Woestijnkind
Er staan drie soldaten in ons huis. De grootste houdt mama tegen de muur, haar armen boven haar hoofd. Zijn been tussen de hare. Haar haren hangen over haar schouders. Ze huilt. Ik duw Nineves gezicht in mijn borst. Zou ik mijn ogen sluiten? Eén van de soldaten die papa vasthouden, kijkt naar me. Zijn ogen zijn zwart, donkerder dan de lucht buiten.
De grote soldaat trekt mama's kleed op. Hij ... Ik knipper niet, knipper veel. Mama kreunt.
Ik kijk naar papa. Hij staart naar mama. De man met de zwarte ogen slaat hem. Hij bloedt uit zijn neus en mond. De soldaat veegt zijn hand af aan zijn broek. Er zitten al vlekken op.
Mama zakt op de grond: eerst haar knieën, dan haar buik, dan haar armen. Haar haren liggen over haar gezicht. De soldaat keert zijn rug naar haar.
Papa strompelt naar voren en valt bijna. De twee die hem vasthouden, rukken zijn broek naar beneden. Ze openen hun eigen broek. De soldaat met de zwarte ogen grijpt papa's heupen. Hij ... Papa maakt een geluid diep in zijn keel. Ik kijk naar mama en hou mijn hand over Nineves oor.
De soldaat die mama ... Hij lacht. "Laat die christenhond het maar voelen!"
Mijn ogen schieten naar papa. Nu doet die andere soldaat ... Niet kijken. Niet kijken.
Heer, help ons alstublieft. Help Uw kinderen. Ik smeek U.
***
Mijn keel is droog. Mijn tong ook, en mijn maag. Alles. Het brandt. Als ik ook maar één druppel water had, kon ik blussen. Of twee, of drie. Of een hele ton. Een ton vol water zou zalig zijn.
De zon verschroeit mijn huid, maar het zand is erger. Het zit overal, zelfs in mijn mond. Het snijdt in de huid rond mijn ogen en in mijn benen en het is als duizend gloeiende naalden in de open wonden op mijn voeten.
***
De lijken langs de weg houden wat zand tegen. Er cirkelen gieren boven ons. Ze hebben honger. Ik ook.
***
Mama is dood. Ze viel. Niemand stopte. Ik huil niet. Ik heb elke druppel vocht nodig.
Ze gaf mij haar eten. "Ik wil jou niet ook zien sterven", zei ze.
***
We stoppen. Alle mannen moeten meekomen. Ik ben nog geen man.
Ze graven een gracht. De Turken kijken toe. Hun geweren zijn de zwepen van de Egyptenaren, wij de Joden van toen. Wij trekken ook door de woestijn, maar God heeft ons nog niet bevrijd.
"Liggen!" buldert een officier. De mannen gaan in de gracht liggen, op hun buik. De Turken lopen achter hen langs. Duwen wie nog staat, in de gracht. Sommige mannen liggen naast de gracht. Ze zijn al dood.
De geweren donderen. Wij kijken. God zal ons wreken.
***
Ik zie mama voor me lopen. Ze flikkert. Ik versnel. Struikel. Nee, niet vallen. Dan maar terug in mijn eigen tempo.
***
De rivier ligt vol met lijken. Zag de Nijl er ook zo uit toen Mozes die in bloed veranderde? Ik drink er toch van. Water is water.
Ik slaap op de grond. De nachten zijn koud, maar de vrouw die vroeger op de markt kleden verkocht, laat me bij haar en haar dochter slapen. Zij zijn Armeens, ik Assyrisch. "We zijn allemaal christenen hier", fluisterde de dochter.
We bidden samen. Ik vraag niet naar hun naam.
***
De Turken lopen door ons kamp. Iemand grijpt mijn arm en sleurt me mee. Vrouwen huilen. Voor me lopen twee meisjes. Ze lijken op Nineve.
De Turken trekken een jongen zo groot als ik uit de armen van een oude vrouw. Wij zijn de oudsten.
We stoppen op de oever van de rivier. Een soldaat duwt een jongen op de grond. En nog een. Ik ben de derde. Er zit zand in mijn ogen. Iemand ademt in mijn nek.
De soldaten gooien nog kinderen op ons. Ze snikken. Boven me, en daarboven. Naast me. Ik niet. Ik ben al leeg.
Tussen de armen en hoofden en voeten voor mij zie ik hoe de zon weerkaatst op zwaarden en bajonetten. Ik draai mijn hoofd opzij.
Iemand krijst. En nog iemand. Een zwaard gaat recht naar beneden, dwars door een meisje. Het stopt net boven de nek van de jongen naast mij. Het regent bloed op hem. Op ons. Niemand ademt in mijn nek. Ik ben stiller dan de doden.
***
Het is donker. Er zit bloed in mijn oren en in mijn kleren en tussen mijn vingers en mijn tenen. Mijn hart bonkt. Te luid. Misschien kunnen de Turken het in hun tenten horen. Stiller. Trager. Adem.
Zou ik bloed kunnen drinken?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top