5
Het was niet gek dat je me nooit zag.
Ik zat altijd verstopt in de schaduw van het grote gebouw achter me.
Met een dekentje om me heen kon ik jou vanuit dat punt perfect gadeslaan.
Altijd als ik je zag wenste ik dan dat ik met jou naar binnen kon stappen dat café in.
Dat we samen eindeloze gesprekken konden hebben aan dat houten tafeltje.
Jij met een mok thee, ik met een kop koffie.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top