Hoofdstuk 1
'Hebben jullie de nieuwe leraar wiskunde al gezien? Hij is echt hot!' Ik sla mijn kluisje dicht en grinnik om de opmerking van Sophie. Zij valt echt op iedere nieuwe leraar, tenzij het een vrouw is. Mijn vriendin, Nikkie, komt naast me staan en rolt met haar ogen. 'Ik heb zo meteen wiskunde. Ik zal zeggen dat je straks bij de kantine op hem wacht,' zegt ze sarcastisch. Sophies ogen worden groot en ze smeekt: 'Nee! Niet doen, hoor! Straks denken de leraren nog dat ik gek ben.' 'Dat ben je toch ook?' merk ik op. We lachen en dan gaat de bel. Nikkie drukt haar oren dicht en mompelt: 'Ik zou er iets aan laten doen. Verzoeknummers in plaats van die irritante zoemer.' Gniffelend geef ik haar een kus en zwaai ze dan gedag. 'Tot straks!' roep ik, terwijl ik door de overvolle gang loop. Na de twee trappen opgelopen te hebben sta ik voor mijn lokaal Frans. Ik zit gelukkig net als de bel weer gaat. Mijn leraar Frans komt binnen. Het is best een grappige man. Na de les loop ik naar de aula. Ik zie Sophie, Nikkie en een paar andere vriendinnen aan onze gebruikelijke tafel zitten. Sophie loopt alweer te klagen over haar lerares aardrijkskunde. 'En toen vroeg ze dat dus aan mij. Ik stond letterlijk voor schut voor de hele klas!' roept ze uit. 'Dan had je maar moeten leren, gekkie,' zegt Clare, een andere vriendin van me. Sophie mompelt wat en gaat dan achterover op haar stoel leunend foto's bekijken op haar telefoon. Ik merk dat we allemaal licht zenuwachtig zijn. Over drie dagen is de eindtoets van ieder vak. Dan beslissen de leraren of we wel over kunnen naar de volgende klas. Ik kijk naar Nikkie, die naast mij zit. Ze zit op haar telefoon op Instagram door de foto's van een jongen te kijken. 'Wie is dat?' vraag ik aan haar. Een beetje verschrikt verstopt ze haar telefoon achter zich. 'Niemand, hoor,' zegt Nikkie snel. Ik kijk haar raar aan, maar laat haar verder met rust. Misschien is ze ook gewoon zenuwachtig dat ze zo reageert. De rest van de dag verloopt rustig. Als we bij onze kluisjes staan vraag ik aan Nikkie: 'Heb je zin om bij mij huiswerk te maken?' Ze zegt vluchtig: 'Nee. Ik heb een afspraak bij de tandarts.' En dan loopt ze meteen weg. Ik kijk mijn vriendin verbaasd na. Normaal vindt ze het altijd goed om bij mij te komen, en ze had me helemaal niet vertelt dat ze een afspraak had. En wie was die jongen nou eigenlijk? Ik loop naar buiten en dan naar de bushalte naast de school. Als ik eenmaal in de bus op weg naar huis zit kan ik Nikkie maar niet uit mijn hoofd krijgen. Ze doet nooit zo raar. Ligt het misschien aan mij? Ik heb niks naars gezegd over haar. Ik pak mijn telefoon en app Sophie.
U: Hey Soph! Weet jij wat er met Nikkie is?
Sophie: Hoezo?
U: Ze deed zo raar vandaag.
Sophie: I know, maar ik weet er niks van.
U: Oh... Had ze vandaag echt een afspraak bij de tandarts?
Sophie: Waar heb je het over? Nikkie zit nu naast mij.
U: Heh?
Sophie: Ze zei dat jullie het al besproken hadden en dat jij het goed vond dat ze met mij ging.
U: Ik heb haar daar helemaal niks over horen zeggen!
Sophie: Oh. Dan weet ik het ook niet.
U: Laat maar zitten. Bedankt.
Sophie: Doei!
Verstijfd zit ik op de stoel van de bus. Waarom zou Nikkie zoiets doen? Wil ze mijn vriendin niet meer zijn? Als ik thuis kom en naar binnen loop kan ik mijn ouders niet vinden. Ik loop naar boven en plof op mijn bed. Ik pak mijn telefoon uit mijn tas en kijk naar Nikkies app.
Voor het laatst gezien: 15:29
Ik kijk op mijn elektrische wekker en zie dat het nu 15:45 is. Ze probeert me dus echt te vermijden. Als we thuis zijn sturen we elkaar altijd een appje. Ik heb ooit een filmpje op YouTube gezien: The most funny break up apps. Ik heb er eentje gezien dat iemand zei dat de film over was, maar die vriendin dacht dus dat hij het over uitmaken had. Toen zei ze dat ze vreemdgegaan was met meerdere vrienden van hem. Maar ik ben serieus. Als ik het zou proberen zou ik er misschien achter komen waarom Nikkie zo vreemd doet. Ik app haar dat ik een film ga kijken en na een uur kijk ik op mijn telefoon. Ze heeft niet gereageerd. Ik begin te typen.
