7.

"Ricky! Je bent thuis!" Hermelien komt vrolijk aangelopen. Ok hurk neer en spreid mijn armen open. Enthousiast springt ze er in en knuffelt me hard. Als ik haar terug neerzet kijkt ze met grote ogen op naar Logan. "Wie is dit?" vraagt ze, met haar kleine vingertje naar hem wijzend.
"Dit is Logan, een.. vriend van me", leg ik haar uit. Logan hurkt bij haar neer.
"Hallo, kleine meid. Wat is jouw naam?" vraagt hij lief. Hij is zo cute als hij zo doet!

Wacht, nee! Hij is niet cute!

Misschien een beetje...

Een heel klein beetje!

"Mijn naam is Hermelien", zegt ze trots. Hij lacht nog even naar haar, laat dan een hand over haar haar glijden en staat dan weer op. Hermelien rent snel weg. "Mama! Papa! Ricky is terug!" roept ze blij.
"Oh jeetje, nu gaat het komen", zucht ik. Logan komt naast me staan en slaat een arm om mijn schouder.
"Kop op, Ricky! Zo erg kan het toch niet zijn?"
"Je zou eens moeten weten", brom ik. Ja, je hoort, of leest, het goed, ik bromde! Er verschijnt een grote grijns op zijn gezicht.
"Ik denk dat ik daar snel genoeg achter kom", lacht hij.
"Ricky?" Ik hoor de stem van mijn vader achter een tent en even later komt hij aangelopen. "Oh meisje toch, ik was zo ongerust!", zegt hij, vermoeid van het lopen. Nu komt het, eerst ongerust en dan de uitbrander. "Waar heb je gezeten?! Ik had je gezegd dat je voor het avondeten thuis moest zijn!", vervolgt hij, kwader deze keer. Zie je wel? Ik zucht diep en probeer de ergernis in mijn stem te onderdrukken. Ik wil net aan mijn uitleg beginnen, maar Logan is me voor.
"Het spijt me meneer, dat is mijn fout. Ik had haar ontmoet in de stad, toen het opeens begon te onweren. We zijn samen naar mijn huis gevlucht om te schuilen", verzint hij. Nu, eigenlijk is het niet helemaal een leugen. Mijn vader kijkt verbaasd naar Logan, alsof hij hem nu pas opgemerkt had. Dan verandert zijn blik in argwaan. O-ow. Hier komt de 'je bent nog veel te jong voor een vriendje' preek. Dan kijkt hij boos naar mij. Ik weet al wat hij nu gaat zeggen.
"Excuseer ons even", zegt hij tegen Logan. Zonder op een antwoord te wachten neemt hij mijn arm vast en trekt me mee, achter een tent uit het zicht van Logan. "Wie is die jongen?", vraagt hij streng als hij mijn pols losgelaten heeft. Ik zucht nog eens diep.
"Hij is een vriend, pap", zeg ik simpelweg en haal mijn schouders op.
"Je bent zomaar met een vreemdeling naar zijn huid gegaan? Je weet toch wat ik gezegd heb! Nooit met vreemde mannen praten, en zeker niet met ze meegaan!"
"Pap, alsjeblieft! Ik ben geen kleuter meer! En trouwens, Logan is te vertrouwen", verdedig ik hem. "En als ik niet met hem mee zou geweest zijn, was ik hoogstwaarschijnlijk ziek geworden, en dat kan er nu echt niet meer bij." Zonder hem de kans te geven nog iets te zeggen loop ik weg, terug naar Logan. Ik zie hem samen met Hermelien op de glijbaan spelen. Als hij mij ziet, fluistert hij iets in Hermeliens oor en springt dan van het kleine trapje af.
"Alles goed?" Ik knik alleen maar. Ik loop vlug naar Hermelien toe.
"Als pap vraagt waar ik ben, zeg dan dat ik terug met Logan mee ben, oké?" Ze knikt en geeft me snel een knuffel.
"Tot straks", zegt ze en ze gaat weer verder met spelen. Ik draai me weer om naar Logan en zeg hem met een hoofd gebaar dat hij me moet volgen. Snel komt hij op me af gejogd. Hij kijkt me vragend aan, maar voor hij iets kan zeggen loopt ik het bos in. Ik kijk niet achterom, maar weet er bijna zeker van dat hij me volgt.  Ik stap stevig door, maar natuurlijk haalt Logan, met zijn grote passen, me al snel in. Na een paar stappen pakt hij opeens mijn arm vast, en trekt me terug, waardoor ik verplicht word te stoppen. Ik draai me naar hem om en kijk hem in zijn blauwe ogen.
"Wat ben je van plan?" vraagt hij. Ik haal alleen mijn schouders op.
"Ik wil daar gewoon weg. Mijn vader wordt altijd boos voor het minste en het irriteert me zo hard!" Ik draai me weer om en begin weer te lopen. Logan zucht alleen maar, maar komt me toch weer achterna. Er heerst een akelige stilte tussen ons.

