Hoofdstuk 3

Raja

Eén lange minuut blijft ze besluiteloos zitten. Dan springt ze overeind en begint verwoed de aarde terug in het gat te scheppen. Ze stampt de grond stevig aan en kijkt om zich heen. Heeft iemand haar gezien? Haar lijfwacht trekt zijn wenkbrauwen omhoog en vlug legt ze een waarschuwende vinger tegen haar lippen. Met tegenzin knikt hij. Misschien dat hij haar moeder op de hoogte zal brengen, maar daar zit ze op dit moment niet zo mee. Het zal vast niet lang duren voordat iemand anders de koepel ontdekt, als ze dat al niet gedaan hebben, maar voorlopig wil ze eerst zelf op onderzoek uitgaan.

Haar armen zijn doodmoe van al het graven, maar als ze op haar klokje kijkt heeft ze nog wel even de tijd voordat de groep zich moet verzamelen. Ze klopt haar handen af aan haar broek die nog nooit zo vies is geweest en hijst schouderophalend de lege rugzak op haar rug. Ze documenteert niets en stuurt geen coördinaten door, maar prent de plek in haar geheugen en loopt dan doelbewust in een rechte lijn de heuvel af.

Er schijnt licht in de begraven koepel, dat betekent dat er stroom moet zijn. Misschien wordt de koepel zelfs nog wel gebruikt. Ze komt tot de conclusie dat er dan ook een ingang moet zijn en nu gaat ze op onderzoek uit. In een klap is het schooluitje een stuk interessanter geworden.

Met haar lijfwacht op sleeptouw begint ze aan de voet van de heuvel tussen de struiken te dwalen. Ze stampt af en toe op de grond, duwt laaghangende takken aan de kant en komt er al snel achter dat het op deze manier onbegonnen werk is. Aan de bomen te zien moet de koepel al minstens dertig jaar begraven liggen. Waarschijnlijk is het gebeurd tijdens het natuurgeweld dat losbarstte na de oorlog. Er is toen zelfs een vulkaanuitbarsting geweest, maar ze betwijfelt of lava de koepel heeft overstroomd. Onder haar voeten ligt aarde, geen steen. Ze blijft even staan en strijkt met haar vingers langs haar kin. Zou de koepel bewust begraven zijn? In een opwelling spert ze haar ogen wijd open. Misschien is hij wel onder de grond gebouwd. Meteen schudt ze haar hoofd. Als je een ondergrondse bunker bouwt, dan maak je toch geen koepel van glas om die vervolgens met aarde te bedekken? Dat vindt ze onzin.

Ze laat haar arm weer zakken en staart om zich heen. Een koepel van die omvang – ze schat dat hij een diameter heeft van zo'n tweehonderd meter – moet een ruime ingang hebben. Eerder een gebouw met een sluis dan een poortje in de wand, schat ze. Zo'n gebouw moet dan toch te vinden zijn?

Haar oog valt op een groepje bomen een eindje verderop, maar voordat ze een stap in die richting kan zetten, wordt haar naam geroepen.

"Prinses Mizani. Hé, hierzo, heb je al wat gevonden?" Het is Anisa en Raja slaakt een zucht. Het had erger gekund. Van alle klasgenootjes is Anisa de makkelijkste in de omgang. De dochter van de minister van handel maakt zich niet druk over politiek en al helemaal niet over het welzijn van een minderheid die buiten de grenzen van de metropool leeft. Ze kan met iedereen overweg, maar Raja vindt het meisje vaak erg oppervlakkig. Ze is in ieder geval niet iemand waarmee ze haar net gevonden geheim wil delen.

Als het meisje haar bereikt heeft vraagt Raja: "Waarom ben je hier?"

Anisa veegt met haar vingers, waar zwarte aarde onder de nagelriemen te zien is, door haar korte blonde haar en haalt haar schouders op. "Ik kon niets vinden en Barras doet vervelend. Wat doe jij hier?"

"Barras doet altijd vervelend," mompelt Raja, waar Anisa om moet lachen.

