Hoofdstuk 21 - Deel 2

Maeryn POV:


'St! Wees stil!' giechelt Toby. Het opgewonden gevoel in mijn maag groeit zodra ik via het raam een woonkamer in klim. Achter me hoor ik Masky ook naar binnen komen. Hij gaat naast me staan. Hoodie en Toby staan al voor ons en kijken even kort rond, voordat ze zich naar ons omdraaien. 'Wie begint?' vraagt Masky een beetje ongeduldig. 'Ik wil wel.' Toby trekt één van zijn twee hakbijlen uit zijn riem. Ik zie zijn donkere ogen glunderen en merk dan ook dat het puntje van mijn staart zachtjes op en neer wipt. Masky knikt en volgt Toby samen met Hoodie als hij naar de gang van het appartement loopt. Ondertussen kijk ik zelf ook een beetje rond. Ik vind het hier maar klein en saai. Dan hoor ik een deur die heel zachtjes open gaat.

Ik kijk op en zie Toby een kamer in lopen. Even later klinkt er een gedempte schreeuw en dan wordt het stil. Zonder waarschuwing spring ik een beetje vooruit langs de andere twee en steek ik mijn hoofd om het hoekje van de open deur. Ik zie Toby. Hij zit op een bed en zijn bijl zwiept vrolijk in zijn hand heen en weer. Ik kan de bloedspetters zien en de dode jongen die doodsbang in Toby's richting kijkt met een lege blik in zijn ogen. Mijn ogen worden groot van enthousiasme en ik draai me om naar Masky. 'Mag ik dat ook doen?' vraag ik, net iets te luid. Er klinken snelle voetstappen en dan gaat er op de gang ineens een lamp aan. Mijn pupillen verdunnen als ik een vrouw zie staan in haar pyjama. Ze kijkt Hoodie, Masky en mij met verbaasde ogen aan. Mijn oren schieten meteen overeind als ik haar een ademteug zie nemen, waarschijnlijk om te gaan gillen. Maar voordat ze daar de kans voor krijgt pak ik razendsnel het pistool dat Masky me "thuis" gegeven had uit mijn zak en zonder dat ik er erg in heb klinkt er al een luide knal.

De vrouw kijkt geschrokken, niet meer in staat om nu nog iets te doen. Ze zakt op haar knieën op de grond, waarna ze helemaal voorover valt. Mijn hand trilt, maar niet omdat ik bang ben. Een golf van adrenaline overspoelt me zowat en het voelt alsof ik zo een rondje om de wereld kan rennen. Masky draait zijn hoofd weg van het levenloze lichaam en kijkt naar mij. Ik kan zijn ogen niet zien, maar ik ruik trots. 

Is hij trots op me?

Die gedachte maakt me eigenlijk verrassend blij. Mijn staart zwiept druk heen en weer. Toby komt nu ook de gang opgelopen en kijkt naar de vrouw. 'Heeft zij dat gedaan?' vraagt hij meteen, aangezien ik het pistool nog steeds in mijn handen heb. Hoodie knikt. 'Mooi werk, zeg.' Ik kijk hem met glinsterende ogen aan en krijg dan ineens een heel goed gevoel over deze nacht.


-----


Vermoeid strompel ik naast Masky mee, zijn hand vast houdend. Er zitten bloedspetters op mijn gezicht en handen. We lopen over dezelfde, donkere weg terug naar de auto. Achter de boomtoppen begint de lucht al lichter te worden. Ik kan een grote gaap niet onderdrukken en mijn ogen zijn onderweg al half dicht gevallen. Hier ben ik nog niet helemaal voor gebouwd, na nachten lang in hetzelfde lab gezeten te hebben. Het was superleuk vannacht, maar het is wel vermoeiend. Nadat ik de vrouw neergeschoten had zijn we meteen het gebouw weer uit gevlucht. We hebben daarna nog de hele stad doorkruist via onverlichte steegjes en straatjes, zodat we niet op zouden vallen. Ik heb nog een paar keer mijn pistool kunnen gebruiken, maar het is duidelijk dat ik training nodig heb. Bij de eerste keer was het beginnersgeluk, denk ik.

Ik struikel over mijn eigen voet en val bijna op het asfalt, als Masky me snel aan mijn arm omhoog trekt. Hij grinnikt zacht en vraagt met een babyachtige stem: 'Aw, ben je nu zo moe?' Ik grom en wil naar hem uithalen, maar dat had hij natuurlijk al lang aan zien komen en hij houdt mijn arm iets steviger vast. 'Pas maar op, kleintje. Ik pak je meteen terug,' zegt hij streng. Ik wil er nog iets tegenin brengen, maar bedenk me dan dat het niet zo heel fijn is om dat hele eind terug naar het huis te lopen, dus houd ik mijn mond maar. Achter ons klinken voetstappen en Toby komt naast ons lopen. Hij bekijkt me even nieuwsgierig en kijkt dan naar Masky. 'Is ze moe?' Hij knikt alleen. 

Ik hoor Toby nu ook giechelen en murmel half geïrriteerd: 'Wat is daar zo grappig aan?' 'Oh, niks, hoor.' Voordat ik ook maar met mijn ogen kan knipperen word ik al opgetild en op Toby's rug gezet. 'Ziezo. Is dat beter?' Ik wil hem iets toe snauwen, maar ben daar toch echt veel te moe voor en leg dan gewoon mijn hoofd tegen zijn nek aan. Nou ja, leggen. Mijn hoofd valt als een baksteen neer. Vanuit mijn ooghoek kan ik Masky even kort zien glimlachen voordat hij weer voor zich kijkt, waarna ik mijn ogen sluit en al bijna meteen indommel.


-----


Ik word wakker en knipper langzaam met mijn ogen. De omgeving waarin ik me bevind beweegt zachtjes. Als ik mijn ogen iets verder open doe zie ik dat ik in de auto zit, op de stoel naast die van de bestuurder. Ik gaap zachtjes en kijk moe opzij. Hoodie en Toby zitten achterin en aan hun ademhaling te horen zijn die ook vertrokken. Masky zit achter het stuur, een sigaret steekt uit zijn mond. Gelukkig staat het raam een stukje open, zodat die stinklucht naar buiten kan. Ik strek mijn armen en benen even uit en trek met mijn oren. 'Hoi.' Er verschijnt een kleine glimlach op zijn gezicht. 'Hallo.' Hij werpt me even een korte blik toe en vraagt: 'Lekker geslapen?' Ik knik alleen eventjes en kijk door de voorruit naar buiten. Helaas herken ik de weg waarop we rijden niet.

'Ik moet nog steeds een naam voor je bedenken...' mompelt Masky ineens. Ik kijk weer naar hem. 'Had je er al een in gedachte?' vraag ik, terwijl ik zo goed mogelijk mijn best doe om niet moe te klinken. 'Ja, eentje. Maar waarschijnlijk vind je die niks,' antwoordt hij. 'Zeg-' Ik gaap weer. 'Zeg maar gewoon.' Hij grinnikt opnieuw zacht en zegt: 'Ik zat te denken aan Maeryn.' Eerst wil ik in de lach schieten, maar de naam blijft tussen mijn oren hangen. Het klinkt eigenlijk best wel goed... Ik kan het al voor me zien dat mensen me bij die naam noemen. Vooral Masky. 'Hm... Dat is toch niet zo slecht?' Masky kijkt me even verbaasd aan. 'Serieus?' Ik knik en kijk terug. Hij haalt zijn schouders even op en focust zich dan weer op de weg. 'Dan is dat besloten.' Zachtjes begin ik te snorren en kijk ik ook weer voor me uit. 


Maeryn... 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top