Gevolgen

Het is zomervakantie en in september begint Elsa aan haar vierde jaar op Zweinstein. Nog altijd heeft Elsa niets gezegd tegen noch haar leraren, noch haar vriendenclubje over haar bijzondere ijskrachten. Toch blijft Elsa vastbesloten zoeken in spreukenboeken naar bezweringen die haar krachten misschien zouden kunnen helpen beheersen. Zelfs na drie jaar heeft ze nog steeds niets gevonden dat zou kunnen helpen, maar ze geeft niet op. Ze kan haar ouders niet teleurstellen.

Het is de eerste woensdagochtend van de vakantie en Elsa hoort de postbode, post naar binnen schuiven via de brievenopening in de voordeur.Β 

"Elsa, haal jij de post even?" vraagt haar moeder die nog bezig is met haar ontbijt net zoals Agdar en Anna. Elsa is al klaar en schuift haar stoel naar achteren. Ze loopt de gang in en bukt om de reclamebrochures en kranten op te rapen. Opeens valt haar blik op een envelop met smaragdgroene letters. Die inkt zou ze overal herkennen. Even denkt Elsa dat het al haar boekenlijst is voor het aankomende schooljaar, maar dat zou wel heel vroeg zijn. Dan ziet ze de naam op de envelop en haar adem stokt. Het is een Zweinstein-brief voor Anna...!

"Mam! Pap!" roept ze een bevende stem. Dit kan niet gebeuren, alles over Elsa hebben ze jaren geheim gehouden voor Anna. Ze weet zelfs niet dat Elsa een heks is en naar een speciale school gaat voor Hekserij en Hocus-Pocus. Ze hoort stoelen achteruit schuiven en Elsa grist snel de brief van de grond af. Ze weet niet zeker wat ze moet doen als Anna ook de gang komt inlopen. Tegen Anna zeggen dat er een brief is voor haar? Ze zou er niets van begrijpen, misschien denkt ze wel dat het een grap is. De deur naar de keuken zwaait open en tot haar opluchting ziet ze Anna nog aan de keukentafel zitten. Haar ouders lopen ongerust naar Elsa toe en ze laat de brief zien die ze achter haar rug had gehouden.

"Het is voor Anna," fluistert Elsa. Haar moeder hapt geschrokken naar adem en haar vader sluit snel de deur.

"Hoe is dat mogelijk?" vraagt Agdar zich hardop af. "We wisten altijd al dat jij anders was, Elsa. Maar dat Anna ook een heks is... Hoe is dat mogelijk," herhaalt hij. Elsa haalt haar schouders op maar vanbinnen is ze erg geschokt. Hoe zou Anna op dit alles reageren?

"Kan het geen foutje zijn?" oppert haar moeder maar Elsa schudt vastbesloten haar hoofd.

"Nee, professor Anderling maakt niet zulke fouten. Het kan maar 1 ding betekenen, Anna is echt een heks," zegt ze en haar moeder kijkt bezorgd naar Agdar.

"We kunnen dit niet voor haar achterhouden, Idun," antwoordde haar vader die Idun's blik maar al te goed begreep. "Anna!" roept hij vervolgens met een luide stem. Aan de andere kant van de deur wordt een stoel naar achteren geschoven en een paar tellen later opent Anna de deur.

"Ja?" vraagt ze, verbaast kijkend naar het drietal dat samenzweerderig in de hal staat.

"Er is een brief, voor jou," zegt Agdar en hij pakt de brief uit Elsa's handen en geeft hem aan Anna. Nieuwsgierig bekijkt ze de smaragdgroene inkt en de bloedrode zegel aan de achterkant.

"Zweinstein," leest ze hardop voor en Elsa herinnert zich maar al te goed hoe zij precies hetzelfde had gedaan als Anna toen zij de brief had gekregen. Met trillende vingers van nieuwsgierigheid maakt Anna de envelop open en Elsa ziet hoe haar ogen over de regels vliegen.

"Ik snap het niet," zegt ze na een paar minuten stilte. "Ben ik een heks?" vraagt ze terwijl ze haar blik op haar ouders richt.

"Ja," verzucht Agdar. "Net zoals... Elsa," voegt hij er zachtjes achteraan. Met grote ogen kijkt Anna naar haar grote zus die zich schuldbewust achter haar ouders probeert te verschuilen.

"Maar... Elsa, en ik... Ik," stamelt Anna verbaast. "Waarom hebben jullie niets gezegd!" weet ze uiteindelijk boos uit te brengen. Ze staart met tranen in haar ogen naar haar ouders en zus. Haar hand balt zich tot een vuist en kreukelt de brief in haar handen en Elsa begint zich nog schuldiger te voelen.