#
 
We zijn nu al ongeveer een half uur aan het lopen, en we hebben nog steeds geen woord tegen elkaar gezegd.  Opeens schiet mijn voet weg in een put. Ik val voorover en probeer mezelf op te vangen met mijn polsen. Daardoor snij ik mijn rechterarm aan een tak van een boomstronk die ik de grond lag. Ik bijt op mijn tanden van de stekende pijn in mijn voet en arm.
"Ricky, gaat het een beetje?" Logan komt naast me hurken en pakt mijn arm vast.
"Au, au, au!" Snel laat hij me weer los en kijkt geschrokken naar mijn arm. Bloed stroomt uit de wonde en druppelt op de bladeren. Hij staat op en zet snel een paar stappen achteruit. Verward kijk ik hem aan.
"Wat is er?"
"Ik.. Het is een open wond.. Als ik te dicht kom, kan ik je besmetten", legt hij uit. Ik knik begrijpelijk. "We moeten hem ontsmetten. Kun je lopen?"
Ik probeer op te staan, wat nogal moeizaam gaat, maar wanneer mijn voet de grond raakt, gaat er een grote steek door mijn hele lichaam en zak ik weer in elkaar op de grond.
"Nee, het doet veel te veel pijn." Oh waaw, Ricky, je klinkt net als een kleuter.
"Eum.. Kun je een stuk van je t-shirt afscheuren en je arm bedekken?" Ik knik en trek zo hard als ik kan aan mijn t-shirt. Maar omdat ik maar één arm heb, lukt het me niet er iets vanaf te scheuren. Ik hoor alleen een lelijk gekraak.
"Ik heb niet genoeg kracht in mijn arm..." mompel ik een beetje beschaamd.
"Oké wacht, steek je arm zo ver mogelijk van me weg", beveelt hij me. Ik doe wat hij zegt en snel komt hij op me afgelopen. Hij trek met een beweging een strook los en legt het op mijn been. Dan stapt hij snel weer achteruit. Ik pak de doek vast en wikkel hem zo goed mogelijk, wat er nogal mongolisch uitziet, om de wonde heen. Het zit niet heel stevig, maar het kan er mee door.
"En nu?" Vraag ik hem. Hij komt terug op me aflopen en hurkt voor me.
"Ik ga je terug naar je vader brengen om die wonde te laten ontsmetten." Ik zucht diep. Een andere optie zal er wel niet inzitten zeker? Ik knik en hij kruipt dichter naar me toe. Dan legt hij zijn armen onder mijn knieholtes en mijn rug, en tilt me zonder probleem op. Hij draait zich om, en wilt net beginnen lopen als we een stem horen.
"Logan, ben jij dat?" Geschrokken draait Logan zich weer om. Wie was dat? Dan verschijnt er een jongen van achter een boom, gevolgd door een andere jongen. Ze stoppen meteen zodra ze mij zien.
"Wat the hack is dit?!" roept de ene jongen boos uit. Ik blijf naar zijn gezicht kijken. Met een schok besef ik besef ik wie er nu voor ons staan. Het zijn twee soortgenoten van Logan!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top