Hoofdstuk 14
Yara
Ik heb Priscilla een appje. Ik heb me vandaag ziek gemeld voor school en kan dus niet bij Priscilla logeren. Van Max heb ik inmiddels vier gemiste oproepen. Ik meld me nooit ziek voor school, dus hij zal zich wel afvragen wat er aan de hand is.
Ik lig in mijn bed. Mijn handen op mijn buik. Netflix op mijn laptop. Mijn ouders zijn allebei op hun werk. Mijn moeder heeft me vanochtend ziek gemeld voor school, nadat ik zei dat ik ontzettende buikpijn had. Gelukkig doen mijn ouders niet zo moeilijk over ziek melden.
Ik kijk naar de big bang theory, maar ben constant afgeleid door mijn buik. Hoewel je natuurlijk nog niks ziet, zit er wel een kindje in en ik weet niet wat ik daarmee moet doen.
Moet ik het aan Max vertellen? Moet ik het aan mijn ouders vertellen? Natuurlijk. Maar hoe en wanneer? Moet ik het kind houden? Moet ik het weg laten halen? Wat moet ik doen?
Ik hoor mijn telefoon weer overgaan. Het is Max. Alweer. Ik zucht en hang hem op. Ik moet eerst voor mezelf op een rijtje hebben wat ik wil doen. Hoe ik het mijn ouders en Max wil vertellen en in welke volgorde en of ik het kind überhaupt wilt houden. Ik kijk weer naar mijn buik.
Ik heb altijd mama willen worden. Al sinds klein af aan liep ik met kussens onder mijn shirt en beeldde ik me in mama te zijn. Nu loop ik al lang niet meer met een kussen onder mijn shirt, maar het idee van mama worden leek me wel geweldig. De leeftijd is alleen niet gunstig. De situatie ook niet. Mijn docent. Ik krijg een kind met mijn docent, als ik het kind houd.
Stel ik zou dit kind krijgen, dan weet ik niet of ik het kan bieden wat het nodig heeft. Ik ben dan net klaar met mijn schooljaar, maar moet nog beginnen met een zware studie. Max zal misschien niks met het kind te maken willen hebben, of niet met mij, of allebei, maar het zou ook kunnen dat hij alles op zij zet voor dit kind. Ik weet niet of hij kinderen wilt. Daar hebben we het nog nooit over gehad. We hebben het helemaal nog niet over onze toekomst gehad.
We zijn pas een maandje 'samen', maar echt officieel is het niet. We hebben nooit echt iets officieel ervan gemaakt. We wilden kijken hoe het zou gaan en hoewel het echt heel erg goed ging denk ik dat dit kind in me roet in het eten gaat gooien. Alsof Max nu nog een relatie wilt. Wie wilt er onder deze omstandigheden überhaupt nog iets met me? Ik huil en kruip onder mijn dekens. Ik wil niet meer.
-
Ik word wakker. Ik kijk op mijn laptop voor de tijd. Het is twee uur in de middag. Ik pak mijn telefoon en zie nog meer gemiste oproepen van Max. Ik kijk direct naar mijn buik. Hij moet het uiteindelijk weten. Ik bel Max terug.
"Yara?" vraagt hij.
"Hey," zeg ik. Mijn stem klinkt nog slaperig.
"Hoe voel je je?"
"Redelijk," zeg ik.
"Hoe is het met je buikpijn? Ik hoorde van het schoolhoofd dat je ziek gemeld was vanwege erge buikpijn."
"Het gaat," zeg ik. "Ik wil je wat vragen."
"Vraag maar," zegt Max.
"Kunnen we misschien op maandag afspreken?"
"Klinkt ernstig," zegt Max. Hij moest eens weten hoe ernstig het is. "Maandag geef ik les tot twee en volgens mij ben jij mijn laatste uurtje, dus dat kan. Blijf je dan ook eten? Dan haal ik iets lekkers."
"Uhm dat weet ik nog niet," zeg ik. Ik weet niet wat zijn reactie gaat zijn. Misschien stuurt hij me wel weg. "Ik wil in ieder geval maandagmiddag met je afspreken."
"Dat kan, schatje," zegt Max. Dit is de eerste keer dat hij 'schatje' zegt. Ik voel me zo schuldig. Ik kan het niet voor hem verzwijgen tot maandag. Dat zou gemeen zijn.
"Kan het ook nu? Of geef je nog les?"
"Mijn laatste uur is uitgevallen, dus ik ben nu klaar, maar je bent ziek. Kan je niet beter eerst uitzieken?"
"Ik moet je eigenlijk zo snel mogelijk zien," zeg ik. "En zo ziek ben ik niet meer. Ik heb net geslapen."
"Ik stap nu in de auto richting mijn huis. Als je wilt kan ik je ophalen," zegt hij.
"Ik fiets wel naar je toe," zeg ik.
"Is goed. Tot zo, Yaartje."
"Tot zo." Ik hang op en app mijn moeder. Ik vertel haar dat ik me iets beter voel en heel even een wandeling ga maken. Dan pak ik mijn jas en loop ik de trap af. Ik trek mijn schoenen snel aan en stap op de fiets. Daar gaat niks.
Misschien verpest ik mijn relatie met Max. Misschien verbeter ik het. Ik weet niet wat Max van de zwangerschap gaat vinden. Ik weet zelf nog niet eens wat ik van de zwangerschap vind. Ik weet alleen dat ik nog nooit zo bang ben geweest. Nog nooit ben ik zo zenuwachtig, gestresst en bang geweest.
Nog nooit heb ik zoveel getwijfeld.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top