XXIII

Ik keek naar haar verschrikte gezicht en besefte dat ik er net zo geschrokken uit moest zien.

"Wat doe jij hier?" vroeg ik haar zacht.

Eliza kwam naast me zitten.

"Mijn huis zit hier in de buurt, dat weet je toch?"

Ik kom mezelf wel slaan. Natuurlijk, ik had het moeten weten.

Eliza keek me doordringend aan.

"Wat doe jij hier, kan ik beter vragen. Wat was je van plan?"

Ik richtte mijn ogen naar het water, om Eliza's blik te ontwijken.
Vanuit mijn ooghoek zag ik haar kijken naar het touw dat ik in mijn handen had en dat al om mijn voeten gebonden zat. Haar mond viel open.

"Wilde je..?"

Ik knikte voorzichtig en ze slikte.

"Maar waarom? Ik ken je, je bent niet de persoon om... dit te doen."

Ik keek haar nog altijd niet aan.

"Wietekes dood heeft alles veranderd. Ik ben niet meer de persoon die ik was."

Eliza schudde haar hoofd.

"Het heeft mij ook veranderd, maar ik zie dat er bij jou meer aan de hand is. Waar zit je mee, CeCe?"

Ik keek verbaasd op bij die naam. De enige die me zo noemde, was Wieteke, omdat ze wist dat ik er een hekel aan had en ze me er constant mee plaagde.
En nu zei Eliza het ook.

"Hoe weet je van die bijnaam?" vroeg ik haar verbaasd en ze glimlachte me toe.
"Wie zou het me verteld kunnen hebben?"

Ze streek één van haar dikke, goudblonde lokken achter haar oor en schonk me een lieve lach.

"Chris, je kan bij mij alles kwijt, dat weet je toch? Ik voel me net zo verdrietig over Wieteke als jij."

Ik schudde mijn hoofd.
"Dit kan ik zelfs jou niet vertellen."

Ik zag hoe de bezorgdheid op Eliza's gezicht stukje bij beetje groter werd, maar ook hoe haar vastberadenheid bleef.
"Ik weet zeker van wel."

Ik schudde mijn hoofd weer.
"Je zou me nooit meer willen zien als je dit wist."

Eliza keek me nu onderzoekend aan en in haar helderblauwe ogen speurde ik een vleugje onrust.
"Vertel het me toch maar," zei ze nu iets onzekerder dan voorheen.

Ik zuchtte diep en keek haar recht aan. Een traan liep over mijn wang, naar mijn lippen. Hij proefde zouter dan normaal.

"Ik heb Wieteke vermoord," fluisterde ik en Eliza keek me met grote ogen aan.
Ze stamelde wat onsamenhangende woorden, die waarschijnlijk een soort 'Hoe dan?' moesten vormen.

"We hadden ruzie toen het gebeurde," ging ik verder. "Ze rende mijn huis uit en ik fokte haar op, waardoor ze de straat op rende. En toen... toen werd ze aangereden."

Eliza sloeg haar hand voor haar mond.
"Is dat..?"

Ik knikte.
"Ja, dat is wat er is gebeurd."

Eliza schudde haar hoofd.
"Nee, dat bedoel ik niet... Ik bedoel... Mijn hemel, Chris, is dat echt wat je denkt dat er gebeurd is?"

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top