Hoofdstuk 18
Max
Ik open de deur en zie Yara op de grond liggen. Ze ligt in haar eigen kots. Ze heeft haar ogen half open en kijkt naar me. Ze glimlacht en laat haar hoofd weer op de grond vallen.
"Yara!" roep ik en haast me naar haar toe. Ik rol haar nog wat verder op haar zij en kijk naar een leeg pakje pillen die op de vloer ligt. Donormil en antidepressiva. Je hoeft geen expert te zijn om te weten dat teveel van slaappillen niet goed kan zijn. De combinatie van deze twee pillen is ook niet geweldig. Het verteld in ieder geval dat ze er aardig doorheen zat.
"Yara!" roep ik weer. Ze kotst gal op mijn broek. Ik til haar hoofd van de grond op en leg een kussen onder haar hoofd. Ik ren naar de badkamer en vul een glas water. Wanneer ik in de slaapkamer terugkom zie ik Yara happen naar adem. "Drink!" zeg ik. Yara kotst weer. Alleen maar gal, maar wel aardig wat.
Ik zet het glas neer en ga achter Yara zitten. Ik til haar rechtop en zet haar tegen me aan. Ik pak het glas weer en zet het tegen haar lippen. Ze duwt het weg en hapt nog een keer naar adem.
"Yara, drink!" zeg ik boos en zet het glas weer aan haar lippen. "Drink alsjeblieft." Ze kokhalst en duwt het glas weg. Ze zweet enorm en draait zich naar me om.
"Ik wil niet dood," mompelt ze.
"Je gaat niet dood." Ik pak mijn telefoon uit mijn broekzak en bel het alarmnummer. Ik geef ze het adres en zeg dat er heel veel haast bij is. De hulpverleners zeggen dat ik geen drinken moet geven en Yara naar een koele omgeving moet brengen. Nadat ik heb opgehangen til ik Yara op. Ze zegt niks en hangt slapjes in mijn armen. Ze heeft hoofd tegen mijn borst gelegd.
Ik loop de trap af en loop de woonkamer in. Ik open de tuindeur en ga buiten zitten met Yara. Ik zet haar neer in een tuinstoel en ren dan weer naar boven. Ik pak haar dekbed en ren weer de trap af. Ik leg het dekbed in de tuin en leg Yara op het deken. Ik leg haar op haar zij.
Ze hoest en hapt naar adem.
"Max," zegt ze zacht. Ik zit naast haar op het deken en wrijf over haar hoofd. Ze pakt mijn hand vast. "Ik wil niet."
"Je gaat niet dood," zeg ik. Ze wilt zich naar me omdraaien. "Op je zij blijven liggen, Yaar."
"Oké," zegt ze. Ik wrijf over haar voorhoofd. Ze is gloeiendheet en zweet nog steeds. Yara opent haar ogen en kijkt me aan. Ze heeft tranen in haar ogen.
"Rustig maar, Yaartje. De ambulance is al onderweg. Alles komt goed." Hoewel ik kalm overkom maak ik me enorme zorgen.
"Het kindje," zegt Yara.
"Het komt goed, Yaar." Ik druk een kus op Yara's hoofd. Ik zal haar ouders zo moeten bellen. Ik moet vertellen dat ik Yara buiten school zie, dat ze zwanger is en dat ze dood wilde. Yara hoest weer gal op. Ze pakt mijn hand vast en knijpt erin. Ze kokhalst.
"Iets naar voren buigen, Yara." Yara rolt wat verder op haar zij en geeft over. Ze knijpt een keer heel hard in mijn hand en kijkt me nog een keer aan. De tranen rollen over haar wangen. Ze begint harder te ademen en hapt in paniek weer naar adem. Ik laat haar hand los en loop het huis in. Ik pak een handdoek uit de keuken en maak hem nat onder kraan.
Eenmaal buiten leg ik de handdoek op haar voorhoofd. Ze grijpt naar mijn vrije hand. Weer hapt ze naar adem.
Een paar minuten later ligt ze op mijn schoot en heeft ze haar ogen dicht. Ze ademt nog wel, maar heel zwakjes. Ik blaas in haar gezicht en praat tegen haar.
"Yara, blijf wakker, ja?" Ze knikt zacht. Ze hoest. Ik hoor de deurbel gaan. Ik til Yara van mijn schoot en haast me naar de voordeur. De ambulancebroeders komen het huis in. Ik leid ze naar Yara toe en laat hun vanaf daar het werk doen. Ik kijk hoe Yara op een brancard wordt gelegd en door het huis wordt gereden richting de voordeur.
"U was er op tijd bij," zegt een ambulancebroeder tegen me. Ik knik en ga op de bank zitten. Ik ril en de tranen lopen inmiddels ook over mijn wangen. "Gaat u mee naar het ziekenhuis?" Ik knik weer en sta op van de bank.
"Ik heb haar mobiel nodig," zeg ik. Ik moet haar ouders laten weten wat er met hun dochter is gebeurd. Ik loop achter de ambulancebroeder aan en loop de ambulancewagen in. Ik til Yara iets op en voel in haar broekzak. In een keer raak. Ik pak de telefoon en ga zitten op de stoel die me wordt aangewezen.
"Zijn er dingen die we moeten weten over haar gezondheid?"
"Ze is zwanger. Hooguit een paar weken."
"Oké bedankt," zegt de ambulancebroeder. Ik open Yara haar telefoon. Yara's wachtwoord is gewoon haar geboortedatum, dus het was niet moeilijk om dat te kraken. Ik open Yara's contacten. De wagen begint te rijden. Ik kijk naar Yara. Met halfopen ogen kijkt ze me aan. Ze glimlacht en dan vallen haar ogen weer dicht.
Ik zie dat Yara recentelijk haar moeder heeft gebeld en klik het nummer aan. Als ik ooit al Yara haar ouders zou ontmoeten, had ik zeker niet verwacht dat het onder deze omstandigheden zou zijn.
"Hey lieverd," zegt een vriendelijke stem.
"Spreek ik met de moeder van Yara?" vraag ik.
"Ja," zegt de stem na een korte stilte. "Met wie spreek ik?"
"U spreekt met Max Willemsen. De biologiedocent van uw dochter. Yara wordt op dit moment naar het ziekenhuis gebracht vanwege een overdosis. Ik weet niet of u nu in staat bent om naar het ziekenhuis te komen."
"Een overdosis? Wat... weet u wat er gebeurd is? Is het gebeurd op school. Ze zou ziek thuisblijven."
"Een overdosis slaappillen," zeg ik.
"Is ze in kritische toestand?"
"Ze is nu zwak. Ik weet niet hoe erg het allemaal is. Ik weet niet hoeveel ze heeft ingenomen."
"Ik probeer zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te komen. Was het op school gebeurd?"
"Nee. Ik kwam Yara haar huiswerk langs brengen en moest er nog een uitleg bij geven. Toen ze niet opendeed ben via de tuin naar binnen gegaan." Dat Yara zwanger is en dat we een soort relatie hebben is iets wat we later wel bespreken.
"Is ze aanspreekbaar nu?" vraagt Yara haar moeder.
"Ze knikt alleen maar. Ze heeft haar ogen nu dicht."
"Oké. Ik ben onderweg. Ik gok dat ik er met een half uur ben. Ik bel mijn man even."
"Is goed. Ik blijf tot die tijd bij Yara."
"Bedankt."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top