misschien?" Ik lach. Dit had ik dus gemist. Na het eten loop ik naar het meer. Michael is er ook. Ik ga naast hem zitten. Hij zegt niks. Na een tijdje begint hij te praten. "Je hebt dus nieuwe vrienden gemaakt." Zegt hij. Ik knik. "Ja." "En je hebt pranks met hun uitgehaald." Zegt hij. Ik knik weer. "Wat voor?" Vraagt hij. "Eigenlijk hebben we alleen James geprankt. Ik en Sirius deden alsof we een dramatische break up hadden, en iedereen in de Great Hall keek ons aan. Was helemaal geslaagd." Zeg ik terwijl ik grijns. "Dramatische break up?" Vraagt hij. Ik knik. Eigenlijk wilde ik reageren, maar ik zag Sirius op ons afkomen.
"Wat doe je hier?" Vraagt Michael boos aan hem. Hij weet nog steeds niet dat ik en Sirius verkering hebben, en ik durf het hem eigenlijk ook niet te vertellen. "Mag ik Belle niet zien?" Vraagt Sirius aan Michael. Ik zucht. Waarom moeten juist zij ruzie hebben? "Waarom wil je Belle zien?" Vraagt Michael irritant aan Sirius. "Michael stop. Je lijkt nu net op Geraline." Zeg ik tegen hem. Hij kijkt schuldig naar de grond. Sirius gaat stuk. "Kap daarmee." Zegt Michael bruut. Ik schud mijn hoofd. Wat zijn jongens toch ook idioten. Ze zijn ruzie aan het maken om mij.
"Ik sta hier. En ik kan best voor mezelf spreken." Zeg ik. De jongens zijn meteen stil. Ik rol met mijn ogen. Idioten. "Michael-" begin ik. "Ja. Ja. Helemaal zeker ja." Zegt Michael. Ik kijk hem vreemd aan. "Wtf?"
(Srry, maar ik denk hierbij aan een whatsapp gesprek in onze klas. Er zei iemand zo 'wtf?' En toen zei iemand anders 'dat zei je moeder ook toen je geboren werd.' Te mooi gewoon. Srry voor de onderbreking.)
"Je gaat nu toch vragen of ik verkering wil?" Zegt hij hoopvol. Dit gaat moeilijker worden dan gedacht. "Michael, luister. Er is iets dat ik- ik bedoel wij" ik wijs naar Sirius "je moeten vertellen." Hij kijkt me zielig aan. "Wat?" Piept hij. Tranen springen in mijn ogen. Ik kan dit niet. Ik kijk hoopvol naar Sirius. Hij knikt begrijpend. "Ik en Belle hebben verkering." Zegt hij gewoon. Omg. Dit bedoelde ik niet. Het moest er medelijdend uitkomen, niet zo bruut. Ik kijk boos naar hem en dan vragend naar Michael. Hij kijkt me pijnlijk aan. "Is-is dit waar?" Vraagt hij aan mij. De tranen rollen over zijn wangen en ik begin ook te huilen. "Het spijt me-" begin ik. Verder kom ik niet, want Michael rent huilend weg. Ik begin te huilen. "Hij haat me nu." Huil ik. Sirius knuffelt me en zo blijven we even zitten. Lily komt aangelopen.
"Ik zag Michael huilend in de common room zitten, weten jullie daar iets vanaf?" Vraagt ze aan ons. Ik krijg weer tranen in mijn ogen. Lily ziet het en komt naast me zitten. "Wat is er gebeurd?" Vraagt ze. Ik snik. "Ik wilde het vertellen over ons." Ik wijs naar mij en Sirius. "Toen begon hij ineens over verkering met mij. Toen kon ik het echt niet meer aan. Dus gebaarde ik Sirius dat hij het moest zeggen." Zeg ik. Lily kijkt me aan. Ze weet precies wat ik bedoel. "En toen zei Sirius het super bot tegen hem en rende hij huilend weg?" Zegt ze. Ik knik.
Vraag vorige keer. 100% zeker Sirius
Vraag. Wat lijkt je het lekkerste snoep(je) van de snoepkraam in de trein?
2079 woorden
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top