Hoofdstuk 16
Raja
Raja is de hele dag rusteloos geweest. Haar moeder was nog steeds druk met het verbergen van de waarheid en het kwam haar eigenlijk wel goed uit dat ze haar niet tegen het lijf liep. Ze weet niet of het haar gelukt zou zijn om niet te gaan schreeuwen over haar nieuwste schokkende ontdekking.
De nacht duurt lang en ze kan haar draai niet vinden. De map, die ze van dokter Easun heeft meegenomen – ze heeft niet om toestemming gevraagd – kent ze inmiddels van buiten en de ogen van de vrouw op de foto achtervolgen haar zelfs tot in haar dromen. Ondanks dat ze dit keer de hele nacht onder haar comfortabele donsdeken heeft gelegen, voelt ze zich niet meer uitgerust dan de nachten ervoor.
Ze besluit haar kennis nog even voor zich te houden. Er is iets wat ze per se wil doen en ze weet zeker dat, als ze haar moeder nu confronteert met haar kennis, ze de map en de foto nooit meer terug zal zien.
Tijdens het ontbijt luistert ze zwijgend naar de korte samenvatting die haar moeder geeft over wat er gaat gebeuren met de vondst in de koepel. "We hebben besloten de documentatie te vernietigen." De koningin kijkt haar dochter onderzoekend aan. "Je hebt niets meegenomen, toch? Alles is daar gebleven?"
Raja kijkt op van haar bord met roerei en liegt glashard: "Ja."
"Heel goed. Al het bewijs van de ... experimenten zal verdwijnen. Misschien dat je het belang daarvan nu nog niet inziet, maar later zul je begrijpen dat dit de beste keus is."
Ze betwijfelt het, maar eet uiterlijk kalm verder. In de afgelopen dagen heeft ze een kant van haar moeder leren kennen die ze liever nooit had gezien. Ze had altijd geloofd dat verkeerde beslissingen alleen genomen werden door mannen als Berus Ker.
"Jij en je klasgenoten krijgen een paar dagen respijt van school. Dit om jullie ervan te weerhouden over dit onderwerp door te praten. Ik neem aan dat je weet dat het nooit meer ter sprake gebracht mag worden?" De scherpe klank in haar moeders stem weerhoudt haar van het geven van commentaar, maar Raja was toch al niet van plan te praten met haar klasgenoten over wat ze heeft meegemaakt.
"Zij krijgen op hun beurt de kans om de komende dagen hun vragen aan mij of de raad te stellen en daarmee zal het onderwerp afgesloten worden."
Raja breekt bijna haar kiezen doordat ze haar kaken zo hard op elkaar klemt. Ergens had ze gehoopt dat ze samen met haar moeder sterk kon staan voor gerechtigheid. Zij tweeën tegen de raad. Nu ziet ze in dat ze haar bondgenoten ergens anders moet zoeken.
Zodra ze klaar zijn en haar moeder aangeeft dat ze vrij is om te gaan waar ze wil vandaag, maar dat ze verwacht dat ze zich na het weekend weer zoals vanouds richt op haar schoolwerk, gaat ze op zoek naar Per.
Vlak voordat hij haar had afgeleverd bij haar vertrekken, had haar lijfwacht haar op het hart gedrukt vooral niets onbesuisds te doen. Ze hoopte daarom dat ze hem kon overtuigen haar te vergezellen, zodat hij haar er achteraf niet mee om de oren kon slaan.
Ze vindt Per in de keuken. Zodra hij haar ziet staakt hij zijn gesprek met enkele collega's. Ze hoeft niet eens iets te zeggen. Hij loopt voor haar uit naar een van de zijingangen van het paleis.
"Ik ga op zoek naar de vrouw van de foto," gooit ze eruit, voordat hij een woord kan zeggen.
Per slaakt een diepe zucht. "Ik kan Uwe Hoogheid zeker niet op andere gedachten brengen?"
Vastberaden schudt ze haar hoofd. "Zij heeft mijn leven gered. Ik ben haar familie heel wat verschuldigd."
