34.

"Hermelien, alsjeblieft. Ik weet dat je daar ergens bent", fluister ik.
We zijn ondertussen terug bij het kamp en de jongens en Mel zijn gaan jagen, op Logan na. Ik zit hier bij Hermelien die ze vastgebonden hebben. Logan ligt een paar meter achter me in het gras op zijn rug en Sindey is in de caravan. Ik kijk op als ik getoeter van een auto hoor en zie dat de groep terug is. Ze parkeren het kleine bestelwagentje en beginnen de lading uit te laden. Snel wendt ik mijn gezicht af, ik wil niet dat ik op tilt sla en meteen in de aanval vlieg.
"Jullie hebben nog mensen gevonden!", hoor ik Sindey enthousiast uitroepen.
"Ja, inderdaad. Maar het waren er niet veel meer", antwoord Kyle.
"Wat zou er gebeurt zijn?"
"Ik denk dat we aan de verkeerde kant gezocht hebben en dat de zombies de stad binnen gevallen zijn."
"Ik denk dat het beter is als we onze prooi gewoon opeten, anders moeten we nog lang wachten", hoor ik Milo dan zeggen. Nu draai ik me wel om, maar probeer mijn blik op de andere gericht te houden. Ik zie Kyle instemmend knikken. Ik slik daarentegen hoorbaar.
"Moet dat echt?", piep ik.
"Ik vrees van wel", zucht Logan.
"Ach ja, beter dat dan nog langer te moeten wachten", bromt Lucas. Ik heb hem nog nooit zo humeurig gezien.
"Breng de lijken naar de tafel. Sindey, gaat dat lukken om het vlees af te schrapen tot op het bot?" Wat voorzichtig knikt ze.
"Ik zal wel helpen", stelt Jake voor en geeft haar een geruststellende glimlach. Verlegen knikt ze weer en geamuseerd kijk ik hoe ze naar de tafel lopen.
"Daar gaat nog wat uitbloeien", fluister ik tegen Logan, die naast me was komen staan. Hij grinnikt wat als antwoord en slaat een arm om mijn schouders om me dichter tegen zich aan te trekken. Tevreden laat ik mijn hoofd tegen zijn schouder leunen. Even later komen Mel en Mike hand in hand voorbij gelopen. Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik haar aan. Als ze me aankijkt zie ik haar ogen stralen.
"Zo te zien hebben zij elkaar ook eindelijk gevonden", merkt Logan deze keer op.
"Dat werd ook eens tijd", lachte ik weer. Teder gaf hij me een kus op mijn haren.
"Eten!", riep Sindey na een tijdje. Ik trok me los van Logan en liep naar de tafel toe.

"Wat doen we nu met haar?", vraagt Sander, wijzend naar mijn zus als we klaar zijn met eten.
Iedereen zit ondertussen weer onder het bloed. Gelukkig had iedereen reserve kledij meegenomen al die dagen geleden, zodat we ons na het gevecht in het witte gebouw konden omkleden, al lijkt dat op dit moment overbodig te zijn geweest.
"We geven haar ook wat te eten", beslist Mel. Ik geef haar een dankbare blik. Ze doet wat overgebleven mensenvlees in een potje en loopt samen met mij voorzichtig naar Hermelien toe. Zo te zien heeft ze het bloed al geroken want ze is weer hevig aan de touwen aan het trekken. En terwijl ik één hand los maak schuift Mel het potje naar haar toe. Meteen gaat ze de aanval in en begint gulzig te eten. In het begin veranderde er niets, maar als haar potje op is, wordt ze weer een beetje rustig. Ze mompelt wat, al is het nog moeilijk te verstaan wat ze zegt. Dan vinden haar ogen de mijne en steekt haar hand naar me uit.
"Ricky?", hoor ik haar dan zeggen. Meteen trek ik een klein sprintje naar haar toe en sluit haar in mijn armen.
"Gaat het een beetje?" Ondertussen is ze beginnen snikken.
"Toen jij weg was, waren er vreemde mensen de parking op gelopen en ze begonnen iedereen te bijten, ook mij", zegt ze zacht.
"Waar zijn mama en papa?"
"Ik weet het niet", zucht ik.
"Kyle wilt vergaderen." Ik kijk op naar Stephan. "Hoe gaat het met haar?" Schouderophalend kruip ik recht.
"Ze is nu een van ons." Daarna draai ik me weer om naar het kleine meisje dat me angstig aankijkt.
"Ga je weg?", fluistert ze. ik buig een beetje voorover en aai over haar bol.
"Ik ga even naar de groep toe. Blijf jij hier zitten? Ik ben zo weer terug." Een beetje beduusd knikt ze. Ik geef haar nog snel een kus op haar voorhoofd voor ik Stephan naar de groep volg.
"Wat is het probleem?", vraag ik meteen.
"Ik vrees dat we weer zullen moeten verhuizen", slaat Kyle de spijker op de kop. Daarna kijkt hij me recht aan. "Als je wilt, kunnen jij en je zusje met ons mee." Ik slaak een diepe zucht.
"Is er een kans dat mijn ouders ergens in het dorp hier in de buurt zijn?" Triestig schud Kyle zijn hoofd.
"We zijn ver moeten rijden om weer leven tegen te komen. Zelf het bos is volledig verlaten. Het spijt me, Ricky." Op mijn lippen bijtend wendt ik mijn gezicht af. Ik voel hoe de tranen weer opwellen, maar ik wil niet huilen. In mij ooghoeken zie ik hoe Logan naast me komt staan en mijn hand vastpakt. Aanmoedigend geeft hij me een kneepje. Uiteindelijk wendt ik me weer tot Kyle.
"Ik zou het fijn vinden als we met jullie mee zouden mogen", zeg ik dan, en mijn stem klinkt verassend genoeg zelfverzekerd.
"Je hoorde sowieso al bij de groep, dus dat is geen probleem." Mel zet een paar stappen dichter naar me toe en spreid haar armen open en dankbaar stort ik me erin. Door haar stevige knuffel krijg ik zin om mijn tranen hun gang te laten gaan, maar ik druk het gevoel weg.
"Bedankt", snik ik tegen de hele groep als Mel we weer losgelaten heeft. Snel draai ik me weer om en begin richting Hermelien te lopen, die nog steeds braaf zat waar ik haar achtergelaten had.
"Kom Hermelien", zeg ik en steek een hand naar haar uit. Snel staat ze op en neemt mijn hand vast.
"Wat gaan we doen?", vraagt ze liefjes.
"We gaan onze spullen pakken, en gaan mee gaan met de groep", leg ik uit. "Vanaf vandaag is dit onze nieuwe familie."

___
A/n: Dit was dan het laatste hoofdstuk!!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top