Zomer
Terwijl de wind mijn haren naar achteren laat waaien en ik heel erg blij ben dat het net niet hard genoeg waait om mijn rok vast te moeten houden, loop ik het schoolgebouw binnen. Ik ben niet per se een grote fan van school, maar ik vind het ook niet het ergste op de wereld. Ik maak er gewoon het beste van en vrienden helpen daar een heel stuk bij. Vooral de vrienden waarmee je onder de les spelletjes kan spelen. Die zijn de beste.
Ik loop naar de tweede verdieping, waar mijn kluisje zich bevindt, echt geweldig. Verplicht elke dag vier trappen oplopen om alleen maar naar je kluisje te gaan. En dan beginnen mijn lessen meestal ook nog op de begane grond. Ga je eerst vier trappen op, kun je ze daarna meteen weer af. Als docenten nou iets minder streng waren op het beleid 'geen jassen in de klas' hoefde ik niet elke ochtend naar de tweede verdieping. Nou wil ik niet zeggen dat mijn conditie nul is, maar hij is ook niet de beste en daarbij zijn trappen gewoon heel erg stom. Dus zouden we het helemaal niet moeten vergelijken met een goede conditie of niet. Trappen zijn stom zou genoeg moeten zijn om een hekel hieraan te hebben.
Bij mijn kluisje aangekomen, laat ik mijn tas er bovenop ploffen, het enige handige aan niet zulke hoge rijen kluisjes en het bovenste kluisje hebben. Met mijn sleutel open ik het kluisje en prop mijn jas erin. Daar zijn kluisjes trouwens ook veel te klein voor. Boeken en een jas past echt amper.
"Hey Amélie," roept Evy vanaf de andere kant van de gang. Met rode wangen komt ze naast mij staan en opent ook haar kluisje. "Het waaide echt veel te hard om te fietsen. En dan kwam ik ook nog te laat weg, waardoor ik keihard moest fietsen. Echt, ik ben dood en de dag moet nog beginnen."
Zachtjes begin ik te lachen. "Tja, plannen blijft lastig. Maar één geluk, de laatste twee uur valt uit, dus we zijn al om één uur vrij."
"Serieus," brengt Evy blij uit - en hard, vooral ook zeer hard. "Oh mijn god, ja, geen twee uur aardrijkskunde. Dit is het beste nieuws van vandaag. Waarom heb ik deze melding niet al veel eerder gezien?"
Ik haal mijn schouders op. "Het is pas een paar minuten bekend, dus dat zou wel lastig zijn tijdens het fietsen. Daarbij betekent dat wel dat we een hele middag vrij hebben en het is donderdag, dan krijgen we nooit echt huiswerk mee. Dus zullen we de stad in?"
Evy begint hevig te knikken. "Ja, dan kunnen we eerst eten bij dat ene café en daarna nog wat shoppen. We moeten Jaelyn en Bruno ook meevragen."
"Natuurlijk, die heb ik misschien ook al geappt en ze gaan mee."
"Je bent gewoon de beste," grijnst Evy.
"Dat weet ik toch."
Evy geeft mij een stoot tegen mijn arm en pakt haar tas weer op. "Nou niet meteen je ego door het plafond laten gaan."
Lachend schud ik mijn hoofd en loop achter Evy aan naar Nederlands. De meest vrije lessen die we hebben. Bij Nederlands werkt iedereen gewoon zelfstandig en is er maar één dag in de week uitleg. Het is echt super fijn. En als je dus gewoon thuis al je huiswerk doet, kun je in de les spelletjes doen met je vrienden. Iets wat wij sowieso elke donderdag doen.
Bij het klaslokaal zien we onze klas al wachten en Evy snelt naar Jaelyn en Bruno toe. Ik blijf gewoon rustig lopen en leun tegen de muur aan, terwijl Evy al haar plannen voor vanmiddag deelt met de andere twee. Evy heeft altijd zoveel plannen, al hebben we niet genoeg tijd in één middag om dit allemaal te gaan doen. Haar plannen zijn namelijk ook heel vaak een beetje te veel voor de tijd die we hebben. Wel zijn ze heel leuk en creatief en helpt het ons heel erg om te besluiten wat we gaan doen met elkaar.
