Marit opent haar ogen. Ze kijkt om zich heen. Alle andere detectives zijn verdwenen. Ze fronst haar wenkbrauwen en gaat overeind zitten. Voorzichtig staat ze op en loopt naar het raam. Dan ziet ze buiten allemaal mensen staan. Het zijn Sarah, Alex, Lily, Kate, Bella en luitenant Coenders. Verbaasd loopt ze naar buiten, naar de groep. Ze hoort Bella krijsen. "Nee!" Ineens krijgt ze een angstig vermoeden. Ze loopt verder naar de groep. De luitenant heeft tranen in zijn ogen en staat geschokt naar het lichaam te kijken. Dan kijkt Lily om en loopt op Marit af. "Wat is er gebeurd?" vraagt Marit. Lily kijkt schuin naar achteren. "Gisteren zijn Amber en Anastasia naar het politiebureau vertrokken. Helaas zijn ze er nooit aangekomen..." Marit kijkt haar geschrokken aan. "Wat bedoel je?" vraagt ze, hoewel ze het antwoord al kan raden. "Ze zijn allebei vermoord."