Dit is het gedicht "Ermenzuil te Doggerland" van Ermenzuil, die geschreven is voor de Dutch Awards 2021. Dit gedicht heeft de prijs "Beste gedicht" gewonnen!

1. Ontkieming

1.1 Het Lage Land

Loom in het lage land
Liggend te noorderkust
Vindt men een oord genaamd
Aamond aan zee

Ginds waar het vee al wat
Groen is zich aanwendt en
Vogels op 't veld landen
Verder van huis

Overvloed! Overvloed!
Nooit een tekort ontmoet
Overdaad! Overdaad!
Strijd heeft geen baat

______________________

Sarehild zegt dat ze
s' Avonds zal t'rugkeren
Zorgzaam wat bessen te
Zam'len in 't woud

Hildebrand lacht haar toe
Haalt nog zijn bijl omhoog
Spant dan de spieren aan
Splijt zo het hout

Eikentak! Eikentak!
Stijg tot het wolkenpak
Hout tot maart! Hout tot maart!
Stil onze haard

______________________

Maak nu de aanstalten
Ongekend vreugdevuur
Brandstof die zengen zal
Zwarter dan roet

Mengel het hout tesaam
Heuglijk te werk gegaan
Bij zonnewende ont-
Brandt het getwijg

Freija's feest! Freija's feest!
Eert u de korengeest
Zon, o wend! Zon, o wend!
Elk jaar zijn end

1.2 Een kwade kracht

Orendel rijst te oost
Over het hemelwerf
Tuw zijgt de grond te neer
Tekens zo veeg

Ginds in het lo geschiedt
Goddelijk toverspel
Breidelloos krachtentwist
Barnende gloed

Noodzaak dwingt! Noodzaak dwingt!
Wees ons toch goed gezind
Onheil waart! Onheil waart!
Hoed ons voor 't kwaad

______________________

Schielijk verschralen de
Scheutige grashalmen
Eensklaps verkwijnt ook het
Kruid en 't gewas

Ras trekt de zee zich t'rug
Rul zand en vis onthuld
Zonnige stralen ver-
Zengen het land

Waternood! Waternood!
Wacht ons gewisse dood?
Zwartgeblaakt! Zwartgeblaakt!
Satan ontwaakt

______________________

IJlen en dazen dat
Droogte teweegbrengt, het
Drijft men tot waanzin en
Weergaloos kwaad

Dwalend te geeste en
Gram zijn de mensen nu
Breng recht de dolende
Buig hun de ziel

Waterwaan! Waterwaan!
Aalmoezenvoortbestaan
Waterzucht! Waterzucht!
Noodlot geducht

1.3 De herotische herakles

Raad van de ziener wiens
Rede zo schrander is
Zegt ons naar 't Doggerland
Dringend te gaan

Ginds prijkt een eikenboom
Ermenzuil bijgenaamd
Snijd er de waterruin-
Staaf in de bast

Kerf de bast! Kerf de bast!
Slaak ons van deze last
Waterruin! Waterruin!
Gunstig fortuin

______________________

Licht aan de kimme des
Komende morgenstonds
Schaft nu een uitweg die
Schraalheid verjaagt

Zo'n wederwaardigheid
Wie 't zich vermeten zou?
Koene kornuiten doch
Niemand die durft

Blo gemoed! Blo gemoed!
Lafhartig hazenbloed
Kroon te kruin! Kroon te kruin!
Schalt de bazuin

______________________

Spreek over 't heldendicht
Spraakmakend zwaargewicht
Wie is die redder van
Rusting voorzien?

Is het een herakles?
Herotisch aangelegd?
Noodloos getalm, zet zijn
Naam op de kaart

Hildebrand! Hildebrand!
Neem 't lot in eigen hand
Hildebrand! Hildebrand!
Naar Doggerland

2. Ontketening

2.1 De riskante reis

Hildebrand reist te ros
Hachelijk avontuur
Niemand vervaart hem en
Niets krijgt hem klein

Steun krijgt u wereldwijd
Werk'lijk bij elke daad
Mocht u nog weifelen
Waant u zich sterk

Onversaagd! Onversaagd!
Waarvan het volk gewaagd
Loof zijn moed! Loof zijn moed!
Komt het wel goed?

______________________

Ruw zijn de rotsen daar
Rondingen blijven uit
Dor elke dennenboom
Dansend in 't vuur

Stroompjes en kreekjes droog
Steuren als beenderen
Al wat in overvloed
Ooit hier bestond

Ween het graan! Ween het graan!
Satans toorn aangedaan
Ween de zwaan! Ween de zwaan!
Uiterst ontdaan

______________________

Heuvelig vergezicht
Helder bij 't flauwe licht
West'lijk te einder prijkt
Wassend de maan

's Nachts in de donkerte
Slaken de geesten van
Voortijds gesneuvelden
Vals elk hun kreet

Rept en ijlt! Rept en ijlt!
Hier waar een geest verwijlt
Haast u voort! Haast u voort!
IJselijk oord

2.2 Het brommige bruin

Hier in het wildland leeft
Waakzaam een berenbeest
Poog dat te vellen dan
Prijs ik uw naam

Vlijmscherp het ijzer prangt
Veel dat het bloed verlangt
In uwe handen waar
Heil zich ontfermt

Avontuur! Avontuur!
Kreten van 't hellevuur
Hoort, o hoort! Hoort, o hoort!
Krenking bekoort

