Deel 5

24 februari 1974

Het deed Andrews hart pijn om te zien hoeveel Alex op Alyssa leek toen zij twaalf was.

Alex had dezelfde heldere blauwe ogen als haar, dezelfde lichte sproetjes die amper opvielen maar er wel waren en dezelfde manier van schrijven en lopen en zijn lippen tuitten als hij iets niet begreep. Alex praatte zoals haar, hij snapte dezelfde dingen als haar niet en hij was net zo betweterig als Alyssa soms kon zijn. 

Alex leek zoveel op Alyssa dat Andrew telkens aan haar moest denken, en na iedere studiesessie die ze met zijn tweeën hadden gehad, had Andrew in de bibliotheek gehuild. Hij wilde het niet, en trots was hij er niet op, maar hij leek niet anders te kunnen.

Zijn beste vriendin was dood, en het laatste wat hij had gezegd tegen haar was 'na de vakantie verven we je haar roze en blauw'. Want ja, dat zijn woorden die je verwacht iemand te vertellen voordat ze dood gaat.

"Sorry, ik was mijn- ben je aan het huilen?" Andrews hoofd schoot op naar Alex die zijn boek van de tafel afpakte en het tegen zijn borstkas aandrukte. "Sorry.." Mompelde hij zacht terwijl hij achteruitliep en tegen de boekenkast aanstootte. Zijn ongemakkelijkheid en verbazing was duidelijk te lezen op zijn gezicht. Hij trok een pijnlijk gezicht en liep op een snel tempo de bibliotheek uit.

Nog voordat Andrew had geregistreerd dat Alex hem zojuist had zien huilen was hij alweer weg en was Andrew weer alleen in de lege bibliotheek.

~~

10 maart 1974

Alex kwam niet opdagen op zijn volgende studiesessie.

Of degene daarna.

Iedere keer als Andrew hem zag in de hallen, liep hij zo snel mogelijk weg en daarna leek hij spoorloos verdwenen te zijn.

Percy leek al zijn brieven te negeren, want ze kwamen telkens weer terug bij Andrew, maar volledig kapot gescheurd in de envelop.

Andrew zuchtte diep en stond op vanuit zijn stoel terwijl de bel ging en hij richting zijn volgende les begon te lopen.

Zijn leven ging door en door en door, maar Andrews brein was vastgelopen het moment dat hij realiseerde dat hij Percy en Alyssa nooit meer zou zien.

Hij had nog hoop voor Avina.

~~

28 juni 1974

"Meneer Stonewell!"

Andrew keek verbaasd op naar McGonnagoll die achter hem aanliep door de hallen. Over twee dagen zou school klaar zijn, dus de lessen waren al voorbij, maar McGonnagoll leek in een haast te zijn.

"Professor Dumbledore wilt met je spreken." Zei ze toen ze eindelijk bij Andrew was gekomen. Andrew trok een wenkbrauw op en volgde McGonnagoll in stilte door de hallen richting Dumbledore's kantoor.

Eenmaal bij de trap liet McGonnagoll hem alleen achter en liep hij zelf de enkele trap naar het kantoortje op. Hij klopte op de deur en Dumbledore opende de deur met een simpele zwaai van zijn hand.

"Goedemiddag meneer Stonewell. Neem plaats alsjeblieft." Zei de oude man waarna Andrew precies dat deed en Dumbledore zijn handen in elkaar vouwde.

"Hoe gaat het met je schoolwerk? Ik heb gehoord dat je bijles geeft aan Alexander Nott." Zei hij waarop Andrew knikte. "Het gaat goed met mij en mijn schoolwerk. Maar ik denk niet dat dat de reden is waarom ik hier werd geroepen door u, of wel?" Vroeg Andrew terwijl hij zijn hoofd ophief en Dumbledore aankeek.

