14

POV NYX:

Mijn hart bonsde pijnlijk in mijn borstkas terwijl ik door het kamp sloop, mijn blote voeten voorzichtig over het koude gras. De adrenaline gierde nog steeds door mijn lijf na het gevecht met die wolf – en ik voelde elk sprietje gras, elke steentje onder mijn voetzolen scherper dan ooit.

De realiteit sloeg nu pas echt in. Ik was terug getransformeerd in mijn menselijke vorm... en ik had niets aan. Dat was het nadeel van shapeshiften: kleding overleefde de verandering nooit.

Ik hield mijn adem in terwijl ik dichter bij de tenten kwam. Het kamp lag stil en donker, op een paar zwak verlichte plekken na. De jongens waren vast nog steeds wakker na wat er was gebeurd, Cayden al helemaal. Hij zou het hele bos door willen spitten om dat "monster" te vinden. En hier was ik... het monster zelf.

Mijn hoofd tolde terwijl ik naar Caydens tent sloop. Ik had geen andere keuze. Ik had geen extra kleding bij me en ik kon niet blijven rondlopen in mijn huidige staat. Ik hield een dunne deken om me heen die ik had gevonden bij de rugzakken aan de rand van het kamp, maar het voelde nauwelijks als bescherming.

Met trillende vingers tikte ik zacht tegen de ritssluiting van zijn tent. Gewoon doen, Nyx. Als je eenmaal binnen bent, kun je het uitleggen... of beter nog, gewoon doen alsof alles normaal is.

Heel langzaam ritste ik de tent open, mijn bewegingen stil maar niet onzichtbaar. Binnenin brandde nog een klein lichtje, dat zachtjes het profiel van Cayden verlichtte. Hij lag op zijn rug met zijn handen achter zijn hoofd en staarde naar het tentdoek, alsof hij iets probeerde te begrijpen wat buiten zijn bereik lag. Zijn kaak stond strak gespannen.

Ik had niet verwacht dat hij zo wakker zou zijn. Mijn maag draaide zich om terwijl ik naar binnen glipte en mezelf zo snel mogelijk op de slaapmat naast hem liet zakken. De deken trok ik strakker om me heen, hopend dat hij het niet zou merken.

Maar natuurlijk had hij het door.

"Nyx?" Zijn stem klonk onmiddellijk scherp. Hij draaide zijn hoofd naar me toe en trok zijn wenkbrauwen samen. "Wat...?"

"Ik – ik kon niet slapen," onderbrak ik hem snel. Mijn stem klonk zacht, haast kwetsbaar. Ik keek hem niet aan en staarde strak naar mijn handen, die de deken krampachtig omklemden. "Ik dacht... hier is het warmer."

Cayden bleef me aanstaren. Hij was te slim om zomaar tevreden te zijn met dat antwoord.

"Wat heb je gedaan?" vroeg hij, zijn stem laag maar dwingend.

"Wat bedoel je?" Ik keek hem even aan en probeerde mijn gezicht zo neutraal mogelijk te houden. Zijn ogen gleden over me heen, en ik kon zien hoe hij aarzelde.

"Je ziet eruit alsof je... net door een bos hebt gerend." Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en ging rechter zitten, alsof hij beter wilde kijken. Mijn haren waren warrig, er zaten nog wat grassprietjes tussen, en de deken... die vertelde natuurlijk zijn eigen verhaal.

Een golf van warmte trok door me heen. Niet alleen van schaamte, maar ook van het ongemakkelijke besef dat ik op dit moment volledig afhankelijk was van zijn oordeel.

"Ik struikelde toen ik ging wandelen," loog ik, mijn blik ontwijkend.

Cayden zuchtte diep en schudde zijn hoofd. "Je bent echt gek, weet je dat? Door het bos dwalen, alleen, na wat er is gebeurd. Dat was geen normaal dier, Nyx."

Mijn keel voelde kurkdroog. Hij had gelijk, natuurlijk had hij gelijk. Dat dier was geen gewone wolf geweest. Maar ik kon niet toegeven dat ik degene was die ermee had gevochten.

"Ik red me wel," mompelde ik uiteindelijk en draaide me met mijn rug naar hem toe, hopend dat hij er verder over zou zwijgen.

De stilte hing zwaar in de tent. Ik kon voelen dat hij me nog steeds aankeek, alsof hij iets probeerde te begrijpen wat hij niet kon plaatsen. Alsjeblieft, laat het hierbij, smeekte ik in gedachten.

Na wat een eeuwigheid leek, hoorde ik hem eindelijk terugzakken op zijn slaapzak. Zijn zucht was zwaar, maar hij zei niets meer. Het licht in de tent ging uit, en de duisternis omhulde ons allebei.

Ik kneep mijn ogen dicht en liet mezelf zo stil mogelijk liggen, terwijl ik de deken strak om me heen hield. Mijn hartslag klonk oorverdovend in mijn oren, en ik voelde elke beweging die Cayden maakte aan de andere kant van de tent.

Ik was hier niet veilig, niet echt. Niet omdat hij me iets aan zou doen, maar omdat hij te dichtbij kwam – te dichtbij mij en alles wat ik probeerde te verbergen.

"Volgende keer blijf je gewoon hier," mompelde hij ineens in het donker. Zijn stem klonk slaperig maar nog steeds vastberaden.

Mijn adem stokte even, maar ik zei niets. Ik wist niet of er een volgende keer zou zijn. Wat ik wel wist, was dat ik niet nog eens zoveel risico kon nemen. Maar die gedachte troostte me nauwelijks, niet nu ik hier lag – stil, koud, en met het gevoel dat mijn geheim als een tijd bom tikte in deze kleine tent.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top