"Jullie hebben dit al die jaren voor mij geheim gehouden?!" roept Anna met een overslaande stem uit.

"Ja, Anna. Maar we kunnen het uitleggen," probeert haar vader Anna te kalmeren. Anna gooit echter boos de brief op de grond en schiet langs haar ouders en zus naar de voordeur. Haastig en met een betraand gezicht opent ze deur en rent struikelend over haar voeten naar buiten toe. Even staan Elsa en haar ouders elkaar betreurd en schuldig aan te kijken, maar haar vader komt al snel bij zinnen en rent achter Anna aan naar buiten. Elsa en Idun volgen rennend maar eenmaal buiten is er geen Anna meer te bekennen.

"Hoe heeft ze dat gedaan?" vraagt Agdar zich af terwijl hij de omgeving afspeurt.

"Ik denk dat we nu zeker kunnen aannemen dat Anna een heks is," zegt Elsa die ook verbrouwereerd om zich heen kijkt, op zoek naar Anna. "Als je nog heel erg jong bent en je bent boos of overstuur, dan kunnen je magische krachten op de loop gaan. Ik denk dat Anna zich van ons vandaan heeft getoverd," legt Elsa uit aan haar bezorgde ouders.

"We moeten haar gaan zoeken," roept haar moeder uit en Agdar rent naar binnen. Binnen een paar seconden komt hij weer naar buiten toe en hij rent in de richting van de auto.

"Elsa, jij blijft hier!" roept hij over zijn schouder heen terwijl Idun ook naar de auto toe rent.

"Waarom?" vraagt Elsa die ook al aanstalten had gemaakt om in te stappen.

"Voor het geval ze terug komt natuurlijk!" schreeuwt haar vader die al op de bestuurdersstoel zit. Hij trekt de autodeur met grof geweld dicht en met een luid gebrom start de auto. Met slippende banden scheurt de auto van de oprijlaan af en Elsa kijkt met een bonzend hart haar ouders na.

Een paar minuten staat Elsa zonder zich te bewegen in de vroege ochtendzon van de zomer. Alle gebeurtenissen van net hebben haar in een shock-toestand achtergelaten. Na nog een paar minuten komt Elsa weer bij zinnen en ze ziet tot haar schrik dat ze het om haar heen heeft laten sneeuwen. Ze schudt even met haar hoofd om het leveloze gevoel van haar af te schudden, ze hoopt maar dat haar buren niet toevallig naar buiten hebben gekeken. Ze zouden raar opkijken als er bij de buren opeens sneeuw op de oprit ligt. Met hangende schouders loop Elsa naar binnen, de voordeur staat gelukkig nog open, ze heeft namelijk geen sleutels bij zich. Als verdooft gaat ze de woonkamer binnen en schrikt zich een ongeluk als Anna tot haar grote verbazing gewoon op de bank zit.

"Anna!" roept ze verbaast en bijna schoot ze een ijsstraal uit haar handen. Nog net op tijd kan ze zichzelf bedwingen en Anna kijkt met een rood gezicht van het huilen op.

"Hoe kom je hier?" vraagt Elsa daarna met een zachtere stem terwijl ze van haar handen vuisten maakt en ze dan weer opent. Ze moet echt leren om zich niet zo te laten gaan. Verberg het, voel niet.

"Ik weet niet..." begint Anna op fluistertoon. "Ik rende naar buiten en vervolgens stond ik in mijn slaapkamer."

"Je slaapkamer," herhaalt Elsa. Zij en haar ouders hadden gedacht dat Anna zich naar een hele andere plek had getoverd dan simpelweg terug naar haar slaapkamer.

Een paar seconden kijkt Elsa met een gebroken hart naar haar zusje die angstig op de bank zit. Ze heeft geen idee wat haar allemaal overkomt, beseft Elsa. Ze loopt naar haar toe en gaat naast haar op de bank zitten, niet te dichtbij natuurlijk.

"Ben ik echt een heks?" vraagt Anna met een klein stemmetje en Elsa kijkt haar van opzij aan. Anna kijkt met lege en bange ogen naar het zwarte scherm van de televisie.

"Ja," antwoordt ze. "Maar het is niet iets om bang voor te zijn. Het is geweldig," gaat ze snel verder als ze ziet dat Anna van angst bijna wilt gaan huilen. Met grote ogen kijkt Anna haar aan en Elsa geeft haar een knipoog.

