VIII

Uiteraard waren Wieteke en ik niet 24 uur per dag samen: zij had ook andere vrienden, zoals ik Jasper, Frido en Timo had.

Eén van hen was Eliza. Over het algemeen mocht ik Wietekes vriendinnen niet zo, maar zij was een uitzondering. Ze was de enige die aardig deed tegen iedereen: alle anderen van haar vriendinnengroep, inclusief Wieteke zelf, waren soms net katten, zo gemeen konden ze uit het niets naar iemand uithalen.

Eliza was anders. Ze was altijd vriendelijk en oprecht. Ik mocht haar graag en volgens mij mocht zij mij.

Toen ik na de rampzalige eerste lessen van de tweede schooldag tijdens de pauze weer de wc in wilde vluchten, liep ik haar toevallig tegen het lijf. Ze keek even stralend als altijd, maar in haar ogen bespeurde ik verdriet.

"Hey." Ze glimlachte naar me en ik glimlachte terug. Ik wist niet goed wat ik moest zeggen en blijkbaar merkte ze dat, dus praatte zij maar door.
"Mis je haar nog vaak?"
Ik zag dat er een brok in haar keel kwam terwijl ze de woorden zei, maar ik knikte gewoon maar en liep weer door, de wc in. Ik was niet aardig tegen haar, dat weet ik, maar ze zou over Wieteke gepraat willen hebben en dat kon ik op dat moment niet aan. Niet na wat ik gedaan had.

Door Eliza besefte ik iets nieuws: ik had niet alleen Wietekes leven van haar afgenomen, ik had ook het leven van veel mensen geruïneerd: haar ouders, haar vrienden, haar familie. Ik had van hen allemaal een stukje uit hun hart weggenomen. Ik was een vreselijk mens. Ik moest mezelf straffen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top