De oude man had een soort blik in zijn ogen die Andrew opvatte als humor, maar de soort humor die psychopaten krijgen van moord. Hij slikte kort en Dumbledore zuchtte zacht terwijl hij een kleine glimlach op zijn gezicht liet spelen. 

"Ik neem aan dat u bekend bent met de oorlog die eraan zit te komen." Zei hij waarna Andrew kort knikte. Dumbledore opende zijn mond om iets te zeggen, maar voordat hij zijn eerste woord sprak onderbrak Andrew hem. "Ik ga niet meevechten." Zei hij waarna Dumbledore hem verbaasd aankeek.

"Maar, je was de beste van je klas en we zouden in de orde veel nut hebben aan al je goede kwaliteiten." Zei hij waarna Andrew zuchtte en opstond. 

"Helaas. Ik ga niet meevechten in je oorlog. Ik ben een kind. Je komt maar terug als ik volwassen ben." Zei hij kortaf waarna hij het kantoor uitliep en de deur achter zich dichtgooide.

~~

30 juni 1974

Andrew was afgestudeerd aan de top van zijn klassen. Behalve bij toverdranken.

Hij was geprezen door al zijn docenten, maar de leegte die hij in zijn hart voelde zorgde voor de neppe glimlach die hij op zijn gezicht droeg. Hij wist niet wat er nu kwam, wat hij nu doen moest. School was voorbij, Percy Avina en Alyssa waren nog steeds weg en Andrew was nog steeds alleen.

Calix zou weer terug naar Spanje verhuizen na zijn zevende jaar, dus Andrew was weer op nul met vrienden.

Zijn vaders begroette hem toen hij van de trein afstapte met Hazel en Castor, en ze moesten beiden huilen terwijl ze van het perron afliepen.

Andrew glimlachte en huilde mee, maar hij voelde een zekere gevoelloosheid diep in zijn brein. Het leek alsof iemand een knopje had gevonden die zijn gevoelens besloten en hem om had geklikt.

Toen ze weer thuis waren trok Tyler Andrew kort mee aan zijn arm. "Andrew? Kan je me vertellen waarom ik een brief heb gekregen van Dumbledore?" Vroeg hij waarna Andrew diep zuchtte. "Drie keer raden. Hij is het er niet mee eens dat ik niet mee wil vechten in de oorlog en daarom stuurt hij jou een brief om mij over te halen om mee te vechten in ruil voor mijn kindertijd." Zei Andrew waarna Tyler zijn wenkbrauwen optrok.

"Ik wilde je niet overhalen. Ik wilde alleen weten waarom je niet mee zou willen vechten." Zei hij waarna Andrew zwak glimlachte. "Ik ben nog zo jong. Ik wil liever eerst mijn leven leiden voordat ik meevecht in een oorlog." Zei hij waarna Tyler glimlachte en hem een knuffel gaf.

"Ik ben trots dat je nee zei Andrew. Niet veel mensen durven dat tegen Dumbledore te zeggen." Zei hij waarna Andrew opgelucht zuchtte.

"Dacht je dat ik boos zou worden?" Vroeg Tyler zacht waarna Andrew zacht zijn hoofd schudde. "Nee. Ik was alleen bang dat jullie wel mee zouden helpen." Zei hij waarna Tyler kort op zijn lip beet. "Niet op de eerste linie nee. Maar we zijn wel waar ze tegen vechten, dus we moeten meevechten willen we veilig blijven." Zei hij waarna Andrew zacht knikte. 

"Als het zover komt, vecht ik mee in de oorlog." 

~~~

A/N: Ha ha ha. 

Ik was echt niet vergeten om dit hoofdstuk gisteren te posten ofzo hoor..

Nehh..

Ach joh, dan hebben jullie vandaag twee hoofdstukken :)

Ja dit was het weer voor dit hoofdstuk helaas. Ik denk dat ik nog wel een hoofdstuk upload vanavond en anders tot morgen!

1100 woorden.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top