Winter
Shit, het is echt allemaal heel erg shit. Ik had vandaag mijn allereerste schooldag en geen tas mee, ik had toch nog geen boeken. Wel had ik het schrift van jou in de binnenzak van mijn jasje zitten. Dubbel paste het precies en het kreukte niet eens. In de pauze heb ik er zelfs nog een stukje in geschreven. Rustig in de mediatheek om niet bij alle vreemde mensen in de aula te moeten zitten. Alleen nu ben ik hem kwijt. Hij zat niet meer in mijn jasje toen ik thuis kwam. Ik ben zelfs nog naar school teruggegaan, maar ik kon hem nergens vinden. Niet in de gang waar ik mijn jasje waar goed had aangedaan, omdat mijn shirt verkeerd zat (het was de meest logische plek) en ook niet in één van de andere gangen waar ik na mijn laatste les heb gelopen. Het is verschrikkelijk. Straks ben ik het boekje voor altijd kwijt, dan ben ik nog een deel van jou verloren. Alleen is dit iets meer mijn eigen schuld. Ik had hem gewoon nooit mee naar school moeten nemen, het was stom om te doen. Wat als iemand hem had gevonden en het voor de klas had voorgelezen, zulke verhalen hoor je. Klasgenoten kunnen echt gemeen zijn. Maar toch, het blijft mijn schrift. Het schrift waarin ik van jou uit de winter moest komen. Nu is het weg. Zal ik het ooit weer terug gaan zien? Het voelt verschrikkelijk. Alsof ik jou nu niet meer elke seconde naast mij heb staan. Het voelde echt als nog iets tastbaars van jou te hebben. Nu is het weg, allemaal. Ik hoop maar dat één van de schoonmakers het boekje heeft meegenomen, dan zal ik het morgen hopelijk bij de gevonden voorwerpen vinden. Maar straks is het een leerling die er ook nog zo laat liep. Wat als die het heeft weggegooid? Dat zou een ramp zijn. Nu schrijf ik dus op een blaadje die ik vond op mijn bureau. Ik lijk wel wanhopig om te schrijven en ik weet nog steeds niet wat het doet. Ik moest dit gewoon kwijt en jij zou de enige zijn die het begrijpt. Ik kan het je alleen niet persoonlijk vertellen. Daarvoor zou jou klok verder moeten tikken. Maar die staat stil. Verder zou ik je willen vertellen hoe naar het was op school. Daarbij heb ik het waarschijnlijk nu al verpest om ooit vrienden te maken. Het begon gewoon al bij het eerste uur. Ik wilde gewoon grappig wat indruk maken op een groepje vrolijke leerlingen, maar het ging mis. Ze vond het helemaal niet grappig en toen werd ik boos op mezelf, dat ik een situatie weer zo verkeerd heb ingeschat. De muur die ik van jou niet zo moest optrekken als ik ooit nieuwe mensen zou ontmoeten, kwam automatisch omhoog en ik begon afstandelijk te doen tegen iedereen. Er deden mensen aardig tegen mij en ik snauwde het af. Ik wilde het niet, echt niet. Het gebeurde gewoon. Waarschijnlijk denken zij nu ook allemaal dat ik een stenen hart heb. Ik zou zo graag de tijd willen terugdraaien, maar dat kan niet. Anders had ik ook allang gezorgd dat jouw klok niet was stoppen met het tikken van elke seconde. Die van mij gaan door en ik verpest het. Jij had geweten hoe het beter zou kunnen. Je had me al gekalmeerd voordat ik de muur had opgetrokken, waarschijnlijk al voordat ik indruk wilde maken op die groep achter mij. Ze deden een spel met zijn vieren, galgje volgens mij. Ik wilde wel vragen of ik mee mocht doen, maar ik durfde het niet. Vooral niet nadat één van de vier mij boos aankeek, omdat ik haar voor de grap verkeerd had genoemd net als de leraar. Ik. Ik heb dat gedaan. De persoon die het haat om bij de verkeerde naam genoemd te worden. Uren heb ik erover lopen klagen tegen jou dat leraren het vertikten om mij Chris te noemen, ik houd er niet van om Christiaan genoemd te worden en nu deed ik zoiets bij iemand anders. Ik heb zelfs haar hele boek beklad, de kaft dan, met tekeningen en haar naam op de verkeerd gespelde manier. Terwijl ik wist dat zij net zo reageerde erop als ik. Misschien is dat juist wel waarom ik het deed, zodat ik niet de enige ben die de frustratie daarvan voelt. Het maakte even dat ik leefde en mij niet alleen voelde, er is nog iemand op de wereld die een dilemma heeft met namen en leraren. Het is alleen helemaal verkeerd gelopen. Zij werd boos, ik op mezelf. Later had ik nog een aantal lessen dat ik bij haar in de buurt zat, maar ik kon haar aandacht niet meer krijgen. Niet op de manier die ik wilde, ze gooide wel opmerkingen naar mij toe, als ik bot reageerde ergens op. Ze heeft wel karakter. En daarom vind ik het nog erger dat ik het al zo snel heb verpest, ze lijkt een beetje op jou. Dat maakt me bang, maar het maakt mij ook nieuwsgierig naar haar. Ze wil alleen niet echt iets van mij weten. Dat doet pijn, ik denk omdat het soms een klein beetje voelt alsof jij ook niets van mij wilde weten. Ik zou zo graag willen wensen dat jouw klok weer verder tikt zodat je mij verder kan helpen in het leven. Ik weet niet wat ik doe en ik raak verdwaald in dit doolhof waar jij de weg leek te kennen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top