"Daar heb je gelijk in. Maar jij hebt dus ook nog niets gevonden? Je hebt het in ieder geval wel flink geprobeerd. Je ziet er nog erger uit dan ik." Ze wijst naar de zwarte vlekken op Raja's broek. "De andere meiden willen hun nagels niet breken en hebben het personeel aan het werk gezet. Je had Meláni moeten horen." Anisa zet een hoog stemmetje op. "Zulk werk is toch niet geschikt voor aristocraten. Ik ben het nichtje van de koningin, bla bla bla."

"Achternicht," sputtert Raja. "En ze moet niet zeuren, ik zit toch ook onder de aarde. Trouwens, mijn moeder tuiniert regelmatig, dan heeft ze heus haar staatsiegewaad niet aan."

Anisa luistert al niet meer. Ze heeft haar hoofd door het bladerdek van enkele hoge struiken gestoken en roep ineens opgewonden: "Hé prinses, kom eens kijken, er staat hier een muur."

Heel even twijfelt Raja of ze geïrriteerd moet zijn over Anisa's gebruik van het woordje 'prinses'. Kan ze niet gewoon Raja zeggen? Dat doen alle anderen ook. Ze vraagt zich altijd af of Anisa beleefd is of de draak steekt met haar titel. Wanneer de woorden echter tot haar doordringen, komt ze in actie. Met een wild gebaar duwt ze de takken aan de kant. Het zou toch niet zo zijn? Heeft Anisa nu per ongeluk gevonden waar zij naar op zoek was?

Er staat inderdaad een muur, maar er is niet veel meer van over. Grote delen zijn ingestort en wanneer beide meisjes, bijgestaan door de lange armen van de lijfwacht, het struikgewas aan de kant hebben geduwd, zien ze dat de muur ooit onderdeel was van een klein vierkant gebouw.

"Zou hij tijdens de aardbeving zijn ingestort? Ik zie nog niet zoveel mos als bij andere ruïnes," vraagt Anisa zich af. Ze krabt met een nagel wat groen van een baksteen en bekijkt het alsof het antwoord er misschien op te lezen staat.

Raja reageert niet en loopt, zo goed en kwaad als het kan, naar de hoek van de muur. Aan de hand van de ligging van de koepel zou de ingang hier ergens moeten zijn, denkt ze. Haar klasgenootje zou wel eens gelijk kunnen hebben. De koepel is dan wel ouder, de instorting van dit gebouw heeft niet zo lang geleden plaats gevonden. Er is een dwarsbalk omgevallen waardoor ze niet verder kan lopen en wanneer ze eraan begint te trekken, vallen er wat brokjes steen omlaag. Meteen wordt ze achteruit getrokken door de lijfwacht.

"Het is maar wat zand, stel je niet aan," zucht ze, maar wanneer ze terug wil lopen, schiet de man langs haar heen. In haar plaats trekt hij na een paar stevige rukken de balk aan de kant. Zijn bruine haar is nu wit van het gruis en Raja slaat een hand voor haar mond om een lach in te houden.

"Dankjewel," weet ze nog net uit te brengen. Naast haar is Anisa in lachen uitgebarsten.

Nu de hal naar de opening is vrijgemaakt, kunnen ze de deur zien liggen. Er ligt een berg aarde voor en op de plaats waar het slot moet hebben gezeten is een stuk muur ingedeukt. Zouden ze de weg vrij kunnen maken? Raja wil dolgraag naar binnen om te weten waar dat licht vandaan komt.

Achter haar vraagt Anisa nieuwsgierig: "Waar leidt dit naartoe? Waarom is hier een deur? Is het soms een liftschacht? Is hier een bunker?"

Zou ze het vertellen? Raja klemt haar lippen op elkaar terwijl ze haar schep tevoorschijn haalt. Ach, waarom ook niet? Als het lukt om de deur te openen, zal Anisa het toch zien en als het hen niet lukt zal Anisa met geen mogelijkheid haar mond houden en dan zal het archeologische team er verder onderzoek naar doen. Het is beter om het meisje nu nieuwsgierig genoeg te maken zodat ze wil helpen om de deur nu open te krijgen. Raja betwijfelt of ze anders nog de kans krijgen om de koepel in te gaan.

