Verhaal


(Ryan)

Vandaag is het tweede kerstdag. Tina, onze kokkin, maakt dan altijd een uitgebreid diner voor het hele huis.

Op deze dagen vind ik het vervelend dat ik alleen ben. Mijn ouders die ik verloren heb en mijn mate die er niet is.

Jack was vandaag al een paar keer met Sarah bij mij komen kijken om te checken of alles wel goed ging omdat ik de laatste dagen nogal vervelend bleek te zijn geweest.

Ze hebben mij meegenomen vandaag naar het dorp waar wij op zulke dagen eten langs brengen namens de Alpha en Luna. Tina heeft dan heel veel gekookt en gebakken samen met de Luna en bakkers.

Vandaag gaan we weer al de huizen langs. Behalve het huis van de moeder van de Alpha, want die eet vanavond met ons mee in het packhuis.

Dan zal ik kennis maken met het zusje van hem. Joyce heette ze geloof ik.

Mooie naam vind ik dat. Hoe zal het met haar gaan. Ze is vanmorgen vroeg terug naar huis gegaan. Ze moest wel rustig aan doen had de Luna verteld maar volgens de Alpha ging het wel beter met haar.

Hij vertelde wel dat hij zich zorgen maakte over haar. De afgelopen dagen was ze weer flink vermagerd zei hij.

Ik ben benieuwd hoe ze is, maar als ik Sarah moet geloven is ze een hele lieve spontane meid. Sarah had al besloten dat ze vriendinnen wilde zijn met haar.

Onze wolven kunnen het ook goed vinden met elkaar had ze gezegd. Altijd fijn om te weten had ik er op gereageerd.

We kunnen ook wel even bij het huis langsgaan, gewoon om te checken of alles goed gaat.

Nee Ste, de Alpha heeft dat juist gezegd dat dat niet mocht.

Ja maar ik heb het gevoel dat we juist daar langs moeten gaan. Dat gevoel zegt mij dat gewoon.

Het spijt me Ste, we gaan het niet doen. Je hebt al de hele week een gevoel waar ik aan meegedaan heb, en er kwam niks uit. Waardoor ik me dan de rest van dag klote voel.

Ik sluit de link af.

We brengen de laatste pakketten bij de families in het dorp en we lopen weer terug naar het packhuis.
Ik zal me maar alvast gaan omkleden voor vanavond. Een beetje netjes is wel goed.

In de kast pak ik mijn zwarte pantalon en een rode sweater. Rood om in de kerstsfeer te komen. Als ik mijn nette schoenen aangetrokken heb loop ik naar beneden om te kijken of ik misschien Tina de kokkin ergens mee kan helpen.

(Joy)

Thom zit me telkens in de gaten te houden. Ik voel namelijk dat hij steeds aan het kijken is.

"Heb ik nog eten op mijn gezicht zitten"

zeg ik terwijl ik over mijn gezicht ga met mijn handen.

Thom schrikt uit zijn gestaar en mompelt

"sorry zusje".

Hij zegt dat hij wil weten hoe ik me voel, en hoe het met mij gaat. Ik vind het raar dat hij en mam zich zo zorgen maken om mij.

"Uh.. het gaat wel goed denk ik"

stamel ik.

Hij kijkt me aan met een blik van 'maak dat de kat wijs' en schud zijn hoofd.

"Je hoeft het niet te zeggen hoor maar ik hoop dat je wel praat met iemand. We willen je niet kwijt Joy".

Ik kijk hem aan en begrijp het eigenlijk wel.

"Ik ga naar mijn kamer even een opdracht afmaken voor school"

zeg ik.

We waren nu toch aan het wachten voor we naar het huis van mijn broer zouden gaan. Voor ik de gang in loop vraag ik of Thom misschien een nummer van Sarah heeft.

Omdat ik haar gewoon even wil bellen, waarop Thom antwoord dat ik haar zo wel zal zien. Beetje teleurgesteld loop ik naar boven.

Als Thom zegt dat ik moet praten met iemand, dacht ik gek genoeg gelijk aan Sarah. Kan ook Marco of Ralph zijn maar nu had ik even behoefte aan Sarah.

*klop*klop* 

"Mag ik binnenkomen"

vraagt er een stem achter de deur.

"Sarah?"

Zeg ik.

De deur gaat open en daar staat Sarah.

"Thom zei dat je naar me gevraagd had. Dus ik dacht ik kom even langs. Ik hoef me niet meer om te kleden en mijn haar vind ik wel goed zo".

Ik kijk haar heel blij aan en zegt dan dat ik het heel fijn vind dat ze er is.

"Hoe gaat het met je"

vraagt ze.

