Winter
Het is nog steeds koud hierbinnen. Ijskoud. Mijn hoofd wil niet ontwaken uit de winter en mijn lichaam gaat gewoon verder met bewegen. Ik wil het echt proberen en dromen waarmaken, hetgeen wat jij altijd tegen mij zei: Je moet altijd je dromen volgen, Christiaan. Jij voorspelde dat het leven zonnig zou worden, vol met kleur. Ik had het jou ook echt gegund, maar voor jou zal de tijd nooit meer verdergaan. En ik probeer zo hard om door te gaan, het is alleen zo ontzettend moeilijk. Ik heb geen dromen om te volgen en school blijft ontzettend saai. Nu heb ik ook nog eens een volledig nieuwe klas, omdat papa en mama zijn verhuisd. Ze vonden het te moeilijk om in ons oude huis te blijven wonen. Ik weet eigenlijk niet eens waarom mensen het hun 'oude huis' noemen, voor mij voelt het niet oud. Voor mij is het het huis waar wij zijn opgegroeid, met elkaar. En ja, het is ook het huis waar jij de tijd voor jezelf hebt stilgezet. De reden dat papa en mama weg wilden. Het is hier niet zo leuk als in ons huis, het huis waartoe jij ook behoorde. De muren zijn wit en nog kaal, het zal waarschijnlijk nooit zo kleurrijk worden als toen jij je bemoeide met de inrichting. Jij wist wel wat mooi bij elkaar stond, ook al zullen er mensen zijn die dat betwijfelen. Ik hield wel van jouw stijl, maar ik keek op naar alles wat je deed. Jij was mijn grote voorbeeld en nu kun je dat niet meer zijn. Je vertelde mij nog dat ik in dit schrift moest schrijven, het zwarte, marmeren schrift. Zo zou ik mijn gevoelens beter kwijt kunnen. En ik schrijf, ik schrijf ontzettend veel, maar er gebeurt niets. Volgens mij schrijf ik voor niks. Ik val in de herhaling, omdat ik niet weet wat er te zeggen valt en ik ken niet zoveel synoniemen voor woorden als jij gebruikte in je gedichten. Ik zal nooit een schrijver worden zoals jij. Volgens jou moest ik dat ook niet proberen en mijn eigen stijl vinden, ik denk niet dat ik een stijl heb. Ik schrijf een hele pagina vol en dat is het dan. Ik lees het niet terug, kijk er niet eens meer naar om. Ik schrijf het op en dan zijn het niet meer mijn woorden. Misschien is het daarom ook wel dat ik zo weinig te vertellen heb. Ik kan niets van jou kwijtraken, er is al te veel weg. Voor mij blijft de klok tikken, maar die grote, kleurrijke klok van jou is stilgezet. Misschien had het juist andersom moeten zijn, dan was mijn winterse klok bevroren geraakt en had jouw opbloeiende, lentese (dat is geen woord, toch? Hoe zeg je dat eigenlijk, ik bedoel 'winterse' kan wel) klok verder getikt. Seconde na seconde. Dan had jij al je dromen kunnen najagen, het hele notitieboekje die je vol had geschreven. Die stilstaande klok weerhoudt je er alleen van. Ik hoop dat je mijn schrift ooit kan lezen, dan weet je hoeveel ik altijd aan je bleef denken en hoezeer ik had gehoopt dat ik wat vaker tegen je had gezegd dat ik echt heel veel van je houd. Ik had het vaker moeten zeggen toen jouw klok nog tikte, maar ik dacht dat we alle tijd van de wereld hadden. Jij ging mij leren hoe ik de lente kon worden en ik zou tegen je op blijven kijken en je misschien ook wel iets leren. Ook al heb ik geen idee wat, want jij kon altijd alles al.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top