U: Hey, het is afgelopen.
Tot mijn grote verrassing stuurt ze ook meteen iets terug. En ik ben er niet blij mee.
Nikkie: Wát?! Hoe durf je het uit te maken met mij! Maar het maakt toch niet uit. Ik heb al iemand anders en het is een jongen. Ik vond je toch al een maand ofzo niet meer leuk.
U: Ik had het over de film...
Nikkie: . . .
Boos en verdrietig zet ik mijn telefoon uit. Ik had eigenlijk gehoopt dat het niet zo zou zijn als in het filmpje, maar toch wel. Ik voel mijn telefoon trillen in mijn handen. Ik kijk en zie dat Nikkie nu allemaal dingen aan het zeggen is als "het spijt me" en zo. Ik blokkeer haar en verwijder haar contact ook meteen. Dan krijg ik een ander berichtje binnen. Het is van mijn moeder.
Mama: Hoi lieverd! We zijn vandaag pas om zeven uur thuis. Er is iets op het werk. Er staat pizza in de koelkast die je op kunt warmen. Love you!
Ook dat nog. Nu kan ik vanavond lekker in mijn eentje gaan eten. Ik wil mijn telefoon naar de andere kant van de bank gooien als ik ineens gebeld word. Het is een onbekend nummer, maar iets zegt me dat ik op moet nemen. Ik veeg over mijn telefoon en zeg: 'Ehm, hallo?' Het blijft even stil en ik hoor alleen een rustige ademhaling. Na een tijdje zegt een vrouwenstem aan de andere kant: 'Hoi, Snow! Hoe gaat het?' Wat? Ik snap er niks van. Waarom noemt deze persoon mij Snow? 'Ik denk dat u het verkeerde nummer hebt, mevrouw,' zeg ik. 'Ik ken helemaal geen Snow.' Er wordt gegiecheld. 'Dat komt ook omdat jij Snow bent. Weet je dat niet meer?' vraagt ze. Dit begint eng te worden. 'Nee?' zeg ik. 'Oké, laat me het anders zeggen. Weet je nog dat je uit het ziekenhuis kwam?' Dat kan ik me wel herinneren. 'Ja,' antwoord ik. 'En weet je nog wat er allemaal gaande was voordat je in het ziekenhuis kwam?' Ik word stil. Weet deze vrouw meer van mijn verleden af? 'Nee,' zeg ik zacht. 'Oh... Dan hebben ze je geheugen weer gewist,' hoor ik teleurgesteld aan de andere kant. 'Hoezo "weer"? vraag ik verbaasd. 'Die ene keer dat je werd meegenomen door die gestoorde mensen. En toen kreeg je allemaal-' Ik onderbreek de stem: 'Ho even! Weet jij dan van mijn leven voordat ik hier kwam af?' vraag ik in shock. 'Ja, dat zeg ik toch net!' klinkt het verontwaardigd. 'Wel luisteren, Snow.' 'Wie the hell is die Snow?' vraag ik. Mijn hoofd doet zeer en ik ga op de bank zitten. 'Dat ben jij, duh. En Snow scholdt nooit.' Ik zet mijn telefoon op de speaker, leg hem op de kleine tafel en ga dan languit op de bank liggen. 'Hallo? Ben je daar nog?' 'Ja ja,' antwoord ik. 'Weet je waar ik ben?' giechelt de stem. 'Waar?' snauw ik. Er klinkt gegrinnik en dan zegt ze: 'Kijk uit het raam.' Met een ruk schiet ik overeind. Ik zie een meisje met rode haren wegschieten voor het raam. 'Ga nu meteen weg of ik bel de politie!' schreeuw ik angstig in de telefoon. 'Sorry. Het was niet de bedoeling om je bang te maken. Maar mag ik binnenkomen?' vraagt ze. 'Nee! Natuurlijk niet!' roep ik uit. 'Dan laat ik mezelf wel naar binnen.' Er wordt opgehangen en dan klinkt er gerammel aan het raam in de keuken. Ik gris mijn telefoon van de tafel en bel 112. 'Hallo. Waar kan ik u mee helpen?' 'Er probeert iemand in te breken in mijn huis!' gil ik angstig. 'Ze heeft me net gebeld en nu probeert ze binnen te komen!' Ik geef snel mijn adres door en dan zegt de man aan de andere kant dat de politie er nu aan komt. Gelukkig zit er een politiebureau maar drie straten van mijn huis af. Het gerammel aan het raam gaat nog steeds door en ik hoor een gedempte stem: 'Damn, dat raam zit goed op slot.' Daarna hoor ik sirenes. 'Oh shit! Ze meende het nog serieus ook!' Dan blijft het stil en belt er iemand aan. Ik ren naar de deur en doe hem open.