"De heuvel is een koepel. Een koepel van glas die bedolven is door aarde. Ik groef een gat en zag licht branden, dus ik hoop dat dit de ingang is zodat we kunnen kijken wat er binnen is."

Het lukt. Aan de oplichtende ogen van Anisa ziet ze dat die helemaal in is voor een avontuur. Het meisje trekt haar eigen schep tevoorschijn en begint de berg aarde weg te scheppen. Voordat Raja haar kan helpen, trekt de lijfwacht echter haar schep uit haar handen en bromt: "Laat mij maar. Uw moeder vermoord me wanneer dit instort en u begraven wordt."

Hoofdschuddend doet Raja een stap achteruit. Wat moet zij dan doen? Armen over elkaar en toekijken? Na een tijdje loopt ze een stukje terug en bekijkt de plek waar de muur is ingedeukt. Er is een boom omgevallen, dat heeft ervoor gezorgd dat de stenen naar binnen zijn geduwd. Hier aan de buitenkant kan ze er helaas niets aan doen.

Ze keert om en schuifelt weer terug naar de ingang, waar haar lijfwacht en Anisa intussen de deur aardevrij hebben gemaakt. Anisa rammelt aan de deurklink, maar die geeft niet mee. Hij zal wel op slot zitten. "Wat denk je, als we deze stenen eruit wippen, zal dan het gebouw instorten?" vraagt ze, met een hand tegen de uitstekende bakstenen.

Raja voelt een rilling over haar rug lopen. Daar zit ze niet op te wachten.

Plotseling krijgt ze een idee. "En als we nou een stuk aarde net naast het gebouw weggraven? Erachter zit alleen maar glas, dat kunnen we vast wel breken?"

Anisa is helemaal voor het plan, maar de schouders van de lijfwacht zakken. Toch zegt hij niets. Raja heeft niet vaak van dit soort avontuurlijke ideeën. Ze verdenkt hem ervan zelf ook nieuwsgierig te zijn. Heel even is ze op zoek naar zijn naam. Hij is een luitenant in het leger, maar hoe heet hij ook alweer?

Met zijn drieën lopen ze het gebouwtje uit en volgen de buitenmuur totdat struiken hun weg belemmeren. Met de scheppen gaan ze de struiken net zolang te lijf totdat er een groene wand zichtbaar wordt die zachtjes glooit. De vorm van de koepel is hier veel duidelijker dan de plek waar Raja was afgedaald. Dat geeft haar goede hoop dat de laag aarde hier dunner is.

Anisa en de lijfwacht zetten hun scheppen in het gras en Raja helpt door de grote kluiten opzij te gooien. Na een tijdje, wanneer ze alle drie moe en bezweet zijn, is er een klein stukje glas zichtbaar. Ze nemen even pauze om wat te drinken en dit keer grijpt Raja de schep voordat Anisa het kan doen. Het meisje vindt het prima en begint de aarde onder haar nagels vandaan te pulken.

De lijfwacht is veel sterker dan zij, maar ze doet haar best en samen krijgen ze het voor elkaar om een gat vrij te maken waar een persoon doorheen zou moeten passen. Mits ze het hen lukt om het glas te breken. Het is donker binnenin de koepel en zelfs als ze er met haar zaklamp tegenaan schijnt ziet ze niets. Raja knijpt haar ogen samen en propt de zaklamp terug in een van de vele zakken van haar werkjas. Dan beweegt ze haar armen met de schep zo ver ze kan naar achteren en net als ze een flinke klap op het glas wil geven, breekt het in honderden scherven uiteen.

Geschrokken deinst ze achteruit. Dat kwam vanuit de binnenkant. Binnen in de koepel is er iets tegen het glas geslingerd waardoor het brak. Iemand binnen in de koepel heeft het glas gebroken en op die manier een opening gemaakt.

Ze zuigt haar adem in en klemt haar handen met witte knokkels om de schep. Hoe het mogelijk is weet ze niet, maar er is iemand binnenin de koepel.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top