Hoofdstuk 17

Yara

Ik werd wakker deze ochtend en ik wist dat ik nooit een juiste keuze kon maken. Het kind houden zou voor problemen zorgen, maar het weghalen maakt me ook niet gelukkig. Ik kan gewoon geen goede keuze maken.

Ik kan niemand tevreden stellen.

Mijn ouders zijn al vertrokken naar hun werk. Ze werken beiden van van acht uur in de ochtend tot zeven uur in de avond. Ze werken voor hetzelfde bedrijf, daar hebben ze elkaar ook leren kennen. Ze vertrekken altijd al om zeven uur van huis om op tijd op werk te zijn.

Het is nu acht uur. Ik ben sowieso niet meer op tijd voor school, maar ik was eigenlijk ook niet echt van plan om nog naar school te gaan. Niet met deze misselijkheid in ieder geval. Ik loop naar de badkamer en geef over in de wasbak.

Ochtendmisselijkheid. Het afgelopen weekend heb ik elke ochtend overgegeven. Mijn ouders hebben er gelukkig niks van meegekregen. Ik ruim de kots op en loop de trap af. Ik ga op de bank zitten met een kop thee en een kleedje. Ik staar naar de tv en drink mijn thee op.

Wat moet ik doen?

Ik heb dit weekend alleen maar gedacht aan het kindje in mijn buik. Na Max zijn uitbarsting is het me duidelijk geworden dat hij het kind niet wilt. Hij zei letterlijk dat hij liever had gehad dat het niet zijn kind was. Dat hij liever wilde dat ik seks had gehad met anderen.

Ik kijk naar mijn buik, waar ik de kop thee op laat rusten.

Wat moet ik doen?

Ik loop naar de keuken en pak een zak bolletjes uit de broodlade en leg het op het aanrecht neer. Mijn kop thee zet ik ernaast. Ik kijk weer naar mijn buik.

Gek genoeg wil iets in mij dit kindje. Ik denk dat ik voornamelijk te bang ben om het weg te laten halen, maar toch is er ook een deel in mij dat benieuwd is naar dit kindje. Ik wil weten hoe hij of zij eruit ziet. Of het op mij lijkt.

Ik heb mijn telefoon al een paar dagen uitstaan. Ik wil Max vermijden. Hij heeft alles gezegd wat hij kon zeggen. De woorden die hij zei waren voor mij genoeg om te weten dat ik er hoe dan ook alleen voor sta.

Ik weet niet waar onze relatie nu staat. Alles ging goed. Een maand lang hadden we het heel leuk, maar ik gok dat daar nu een eind aan is gemaakt. Hij lijkt klaar met me.

Ik leg een plakje worst op mijn brood en klap het broodje dubbel. Ik eet het in de keuken op en zet daarna mijn bord in de vaatwasser. Ik sta een lange tijd in de keuken. Ik heb geen idee hoe ik deze situatie moet aanpakken. Ik weet niet wat ik wil, ik weet niet wie ik het moet vertellen, ik weet niet hoe mijn toekomst eruit ziet. Ik begin te huilen.

Het is raar. Ik heb een kindje in me. Ik heb het de afgelopen week constant bij me gehad, maar toch heb ik me nog nooit zo alleen gevoeld. Ik kan niemand vertellen over het kindje in me, maar over negen maanden komen ze er hoe dan ook achter. Als ik het kindje ga houden tenminste.

Ik ga op het aanrecht zitten en staar naar de grond. Ik wil ontsnappen aan alles. Ik wil niet bang hoeven zijn voor de reacties van anderen. Ik wil geen geldzorgen hebben. Ik wil niet beoordeeld worden als dat kind dat zwanger werd op haar achttiende.

Ik wil niet. Ik wil niks meer.

-

Ik zie de pillen op mijn hand. Minstens 15 pillen. Slaappillen. Ik trek het allemaal niet meer. De gedachte voor zelfmoord heeft dit hele weekend al in mijn hoofd gezeten.

Ik heb al gedacht aan alle mensen die ik achterlaat en ik weet dat het enorm egoïstisch is om ondanks het verdriet dat ik ze ga geven alsnog zelfmoord te plegen. Het punt is alleen, dat alle keuzes die ik maak ook egoïstisch zijn. Het kind houden is egoïstisch, want ik heb het kind niks te bieden, het kind wegdoen is egoïstisch want dan verkies ik anderen boven het kindje in mijn buik. Ik kan geen juiste keuze maken.

Ik wil gewoon niet weten hoe het is om vrienden en familie kwijt te raken als ze horen dat ik zwanger ben, dus moeten ze mij kwijtraken.

Ik ga op mijn bed liggen.

Ik slik de eerste pil door met wat water. Dan de tweede pil. Bij elke pil denk ik aan de belangrijke personen in mijn leven.

Mijn ouders. Ze zijn er altijd voor me geweest. Ze mochten niet denken dat ze slechte ouders zijn en ik daardoor deze daad uitvoer. Beneden heb ik een briefje neergelegd op het keukeneiland. Ik leg uit dat ik zwanger ben en niet wist wat ik moest doen. Dat ze me het beste leven ooit hebben gegeven en ik ze ontzettend dankbaar ben.

Mira. De beste vriendin die ik me kon wensen. Ik heb haar een appje gestuurd. 'Ik hou van je'. Dat is alles wat in het appje staat. Ik wil niet dat zij me vindt, dus er mag geen hint naar de zelfmoord instaan. Terwijl ik het appje stuurde werd ik door Max gebeld.

Ik stuurde hem ook een appje. Niet lang, maar wel duidelijk.

Inmiddels zijn de meeste pillen al doorgeslikt. Ik heb nog vier pillen in mijn hand liggen. Ik denk aan Milan en James. Mijn beste vrienden. Ik heb ze allebei hetzelfde appje gestuurd. 'Je bent echt de beste vriend die ik me kan voorstellen. Dank je.'

De pillen zijn nu allemaal op. Ik pak nog een paar laatste pillen. Anti-depressiva. Pillen van mijn vader, die 3 jaar terug een depressie had. Hij was overwerkt en had geen zin meer in het leven. Nu zijn alle pillen echt op.

Ik sluit mijn ogen en hoop vredig in slaap te vallen. Echter begin ik na een tijdje te kokhalzen. Ik raak in paniek en ga rechtop zitten. Ik kots gal op. Ik ga op mijn knieën zitten en leun op mijn bed.

Ik kots nog meer gal op. Ik hoor mijn naam. Ik mompel wat, maar voel mijn ogen dichtzakken. Ik blijf mompelen. Ik weet niet wie mijn naam roept, maar diegene kan me nog redden. Nu de dood dichtbij komt wil ik het niet meer. Ik leg mijn handen op mijn buik en ga op de grond liggen. Ik draai op mijn zij en kots weer.

"Yara!" hoor ik weer. Veel harder nu. Ik mompel nog wat.

Dan gaat mijn deur open. Ik voel de wind op mijn gezicht en glimlach. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top