16

POV NYX:

De avondzon zong langzaam onder, de lucht vulde zich met een warme gloed die zich in het water weerspiegelde. Het kamp was zo rustig als het maar kon zijn, de meeste leerlingen waren terug in hun tenten om zich voor te bereiden op de volgende dag. Maar niet wij.

"Kom op, Nyx, wat is er nou eng aan?" riep Cole, zijn handen in de lucht terwijl hij zich langs de rand van het meer balancerend naar de waterkant bewoog. Ik keek naar hem, net op tijd om te zien hoe hij zichzelf zonder enige schaamte in het koude water gooide.

"Jullie zijn gek," zei ik met een glimlach, maar ik had geen echte behoefte om in het ijskoude water te springen. Ik voelde de kou al in mijn botten, hoewel ik mijn best deed om me niet te laten merken dat ik het eigenlijk ook wel prettig vond om een beetje af te koelen.

"Kom nou, je weet dat je het wil!" riep Liam, die naast Cole in het water stond, en ze beiden keken naar mij met zo'n uitdagende blik dat ik niet anders kon dan zuchten. Mijn lichaam was tenslotte sneller dan ik wilde toegeven.

Ik sprong zonder veel omhaal het water in. Het koude water liet me even verstijven, maar de afkoeling voelde goed na alles wat er die dag was gebeurd. De spanning van de wolven in de lucht, de vage geur die me de hele dag had achtervolgd... Het water hielp me om te kalmeren.

"Zie je, dat was niet zo erg, toch?" zei Cayden, zijn stem dichtbij terwijl hij zich naast me in het water liet zakken. Hij keek me met een grijns aan, zijn ogen speelden met het licht van de ondergang. "Jij hebt het helemaal niet slecht, Nyx. Je kan wel een beetje ontspannen."

Ik glimlachte even, maar die glimlach werd snel vervangen door een frons toen mijn oren zich weer scherp afstelden. Een geur. De wolven waren dichterbij. Te dichtbij.

"Er is iets niet goed," zei ik zacht. Mijn stem trilde bijna, niet van angst, maar van pure focus. Ik stond recht in het water, mijn hart klopte sneller. "Ze zijn hier."

"Wat bedoel je?" vroeg Cayden, terwijl hij zich omdraaide en mij vragend aankeek.

"Die wolven," antwoordde ik, mijn ogen strak gericht op de bosrand. De geur was sterker nu, en het geluid van schurende takken vulde de lucht. Dit was geen toeval, dit was een roedel. Een dreiging.

"Zijn we niet veilig hier?" vroeg Drew, maar ik hoorde de bezorgdheid in zijn stem.

"We zouden moeten gaan," zei ik, en al was mijn stem kalm, mijn lichaam was al in actie. Ik sprintte het water uit, mijn zintuigen gefocust op alles om me heen. Maar het was te laat.

Uit de schaduwen kwamen ze tevoorschijn, de wolven, hun ogen fel geel in de duisternis, glanzend met een gevaarlijke honger. Ze stonden op een afstand, maar ik wist dat ze dichterbij zouden komen zodra ze mijn geur roken. Mijn instincten gierden door mijn aderen, mijn gedachten schoten als een storm door mijn hoofd.

"Ga! Nu!" schreeuwde ik naar de jongens, maar het was al te laat. De wolven kwamen dichter, hun gehuil vulde de lucht, een brullend geluid dat de stilte verbrak. Ze waren dichtbij. En ik was de enige die hen zou kunnen tegenhouden.

Mijn lichaam begon te gloeien van binnenuit, de kracht van mijn jaguar-zijde stroomde naar de oppervlakte. Het gebeurde automatisch, sneller dan ik het kon controleren. Mijn handen kromden zich, mijn spieren verstrakten, en de scherpe pijn van het transformatieproces scheurde door me heen. De lucht rondom me trilde toen ik mijn menselijke vorm liet vallen en mezelf omhulde in de kracht van de jaguar.

De jongens staarden naar me, hun ogen groot van shock en ongeloof. Maar ik had geen tijd om dat te verwerken. Mijn jaguarvorm was er niet om hen gerust te stellen. Ze waren in gevaar. De wolven waren dichtbij.

Met een brul stortte ik me vooruit, mijn scherpe klauwen klauwden zich vast in de grond terwijl ik de eerste wolf aanviel die te dicht bij kwam. Zijn ogen sprongen van verrassing toen ik hem met één enkele klap naar achteren sloeg. Hij gromde, maar ik had geen tijd voor verdere confrontatie.

Mijn zintuigen waren overbelast. De geur van hun angst, hun woede, hun agressie – alles was intens. Ik wist dat ik niet alleen kon vechten, maar ik had geen keuze. De jongens moesten veilig zijn.

Cayden en de anderen keken ademloos toe terwijl ik het volgende dier uit de weg veegde. De wolven wisten nu dat ze niet zomaar voorbij zouden komen. En ik was bereid hen te laten zien dat ik geen angst had om te vechten.

Met mijn scherpe klauwen die door de lucht sneden, leidde ik de wolven weg van de jongens, hen verder het bos in duwend. Ze gromden en schreeuwden, maar ik had mijn territorium opgeëist. De spanning in de lucht was op zijn hoogtepunt.

Pas toen de wolven zich terugtrokken, besefte ik dat ik volledig in jaguarvorm stond, mijn adem zwaar en diep in mijn borst. De jongens stonden nog steeds stokstijf aan de rand van het water, hun ogen groot van verbazing. Cayden stond vooraan, zijn mond iets open van verwondering.

Ik keek hen allemaal aan, hun gezichten een mengeling van ongeloof en angst. Ze hadden het allemaal gezien. Mijn geheim was geen geheim meer.

"Dat... was ongelooflijk," zei Cayden uiteindelijk, zijn stem zacht maar vol respect.

Mijn ogen ontmoetten de zijne. "Ze moesten weg," zei ik, mijn stem nu schor van de spanning. "Het is niet veilig."

"Je hebt ons gered," zei Liam, zijn stem vol oprechte bewondering. "Maar... wat ben jij, Nyx?"

Ik ademde diep in, mijn jaguarvorm langzaam vervagend, en ik keek hen allemaal aan. Dit was geen moment voor leugens meer. "Ik ben... ik ben een jaguar," zei ik zacht, mijn stem bijna onhoorbaar. "En ik zal alles doen om jullie te beschermen."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top