Als ze ziet dat ik een beetje verdrietig uit mijn ogen begint te kijken geeft ze aan dat ik niks hoef te zeggen als ik niet wil.

Dat is juist het probleem ik wil het eigenlijk wel vertellen. Dit heb ik al zo lang verborgen gehouden voor mijn familie. Ook voor mezelf eigenlijk en ik weet alleen niet hoe ik moet beginnen. Dus zeg

"ik wil het graag vertellen maar ik weet niet hoe."

Ik loop naar mijn tas en pak mijn borstel en ga voor de kastspiegel mijn haren kammen.

"Je hebt mooi haar"

zegt Sarah.

"Dankjewel"

zeg ik.

Ik probeer mijn haren op te steken maar ik kan merken dat ik niet helemaal mezelf nog ben. Heb zo geen kracht in mijn armen om mijn haar normaal te kammen.

Sarah ziet het en vraagt of ze wil dat ik haar help. Ik kijk haar dankbaar aan en geef haar mijn borstel. Ze begint te borstelen en zegt dat ik het ook los kan laten als ik wil. Of half los met vlecht en dat lijkt me wel wat.

Sarah begint aan mijn haar te frunniken en ik begin te vertellen over mijn eerste ontmoeting met de grote bruine wolf en zijn zwarte ogen. Het enige wat Sarah doet is luisteren.

"De eerste keer dat ik hem zag was ik er nog niet zeker van of ik dit wilde. Ik was net 16 geworden en wilde zo graag naar school voor deze opleiding. Nu nog steeds vind ik de opleiding heel erg leuk maar het is nu toch al minder belangrijk geworden dan paar maanden terug. In Rotterdam heb ik nu twee nieuwe vrienden gemaakt en die wil ik ook niet kwijt. Alleen Marco en Ralph kon ik toen nog niet. Mijn beste vriendin Isa is een mens en die zou ik dan nooit meer zien. Want zij weet niet dat ik een weerwolf ben en ik weet niet wat ze zou doen als ze het wel weet. Maar om terug te komen op die mooie bruine wolf. Hij was daar dus en stond daar dus. Alleen ik draaide me om en keek hem aan en Linn gilde al in mijn hoofd en ik draaide me gelijk om, omdat ik eigenlijk nog geen mate wilde. Maar ik kon het niet dus draaide weer terug om naar hem, alleen was hij toen al weg. Ik dacht dat als ik terug naar huis zou gaan ik hem wel zou vergeten maar dat lukte niet. Elke nacht kom ik hem tegen in mijn dromen. Dan word ik huilend wakker en mijn hart doet dan zoveel pijn."

Ongemerkt was er weer een traan over mijn wang gevallen. Sarah kijkt me medelevend aan en vraagt dan

"waar en wanneer heb je hem dan gezien? Dan kunnen we hem misschien wel zoeken."

Ik kijk haar dankbaar aan en zegt dat ik dat al geprobeerd heb vorige week toen we samen gingen rennen. Sarah kijkt me niet begrijpend aan.

Ik pak mijn mooie tekening en terwijl ik die pak begin ik weer te vertellen.

"Vorig jaar ben ik met Isa en haar ouders mee geweest op vakantie. De laatste dag toen ik was wezen rennen in het bos en terug liep naar de camping hoorde ik hem en zag ik hem".

De tekening heb ik in mijn handen en twijfel of ik hem haar laat zien.
Op dat moment vraagt Sarah aan mij.

"Waar zijn jullie op vakantie geweest?"

"Op een camping in De Ardennen".

geef ik als antwoord.

Sarah zit met open mond naar mij te kijken. Ik hoor haar zachtjes zeggen

"meisje lang zwarte haren, felblauwe ogen"

ze kijkt me aan en vraagt.

"je vriendin Isa is dat haar volledige naam of is het een afkorting."

Ik vertel dat ze eigenlijk Isabel heet maar dat ze net als ik een afkorting gebruik. Ik Joy in plaats van Joyce en zij Isa. Dat weinig mensen weten dat ze Isabel heet omdat ze die naam niet meer gebruikt sinds ze verhuisd is vanuit Arnhem.

Sarah kijkt dan opeens heel blij en geschrokken naar mij maar staat dan op.

"Ik moet nu terug ik zie je zo weer oké. Maak je geen zorgen, alles zal binnenkort goed komen. Ik weet het zeker."

Ze geeft me een knuffel en gaat dan weg.

Ik begrijp er niks meer van. Heb ik iets verkeerd gezegd. Ik hoop het niet maar zal wel goed zijn.

Dit was het weer voor vandaag. Ik benieuwd hoe het afloopt jullie ook?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top