Ze ziet aan zijn gezicht dat hij betwijfelt of ze überhaupt nog leven en vreest hetzelfde. Toch moet ze het proberen. Ze weet ook precies waar ze gaat zoeken, maar net wanneer ze wil voorstellen om samen te gaan zegt Per: "Wees voorzichtig en doe niets overhaast."
"G-ga je niet met me mee?"
Hij schudt resoluut zijn hoofd. "Ze zullen je niet willen spreken als ik erbij ben en ik ... ik heb een andere missie. Het spijt me, Uwe Hoogheid. Ik heb een hoop te verantwoorden wanneer ik weer terugkom, maar u heeft me ervan overtuigd dat er bepaalde zaken zijn die belangrijk genoeg zijn om alles voor te riskeren."
Raja begrijpt er niets van, maar haar lijfwacht blijft niet staan om uit te leggen wat hij bedoelt. Ook wacht hij ditmaal niet op toestemming om te vertrekken, maar loopt met grote passen van het terrein af. Ze snuift en haalt vervolgens haar schouders op. Ook goed, dan doet ze het wel alleen.
---
Het voelt een beetje vreemd om door de voordeur te lopen op haar gympen, die ze vlug onder de struik vandaan heeft gehaald, en met haar rugzak over haar schouders. Ze heeft constant het gevoel dat iemand haar elk moment kan terugfluiten.
Ze laat zich met een auto naar het station brengen en tuurt over het perron. Een beetje teleurgesteld stapt ze op het laatste nippertje in de maglev en meteen geeft ze zichzelf op de kop. Wat had ze verwacht, dat de wisselaar op haar zou staan wachten? Hij is van haar weggevlucht, waarschijnlijk zal hij haar koste wat kost uit de weg gaan.
De trein zet haar af bij de haven, maar al snel krijgt ze door dat ze daar haar tijd verdoet. De helft van het terrein is afgezet en ze schrikt wanneer ze ontdekt hoe dat komt. Grote grijze wolken kolken als een stomende massa vanaf het dek van een zwartgeblakerd schip. Er is geen vuur meer te zien, maar er wordt nog steeds geblust. Ze is vergeten naar het nieuws te kijken vanochtend. Wanneer is dit gebeurd? Vlug scant ze haar communicatiemodule op de meest recente berichten. Een rilling loopt over haar rug als ze begrijpt dat dit een daad is van wisselaars. Stel dat zij gisternacht over het terrein had gelopen, op zoek naar de verdwenen jongen, zou haar leven dan in gevaar zijn geweest?
Binnen in haar vechten twee emoties om voorrang. Woede om wat het ene volk het ander blijft aandoen ten koste van levens en materiaal, tegenover een soort plaatsvervangende tevredenheid. Over die laatste schaamt ze zich een beetje. Ze begrijpt het verlangen om wraak te nemen heel goed, maar toch blijft het verkeerd. Gelukkig zijn er geen slachtoffers gevallen bij wat een helse klap moet zijn geweest op het anders altijd zo stille, nachtelijke terrein.
Ineens vraagt ze zich af of de jongen erbij is geweest. Zo ja, betekent dat dan dat hij zijn familie, zijn volksgenoten, heeft gevonden? Ze zullen hier wel niet meer zijn. Het is veel te gevaarlijk met al die politie die willekeurige bloedproeven uitvoert. Ze fronst en kijkt wat beter naar de samenwerking tussen zwarte uniformen en witte medische overalls. Sinds wanneer doen ze dat?
Haastig begeeft ze zich naar een scherm met maglev-vertrektijden en een beetje willekeurig kiest ze een volgende bestemming uit. Een handjevol overgebleven wisselaars zal zich vast niet midden in het centrum verstoppen, maar ze denkt niet dat de rebellen in de wouden rondom de metropool wonen. Dus kiest ze een station aan de andere kant uit en probeert er niet al te verdacht uit te zien terwijl ze langs het controlepunt loopt. Een politieman werpt een blik op haar, controleert zijn module en kijkt dan weer de andere kant op. Zou hij haar herkennen? Ze draagt vandaag geen oude kleren, maar een normale dagelijkse outfit. Geen lange japon van zijde, maar ook geen versleten hoodie met de kap over haar lange haar. Ze haalt haar schouders op. Vandaag heeft ze toestemming om rond te dwalen. Het enige verschil is dat er normaal een lijfwacht bij haar in de buurt is en nu niet.
