Hoofdstuk 29
Yara
Max pakt mijn schooltas en logeertas van me over. Hij zet de tassen op de keukentafel neer en kijkt me aan.
"Ik ben blij dat je hier bent," zegt hij. Ik knik.
"Dat zal," zeg ik, "maar ik vind niet dat je het recht hebt om zo boos tegen me te doen aan de telefoon."
"Je hebt gelijk, maar snap jij mijn punt ook? Jij zou het ook niet chill vinden als ik bij een ander meisje zou slapen, toch? Ook als we gewoon vrienden zijn?"
"Ik snap je wel," zeg ik. Ik kan nog zo vaak 'maar' gaan zeggen in dit gesprek. Ik denk alleen dat het weinig uitmaakt. Max en ik zijn de hele tijd al aan het bekvechten, dus dit zou het niet veel beter maken.
"Wil je wat drinken?"
"Gewoon water, alsjeblieft," zeg ik. Max schenkt een glas water voor me in en ik neem plaats op de bank. Max kijkt me vanaf de keuken aan. "Wat is er?" vraag ik.
"Je ziet er goed uit," zegt hij.
"Ik zie er niet uit."
"Jawel," zegt hij en geeft me mijn glas water aan. Ik bedank hem en kijk hoe hij naast me gaat zitten.
"Ik wil het hebben over het kindje," zeg ik.
"Dat begrijp ik. Het lijkt me nu wel verstandig om een mening te vormen."
"Jij zei vandaag dat het financieel kon, maar dat je het dus niet wilt, omdat ik bij Milan heb geslapen."
"Nee, dat heb ik niet gezegd. Ik zei dat ik een vermoeden had dat je je ogen al op iemand anders had gericht. Als jij zegt dat je loyaal bent en zeker weet dat je met mij wilt zijn, dan wil ik het kindje nog."
"Denk je dat een relatie tussen ons nog gaat werken? We hebben veel ruzie."
"De ruzie valt wel mee. We zijn allebei gestrest, dan krijg je dat."
"Ik wil geen ruzie met je hebben, maar ik vind de hele situatie moeilijk. Mijn vader is boos geworden."
"Je hebt hem ook verteld over de zwangerschap?"
"Ja. Hij wilt dat ik het weg laat halen. Hij dwingt me het weg te laten halen. Daarom ging ik naar Milan."
"Waarom ging je toen niet naar mij?"
"Jij wist zelf niet of je het kindje wilde en ik wilde niet dat je mee zou gaan in de mening van mijn vader. En we hadden al even niet gepraat, dus ik dacht dat je ook wel klaar met me zou zijn."
"Yara, ik ben niet het type jongen voor one-night-stands. Toen ik je leerde kennen, dacht ik niet, ik doe haar even een keertje en dan is het klaar. Ik ben niet klaar met je en dat mag je ook nooit denken. Als we kiezen voor deze relatie dan doe ik alles om de relatie te behouden." Ik glimlach kort.
"Ik denk dat het kindje sowieso weg moet. Jij wilt het kindje liever niet, mijn vader wilt het kindje helemaal niet."
"Ik wil het kindje wel, Yara." Max pakt mijn hand vast en zet met zijn andere hand mijn glas water op tafel. "Heb je een afspraak gemaakt voor de echo?" vraagt hij.
"Wil je het kindje echt?" vraag ik.
"Ja. Ik denk dat we het aankunnen en als we er allebei ons best voor doen dan komt alles goed." Ik glimlach. "Heb je een afspraak gemaakt voor de echo?" vraagt hij nog een keer.
"Nee nog niet," zeg ik.
"Je bent 8 weken zwanger. Morgen gaan we een afspraak maken, ja?" Ik knik. "Dan hebben we het kindje gezien, dan bedenken we hoe we je vader gaan vertellen dat je het gaat houden en dan gaan we over 4 weekjes beginnen met voorbereiden."
"Oké," zeg ik en zet mijn glas op de tafel neer. Ik kruip tegen Max aan. "Dank je," zeg ik. Max drukt een kus op mijn slaap.
-
Max drukt kusjes op mijn lippen. "Wakker worden, Yaar," zegt hij. Ik strek me uit, maar houd mijn ogen gesloten. "Yara," probeert hij nog een keer. Ik kreun.
"Hoe laat is het?"
"Zeven uur."
"Waarom maak je me al wakker? Ik heb de wekker om kwart over acht gezet." Ik open mijn ogen en kijk Max slaperig aan.
"Ik heb de dokter gebeld. We kunnen om acht uur een echo laten maken," zegt hij. "Het duurt ongeveer een half uurtje zei ze, dus daarna rijden we gelijk door naar school."
"Redden we dat wel? Wat als het uitloopt?"
"We redden het wel. Vanaf het ziekenhuis is het tien minuten rijden naar school, dus zelfs met uitloop zijn we op tijd." Ik ga rechtop zitten in bed en voel misselijkheid opkomen. "Kotsen?" vraagt Max, die kennelijk aan mijn gezicht kan zien dat ik misselijk ben. Ik schud mijn hoofd.
"Nee, bij te snel opstaan of zitten word ik misselijk," zeg ik, "maar ik hoef niet te kotsen."
"Gelukkig. Doe maar rustig aan. We moeten hier over 45 minuten weg." Max drukt een kus op mijn voorhoofd. "Wil je ontbijten?"
"Ik heb niet zo heel veel honger. Heb je fruit?"
"Ik heb aardbeien," zegt Max.
"Mag ik daar een paar van?" Max knikt en loopt de slaapkamer uit. Terwijl ik wakker word en de misselijkheid probeer te onderdrukken komt Max terug met de aardbeien. Hij geeft me een schaaltje aan. "Dank je," zeg ik. "En ook voor de afspraak maken trouwens."
"Geen probleem, Yaar." Ik kijk hem aan en stop een aardbei in mijn mond.
"Je hoefde niet op de bank te slapen," zeg ik.
"Dat weet ik, maar ik wil je de tijd geven om te wennen aan de situatie. Ik forceerde je om hier te komen wonen voor nu, maar ik wil mezelf niet aan je opleggen. Ik wil dat je rustig je draai kan vinden."
"Wil je vanavond wel bij me slapen?" vraag ik.
"Als jij dat wilt dan wel," zegt Max. Ik stop nog een aardbei in mijn mond.
"Ik wil dat," zeg ik met volle mond. Max glimlacht naar me en ik zie dat zijn ogen naar mijn buik gaan. "Word ik dik?" vraag ik.
"Er is nog niks te zien," zegt Max en hij kijkt me weer in mijn ogen aan.
"Over een paar weken wel," zeg ik. Dan word naar school gaan een stuk lastiger.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top