"Ik zie dat je Evy hebt verteld over je plan om naar de stad te gaan?" lacht Jaelyn. "Het laat mij wel meteen weer realiseren waarom je het niet wilde appen. Dan was ze nu nog steeds niet op school geweest en alleen maar ideeën aan het appen in de groepsapp."
Evy slaat haar armen over elkaar heen en kijkt Jaelyn gemaakt boos aan.
"Het blijft wel een hele leuk eigenschap," zegt Bruno. Met zijn vingers maakt hij van Evy haar mond een glimlach en blijft die even vasthouden. Iets wat Evy niet geheel erg vindt, wat ook niet raar is gezien de situatie. "Zie, nu vind je het zelf ook een leuke eigenschap."
Evy barst in lachen uit en leunt daarna een klein beetje tegen Bruno's schouder aan. Onze Nederlands docent komt er ook aangelopen en opent de deur. De klas strompelt naar binnen en als laatste volgen wij vieren.
"En, wat voor spel gaat het vandaag zijn?" vraagt onze docent vrolijk.
"Daar zijn we nog niet helemaal overuit, maar we denken aan galgje of onze vorm van Scrabble. Natuurlijk wel met woorden van de leerstof erin," antwoordt Jaelyn, waarna onze docent goedkeurend knikt. Als hij langsloopt lijkt het ook echt alsof we de woorden van de lesstof gebruiken - en soms doen we dat ook echt - maar meestal gebruiken we daarbuiten eigen woorden.
We nemen plaats achterin het lokaal, naast de grote ramen en de verwarming. Jaelyn en ik draaien gelijk onze stoelen om zodat we tegenover de andere twee zitten. Bruno neemt een groot schrift uit zijn tas en slaat die open op een lege bladzijde. Dit is ons zeer speciale 'Nederlands spelletjes' schrift.
Bruno begint gelijk streepjes te zetten bovenaan de pagina. We beginnen dus met galgje.
"Ik zie dat Bruno gelijk goed van start wil gaan," grapt Jaelyn. "Vijftien letters, en dan vraag je aan ons dat te raden? Wij faalden nog bij het woord 'kapper'."
Bruno blijft ons neutraal aankijken. "Het is niet zo'n moeilijk woord. Ik heb wel vertrouwen in jullie drie."
"Oké, dan begin ik wel," zegt Evy, terwijl ze wat meer naar de tafel buigt. "Een 'e' zit die erin?"
Bruno schudt zijn hoofd en tekent de eerste lijn van onze galg, waar we over een paar beurten aanhangen. Geloof me, Bruno is de enige die goed is in dit spel. Wij drieën zien het woord nooit, totdat het er echt staat.
Net wanneer Jaelyn haar mond open wil doen om een letter te zeggen, wordt de deur van ons klaslokaal hard opengemaakt. Hij slaat nog net niet tegen de muur aan. In de deuropening staat een jongen van - ik denk - onze leeftijd.
"Krijgen wij een nieuwe leerling in de klas?" fluistert Evy. "Daar heb ik niets over gehoord. Zelfs niet in de wandelgangen."
Jaelyn schudt haar hoofd. "Ik heb ook geen idee."
Onze Nederlands docent klapt een keer in zijn handen. "Mag ik heel even de aandacht. Zouden Jaelyn en Emelie ook even willen omdraaien."
"Amélie, meneer," antwoord ik snel, terwijl ik mij omdraai. Zelfs na al die jaren doet hij het nog verkeerd. Waarom verbeter ik hem eigenlijk nog? Hij leert het toch niet. Misschien wil die het gewoon niet leren.
"Juist ja, ik zal het de volgende keer proberen goed te doen," zegt onze docent, terwijl hij zich op de jongen richt die nu voor de klas staat. "Dit is Christiaan en hij is hier een week geleden naartoe verhuisd en zal de rest van het schooljaar in jullie klas komen. Gelukkig werkte hij op zijn vorige school met dezelfde methodes, dus kan hij meteen goed met jullie meedoen."
De jongen houdt zijn handen in de zakken van zijn leren jasje en kijkt zelfverzekerd de klas in. Al heeft zijn blik ook iets van een 'wat doe ik hier' in zich. Al ziet hij er ook niet per se uit als een type die graag naar school gaat. Het is meer een Zed die meer spijbelt dan op school is.