---
Op het station aan de andere kant van de metropool koopt ze een broodje en gaat ze op een bankje zitten. Er lopen tientallen mensen langs die allemaal een bestemming hebben. Maken zij zich zorgen over de aanvallen van de wisselaars? Denken zij na over de onrechtvaardigheid van het jarenlang onderdrukken van een volk? Raja laat haar schouders zakken. Waarschijnlijk niet, misschien is zij wel de enige die op wil komen voor de rechten van een minderheid.
Al kauwend staart ze voor zich uit en net als ze van plan is om dan maar een beetje door dat deel van de stad te gaan dwalen, ziet ze een flits zwart haar. Het is anders gekapt, maar de witte huid eronder is onmiskenbaar dat van een wisselaar. Heeft ze een tweede persoon gevonden die zich onzichtbaar kan maken?
Ze springt overeind, propt de rest van haar broodje terug in de papieren zak en in haar tas en zet het op een rennen. Ze mag de wisselaar niet uit het oog verliezen. Zijn benen zijn langer en al snel is ze buiten adem. Hij holt een hoek om en heel even is ze hem kwijt, totdat hij ineens bijna tegen haar opbotst wanneer hij een gebouw uitschiet. In zijn armen houdt hij een krat vol sinaasappels die hij nog net weet vast te houden bij het uitwijken. Wel botst hij daarbij tegen de muur van het pand ernaast en een rode vlek vormt zich op de lichtblauwe stof van zijn trui.
Raja knippert verbaasd met haar ogen. Het is dezelfde jongen. Hij draagt nieuwe kleren en zijn haar is in de bekende morf-stijl gekapt. Aan één kant opgeschoren tot zwarte stoppels waardoorheen een patroon van kriskras geplaatste strepen lopen. Hij is nog steeds veel te mager, maar ziet er al stukken beter uit.
Zodra hij doorheeft wie hem staat aan te staren, keert hij zich met een ruk om. Hij negeert de wond op zijn arm en spant zijn spieren, klaar om weg te rennen. Hijgend weet Raja nog net uit te brengen: "Wacht, wacht op mij, ik moet je iets laten zien."
Ze ziet zijn trillende armen en hoort zijn gejaagde ademhaling. Zijn hoofd draait naar links en rechts, maar de straat is vrij afgelegen en er is niemand in de buurt. De kist met sinaasappels is echter een bewijs dat het misschien toch niet zo'n goed plan is om hier te blijven staan en dus trekt Raja de stoute schoenen aan.
Ze grijpt de jongen bij zijn goede arm en trekt hem een steegje in. Zijn ogen staan wild, maar hij verzet zich maar een beetje. In de schaduw van het flatgebouw, waarin blijkbaar nu iemand een krat sinaasappels armer is, opent ze haar rugzak en trekt de foto eruit.
Er is weinig licht. De zon is alweer aan de dalende helft van zijn baan begonnen en Raja weet dat ze nog maar weinig tijd heeft voordat ze een oproep krijgt om terug naar huis te komen. Ze vraagt zich kort af of het het lot is dat hen steeds maar weer blijft samenbrengen, maar concentreert zich dan op het hier en nu. Ze kijkt van de foto van de vrouw wiens bloed haar leven heeft gered, waardoor ze nu de jongen kan zien die waarschijnlijk nog steeds zijn gave gebruikt, naar de rode vlek op zijn arm, waar ze echt iets aan moet doen. Als laatste richt ze haar blik op het gezicht van de wisselaar die met een blik vol afgrijzen staart naar het kleine plaatje in haar hand en met raspende stem één woord spreekt.
"Mama?"
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top