Na een gesprek en een zoektocht rond mijn huis naar het meisje gaat de politie weer weg. Mijn ouders zijn ook gebeld en ze komen zo snel mogelijk thuis. Het meisje is niet meer gevonden en hopelijk blijft ze ook weg. Na een tijdje komen mijn ouders thuis. Ze rennen meteen op me af en vragen me of alles wel goed is. Ik leg alles uit. Ook over het telefoongesprek. 'Dat is heel erg vervelend voor je,' zegt mijn vader. 'Als je wil mag je morgen thuis blijven,' stelt mijn moeder voor. Ik stem ermee in. Ik heb er echt geen behoefte aan om Nikkie morgen weer te zien. En dan kan ik leren voor de toetsen die ik moet maken. Ik eet samen met mijn ouders en dan ga ik naar mijn kamer. Ik doe de deur op slot en loop naar mijn nachtkastje. Ik trek een laatje open en pak het doosje eruit dat me altijd bij is gebleven. Het is het doosje dat ik stiekem mee heb genomen uit het ziekenhuis, een half jaar geleden. Ik heb nooit gekeken wat er in zit, omdat ik voelde dat ik het voor iets speciaals moest bewaren. Maar vandaag is die speciale dag misschien wel. Ik twijfel even, maar doe het doosje dan toch open. Er zit nog een kleiner, doorzichtig doosje in met een vloeistof. Ik pak het eruit en bekijk het. Het lijkt op water, maar er drijft iets roods in. Is dat mijn bloed? Dit moet volgens mij in een spuit. 'Wat ga je nou doen? Een spuit in je arm zetten met iets waarvan je niet weet wat het is?' mompel ik tegen mezelf.
Jap. Dat is precies wat ik ga doen.
Ik loop snel naar de badkamer en na even zoeken heb ik een spuit te pakken. Ik maak hem goed schoon, loop weer naar mijn kamer en doe de deur terug op slot. Ik giet de vloeistof voorzichtig in de spuit. Na even rustig ademhalen zet ik de spuit in mijn arm en duw hem zachtjes leeg. Het doet even pijn en als de spuit leeg is trek ik hem snel uit mijn arm. Gelukkig heb ik ook pleisters meegenomen. Ik plak een pleister op mijn arm en gaap dan. Ik kijk op mijn wekker en zie dat het pas half negen is. Toch is het misschien een goed idee om een keertje vroeg naar bed te gaan. Ik kleed me om en ga in bed liggen. Ineens voel ik me gewoon heel moe en val ik dan ook dertig seconden later meteen in slaap.
Ik word wakker en rek me uit. Ik voel me alweer een stuk beter dan gisteren en ook goed uitgeslapen. Vrolijk trek ik mijn kleren aan en dan loop ik mijn kamer uit en naar beneden. Zodra ik in de keuken kom valt mijn oog op een briefje dat op de koelkast hangt. Ik loop naar de koelkast en lees het briefje.
Hoi, Angela! Wij zijn al op het werk. Je kunt zelf eten maken. Love you!
Ik maak ontbijt en ga dan in de woonkamer voor de tv zitten. Ik bedenk me ineens dat ik mijn tanden nog helemaal niet gepoetst heb. Ik loop snel naar boven, maar ik schrik me dood als ik voor de spiegel in de badkamer sta. Mijn haar is een stuk witter en langer geworden! Nou ja, het is gewoon helemaal wit. 'Komt dit door die spuit?' vraag ik mezelf zenuwachtig af. 'Hey, Snow!' Ik draai me met een ruk om en zie het roodharige meisje van gisteren voor het badkamerraam zitten. 'Wat is dit voor rare shit?' jammer ik. 'Laat me gewoon even binnen, zodat ik het uit kan leggen,' zegt het meisje. Ik twijfel even, maar loop dan naar het raam en doe hem open. Het meisje komt binnen en kijkt me aan met iets van verdriet in haar ogen. 'Dat je zo veranderd bent,' mompelt ze. Ik kijk haar raar aan en vraag: 'Mag ik ook jouw naam weten?' Ze schudt nee en zegt: 'Straks als we thuis zijn.' Ik wil vragen wat ze daarmee bedoelt, maar het meisje haalt een tak vanachter haar rug vandaan en geeft me daarmee een klap.
________________________________________________________________________________
Hoi kinders!
Dit is dus deel twee van The Pet. Hou er a.u.b rekening mee dat dit niet zo goed zal zijn als het originele verhaal.
Waarom? Omdat ik nu al mijn inspiratie verloren heb T-T
Dus als jullie misschien een idee hebben voor dit deel laat het dan alsjeblieft weten.
Credits van het roodharige meisje (Alina) gaan naar Do-writes, een supergoede schrijfster die nu ook met een nieuw verhaal bezig is dat het lezen zeker waard is <3
Doei!
________________________________________________________________________________
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top