______________________

Brommig en bruin is hij
Breedgebouwd, klauwen scherp
Wendt zich tot Hildebrand
Hunkert naar vlees

Schenk mij noch buil noch bult
Bid dat u 't gunnen zult
Onverwijld jaag ik hem
Over de kling

Kracht ten top! Kracht ten top!
Wet uwe zinnen op
Slag en stoot! Slag en stoot!
Houw bruin tot rood

______________________

Beer doet wat beren doen
Bijt hem de vinger af
Wreed de vergelding des
Wrekende zwaards

Ruig werkt de snede zich
Rechtstreeks in 't ondier dat
Zielsverwoed gromt, doch stort
Zieltogend neer

Ongekend! Ongekend!
Koester dit lofmoment
Slaat het kwaad! Slaat het kwaad!
Handelt kordaat

2.3 De overoude Ermenzuil

Onder het hemelwelf
Helder bij donkerte
Sterluister stralende
Stommondig pracht

Zag hij de Ermenzuil
Eenzaam te velde staan
Eikenboom overoud
Okergeel loof

Oergeslacht! Oergeslacht!
Heeft op dees dag gewacht
Treed nabij! Treed nabij!
Keert u het tij

______________________

Plechtig het heft te hand
Hildebrand kwijt zich van
Dringende taken in 't
Dorre Noordwest

Reddende runenstaaf
Ruw in de schors gegrift
Stilte maakt plaats voor het
Suizen van wind

Kentering! Kentering!
Innige loutering
Zielsvolmaakt! Zielsvolmaakt!
Freija ontwaakt

______________________

Zonderling hemellicht
Zegent de Ermenzuil
Huiverend nachtblauw wordt
Helder als dag

Bubbelend aardvlak waar
Beekjes ontspringen naast
Uitbottend lover, ont-
Luikende bloem

Jaargetij! Jaargetij!
Ziet! Al het groen komt bij
Water vliet! Water vliet!
Vreugd in 't verschiet

3. Ontknoping

3.1 Het wassende water

Kriekt daar de morgen, hij
Kruipt op zijn ros en met
Stevige aansporing
Snelt zich naar huis

Ooit een verdronken land
Eind'lijk in groene brand
Prettig vertoeven als
Tijd stil zou staan

Waardig ros! Waardig ros!
Vrij'lijk zijn tomen los
Godenwerk! Godenwerk!
Grijs kleurt het zwerk

______________________

Hollandse luchten die
Ledigen vluchtig hun
Stromende touwen met
Toornig geweld

Luttele beekjes die
Bakens verzetten, ze
Treden uit oevers, gaan
Tierend te keer

Zwaarbewolkt! Zwaarbewolkt!
Sterkende stroming kolkt
Hemeltraan! Hemeltraan!
Water wast aan

______________________

Hoeven doen kletteren
Kletsnat en spetteren
Staat hun het water al
Snel tot de knie

Nadert de kust van de
Noordzee niet snel genoeg
Zult u al zwemmend als
Zeewrak vergaan

Watersnood! Watersnood!
Vlied voor de natte dood
Kleumig koud! Kleumig koud!
Niettemin boud

3.2 De walvissenwereld

Water zo woest en wild
Weet niet of hij het veelt
Wie zal zich hoeden dat
Hij niet bezwijkt?

Bruisend en bubbelend
Borrelt de dodendrank
Walvissenwereld ont-
Waart zich in 't oog

Levensduur! Levensduur!
Slaat nu uw laatste uur?
Hoge nood! Hoge nood!
Levend noch dood

______________________

Onweder opent op
Aamond zijn stortbui waar
Lieden ontwaken door 't
Luide gestriem

Reuzevervoering als
Ruiter bemerkt wordt, doch
Diepe ontzetting bij 't
Zien zijns gevechts

Wind op zuid! Wind op zuid!
Reed vlug de schepen uit
Alarmeer! Alarmeer!
Wek gauw het heer

______________________

IJdel hun daden zijn
Dood te beletten als
Man en paard zielenloos
Zwalken in 't sop

Ween hem niet zeer, want wiens
Zwanenzang groots is krijgt
Aan gene zijde een
Zalig onthaal

Zak en as! Zak en as!
Zwaar dat de last hem was
Hemelwind! Hemelwind!
Woen groet zijn kind

3.3 Het mistroostige minnelied

Wenende weduwe
Weeklagend hartenleed
Sarehild snikt om een
Smartvol verlies

Droef is 't gemis dat het
Dorp moet getroosten nu
Kwijnend groen plaats maakt voor
Kwellend gemoed

Geen gegrien! Geen gegrien!
Moed gaat nooit ongezien
Pril seizoen! Pril seizoen!
Baad in het groen

______________________

Springend en dartelend
Dromt al het vee tesaam
Oogsten als nooit tevoor
Naarstige boer

Spreek van de dingen die
Deernen beginnen bij 't
Vallen des avonds zo
Vreugdig in bed

Minnelied! Minnelied!
Nimmer verflauwt verdriet
Vlied de tijd! Vlied de tijd!
Laagland gedijt

______________________

Onder een eikenboom
Eeuwig ter aard besteld
Ligt zijn geborgen lijk
Lavend aan roem

Kunstig in schors geritst
Krachtige runenstaaf
Statig in steen gezet
Staat nu zijn zwaard

Doggerland! Doggerland!
Nam hem uit 's partners hand
Ermenzuil! Ermenzuil!
Houd zijn geest schuil