"Wil je jezelf nog voorstellen?" vraagt onze docent vriendelijk. Ook al weet de hele klas al dat niemand zich zo vrijwillig wil voorstellen voor de klas. Toch blijven ze van die dingen proberen, ook elke keer dat je in een nieuwe klas zit. Ze leren gewoon echt nooit dat niemand het leuk vindt.
"Nee," antwoordt hij kortaf.
"Nou, dat is ook goed. Zoek maar een plek uit in de klas. Vandaag werken we zelfstandig, dus je kan gewoon verder werken aan hoofdstuk vijf."
De jongen - Christiaan - knikt even kort en loopt daarna met grote, zelfverzekerde passen naar het tafeltje voor mij en Jaelyn. De rest van de klas begint weer te werken en ik draai mij weer om richting Bruno.
Al voel ik niet veel later iemand op mijn schouder tikken. Snel draai ik mij weer om en kijk de nieuwe jongen aan. "Emelie," begint hij met veel nadruk op de verkeerde uitspraak van mijn naam. Ik weet zeker dat hij het expres doet. "Heb jij boeken bij je?"
"Ik heb mijn boeken bij me, maar ik weet niet of Emelie ook boeken heeft. Die zit namelijk niet in onze klas," antwoord ik serieus. Al vindt die nieuwe jongen het blijkbaar extreem grappig.
"Volgens mij zei de docent toch net echt Emelie, maar goed dan, Amélie. Heb jij boeken bij je van Nederlands die ik even mag lenen?" vraagt hij dan super lief.
Ik zucht even. "Ja, die heb ik. Maar echt, als je ze ook maar verpest, vermoord ik je."
"Natuurlijk, Emelie."
"Amélie," sis ik tussen mijn tanden door, terwijl ik naar mijn tas buig en mijn boeken van Nederlands eruit haal.
Ik handig ze aan de nieuwe jongen. "Ik weet hoe ze eruit zien, dus je bent maar beter voorzichtig, Christiaan."
"Mijn naam is Chris."
Een kleine grijns vormt zich op mijn gezicht. "Volgens mij zei de docent net toch echt Christiaan."
Hij pakt mijn boeken aan en draait zich om naar zijn tafel. Heb ik nu gewoon een beetje gewonnen? Zo zeggen ze dat toch altijd in boeken. Dat je een gesprek hebt gewonnen als de ander niets meer terug zegt.
Zodra de bel gaat, begint iedereen meteen zijn spullen bij elkaar te rapen en de klas uit te lopen. Ik pak mijn tas van de grond en zet die op mijn tafel, terwijl de nieuwe jongen nog druk bezig is met mijn boeken. Ik had hem echt niet als een soort studiebol gezien.
Hij stopt zijn pen in de binnenzak van zijn leren jasje en staat dan op van zijn stoel. Met een grijns geeft hij mijn boeken terug, waarna hij het klaslokaal uitloopt. Nu pas valt het mij op dat hij helemaal geen tas bij zich heeft.
"Amélie, je moet even kijken naar je boeken."
Met een verbaasde blik kijk ik eerst Jaelyn aan, waarna ik hem verplaats naar mijn boeken. Serieus? Hij heeft mijn naam doorgestreept en 'Emelie' overal neergezet. Over de hele kaft heen. Hier moet ik nog maanden mee gaan doen. Ik sla het werkboek open en zie op verschillende pagina's tekeningen staan. Van die tekeningen die alleen jongens maken die nog te jonge humor hebben.
"Argh," breng ik gefrustreerd uit, terwijl ik mijn boeken in mijn tas prop. "Dit was de eerste en de laatste keer dat ik aardig ben voor die nieuwe jongen."
Ik kijk Jaelyn aan, die gewoon moeite moet doen om haar lach in te houden. Van je vrienden moet je het hebben. "Ik krijg hem echt nog wel een keer terug. Ik deed alleen maar hetzelfde met zijn naam als hij bij mij. Daarvoor hoeft hij niet mijn werkboek vol te kladden."
"Wie zegt dat hij het deed om de naam?"
"Waarom zou hij het anders doen. Ik ken hem echt niet al jaren hoor." Nog steeds gefrustreerd begin ik het klaslokaal uit te lopen.
"Sommige jongens doen rare dingen om de aandacht van iemand te krijgen."
Met een vragende blik kijk ik haar aan, waarna het binnenkomt. "Ieuw, nee, echt niet."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top