"Echt waar! Denk maar eens na, net stond je binnen een paar seconden-" en Elsa knipt ter demonstratie in haar vingers-, "in je kamer terwijl je naar buiten was gerend!" Er verschijnt een grote glimlach op Anna's gezicht en ze veegt met de rug van haar handen haar tranen weg.

"Ja, ja dat is waar!" zegt ze opgewonden. "En jij bent ook een heks? Zit je op dezelfde school als waar ik die brief van heb?" ratelt ze snel achter elkaar en Elsa glimlacht lichtjes.

"Klopt en ja, dezelfde school. En Zweinstein is geweldig. Je zult er een geweldige tijd hebben, zeker weten." Anna begint nog meer vragen te stellen maar Elsa maant haar tot stilte. Eerst wil ze haar ouders bellen dat Anna weer terecht is. Ze staat op van de bank en loopt naar de draadloze telefoon die op de kast naast de televisie staat. Ze zoekt het mobiele nummer van haar moeder op in het telefoonboekje en drukt op de toets van 'bellen'. De telefoon gaat over en achter haar, in het tasje naast de bank gaat het mobieltje van haar moeder. Met de hoorn nog tegen haar oor gedrukt draait Elsa zich om in de richting van de tas en zucht. Het zou toch ook eens niet, haar moeder was haar mobieltje vergeten. Ze draait het telefoonnummer van Agdar en ze hoopt dat haar vader wel zijn mobiel heeft meegenomen. Na een paar keer overgaan hoort Elsa een melodietje uit de gang komen. Geweldig... Ze had niets om haar ouders mee te bereiken. Elsa zet de telefoon terug in zijn standaard en gaat weer naast Anna op de bank zitten. Nou ja, ze zouden vanzelf wel weer terug komen, hoopt Elsa stilletjes.

Terwijl Elsa verhalen vertelt over Zweinstein aan Anna, wordt het steeds later op de dag. Rond het avondeten zijn haar ouders nog steeds niet terug en Elsa besluit om zelf maar het eten te maken met Anna. Tijdens het bereiden van het eten vertelt Elsa nog meer avonturen die ze op Zweinstein had beleefd met haar vrienden en ze ziet hoe Anna steeds enthousiaster wordt. Een goed teken, vindt Elsa. Wel wordt ze steeds ongeruster over haar ouders, waar zouden ze heen gereden zijn? En wanneer komen ze terug, vraagt ze zich af.

Na het avondeten - een simpele salade, besluiten Elsa en Anna om maar televisie te gaan kijken totdat hun ouders weer terug zijn. Binnen een paar uur is het donker buiten en Elsa trekt de gordijnen voor het grote raam dicht dat uitzicht heeft op de voortuin.

Het wordt steeds later en later en Anna is al op de bank in slaap gevallen, maar Elsa staart zonder iets te zien naar het scherm. Ze heeft een naar gevoel in haar onderbuik en het komt niet van het weinige eten dat ze hebben gehad. Plotseling ziet Elsa een paar koplampen door de gordijnen heen en opgelucht springt ze op en rent ze richting de voordeur. Eindelijk! Ze gooit de voordeur open maar de auto die de oprit oprijdt is een politie-auto... O nee, denkt Elsa. Er zou toch niets gebeurd zijn? Twee politie-agenten stappen uit en lopen naar Elsa toe.

"Zijn jouw ouders Idun en Agdar Arendelle?" vraagt de vrouwelijke agent. Met een bonkend hart knikt Elsa.

"Het spijt me je dit mee te delen, meisje," gaat de vrouw verder na Elsa's bevestiging.

Even moet Elsa zich tot haar door laten dringen wat de vrouw zegt. Als ze het snapt doet ze geschrokken een stap achteruit en schudt ontkennend met haar hoofd. Nee, nee! Dit kan niet gebeurd zijn! Haar ouders... De tranen springen in haar ogen en de vrouwelijke agent doet medelevend een stap naar haar toe. Nee! denkt Elsa, kom niet in mijn buurt! Ze voelt hoe haar krachten opspelen en snel draait ze zich om en rent naar haar kamer. Daar kan ze zich eindelijk laten gaan en de ijsstralen schieten alle kanten op en Elsa schreeuwt het uit van verdriet. Met een gebroken hart zakt ze op haar knieΓ«n en haar geschreeuw verandert in een zacht gejammer.

"Nee, nee, nee..." snikt ze aldoor. Haar ouders kunnen niet dood zijn!

BαΊ‘n Δ‘ang đọc truyện trΓͺn: AzTruyen.Top