Quinns oor scheurt er bijna af
"Heb jij een jas of zo meegenomen? Het was net nog een woestijn en nu bevries ik."
Quinn wreef demonstratief over zijn armen en sprong van zijn ene been op het andere. Hij had een paars oversized T-shirt aan met het embleem van een skater in de rechterbovenhoek. Hij droeg altijd oversized kleren, maar vreemd genoeg beschermde dit hem niet tegen temperatuurschommelingen. Ik dacht niet dat het echt zo koud was.
"Nee, het is zomer. Natuurlijk neem ik geen jas mee."
Quinn haalde zijn schouders op. Hij viste zijn gsm uit zijn broekzak om de tijd te checken.
"Hey die tekening, mag ik die nog eens zien?"
"Welke tekening?'
"Van daarnet. Die je mij toonde."
Quinn keek weg.
"Oh, die. Die was toch lelijk."
Ik rolde met mijn ogen. Laat het maar over aan de meest getalenteerde mensen om hun werk in een tas thee te dompelen tot ze er elke smaak hebben laten uitvloeien. Dan moet je niet het lauwe theezakje in je mond steken en klagen dat je waardeloos bent. Mensen die hun thee voor de eerste keer drinken, smaken niets verkeerds. Ze bidden en smeken je zelfs om te weten waar je die blaadjes en kruiden vandaan hebt gehaald. Maar Quinn, ach. Die jongen met zijn ogen die elke lijn afspeurt tot hij een krasje of een scheve hoek vindt. Ik zou hem soms door elkaar willen schudden.
"Ben je oké? Daar is niks lelijks aan. Hey, laat eens zien."
Quinn bewoog niet, dus ik graaide zijn notitieboek uit zijn broekzak.
"Wat doe je? Stop, geef terug. Roo-han. Geef toch terug."
Maar ik ontweek zijn grijpende klauwen en belandde op de pagina die ik zocht. Er zat nog een grassprietje tussen de metalen ringetjes.
"Kijk dan. Fucking Van Gogh van onze eeuw."
Ik begon terug te bladeren. Maar nu ging hij mij echt wurgen om zijn boekje terug te krijgen. En hij confisceerde het weer.
"Iedereen kent Van Gogh. De enige kunstenaar die bestaat. De anderen kunnen evengoed nooit geschilderd hebben."
"Dat is niet waar en je weet het zelf ook. Er zijn duizenden kunstenaars waar duizenden mensen van houden. Kijk gewoon al naar je debiel grote collectie van kunstboeken."
"Maar weet je hoeveel er niet in zo'n boeken staan en nooit zullen staan? Een random kind op de hoek van een of ander dood dorp gaat niemand ooit kennen. Ook al schildert hij in zijn slaapkamertje beter dan Michelangelo en Velazquez en Klimt bij elkaar. Wie geeft een fuck om zijn schetsboeken? Oprecht, wie gaat daar ooit beter van worden?"
"Wil je een lijst horen? Oké, ten eerste: hijzelf. En nee,"
Quinn begon al tegen te sputteren, maar ik schopte hem tegen zijn voet.
"Voor je begint met janken om je nutteloze bestaan, het is niet waardeloos om iets voor jezelf te doen. Ik zweer, ook al beland je niet in fucking Amerika met een tekening in de middagzon, absoluut niemand gaat er iets aan hebben je niks tekent. Als is het maar zodat ik je schetsboek kan afpakken en jij mij slacht omdat je niet wilt dat ik het zie."
Nu was het zijn beurt om met zijn ogen te rollen.
"En waar begon Van Gogh denk je? Op een marmeren sokkel in het Louvre? Nee, hij begon te tekenen zoals elke sterveling een potlood oppakt en hij verscheurde zijn blad waarschijnlijk ook net zo vaak zoals jij. Maar guess what, hij zette door. En schilderde en leefde rotlang voordat ook maar iemand zijn naam kende. Maar ik weet niet eens wanneer hij beroemd werd! Dat moet jij weten, kunsthistoricus."
"Van Gogh pleegde zelfmoord. Hij werd like, niet eens 40. Hij verkocht niet één werk tijdens zijn leven. Rohan, voor een peptalk tegen een kunstenaar is Van Gogh het ergst mogelijke voorbeeld."
Maar zijn tanden braken door zijn lippen. Mondhoeken omhoog. En ik deed zijn schetsboek weer open in zijn bloedeigen handen, bladerde naar de tekening en wees naar de lijntjes die hij helemaal vanuit zijn onderbewustzijn op zijn blad had gespuwd.
"Kunst. Nog beter dan fucking Van Gogh. Van Gogh zou zijn oor hiervoor weer hebben aangelijmd."
Quinn volgde mijn vinger. Hij leek het te laten bezinken. Misschien zat hij zich af te vragen of hij ook zijn oor moest afzagen om in een kader in een museum te kunnen gehangen worden. Maar hij duwde het boek tegen zijn shirt en draaide zich van mij af. Dan strekte hij zijn armen en hield hij zijn tekeningen op in de lucht. Als een bliksemafleider. Als een vogelverschrikker. Ik denk dat hij de goden bad om zijn kunst te bekijken en te bevestigen dat hij niets meer dan een sterveling was en nooit Van Gogh zou worden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top