Terwijl ik een beetje uit het raam staar en ondertussen wat slokjes neem van de koffie, zie ik dat een man boos opstaat. Hij loopt naar jou toe en begint te schreeuwen. Hij heeft het over zoute koffie. Ik zie de wanhopige blik in je gezicht. Je probeert je excuses aan te bieden maar hij loopt weg. Je staat er verslagen bij. Ik heb medelijden met je. Kon ik je maar naar je toe gaan en troosten.