Joy ligt te slapen dankzij kalmeringsmiddel wat ook een slaapmiddel is. Omdat het in haar droom is schrijf ik zonder aanhalingstekens. Ik probeer het zo goed mogelijk te vertellen.

(Joy)

Op dit moment voel ik me rustig en goed.

Het is hier donker veel te donker. Ik hou niet van donker dat vind ik verschrikkelijk. Het is niet voor niks dat mijn wekker naast mijn bed staat. Het licht van mijn wekker heb ik nodig.

"HELP HELP DOE EEN LAMP AAN ALSJEBLIEFT!"

Misschien moet ik gaan lopen. Maar ik voel niks. Wacht, als ik mijn ogen dicht doe en weer open. Kom op Joy, wees sterk. Het is jouw hoofd dus zorg voor licht.

Hup ogen dicht en als je het open doe zie je licht. Oké dat heeft wel gewerkt ik zie licht maar wel heel ver. Dan kan ik daar naar toe lopen toch. Dat lukt toch nog wel?

Het is een raam waar ik het licht door zie. Ik ben wel benieuwd wat er achter het raam is. Hij zit dicht maar ik kan wel kijken.

O papa hier ben ik, ome Chris hier ben ik. Ik bonk tegen het raam, ik wil zo graag daarheen. Naar papa en ome Chris. Zijn dat opa en oma daarachter, er zijn zoveel mensen die ik ken van ons oude pack.

Opeens stap ik naar achter, nee dit kan niet! Ik kan die niet zien want als ik papa en ome Chris kan zien dan moet ik dood zijn.

Nee dat kan niet, ik ben niet dood!

Ik kan niet achter het raam, ben ik dan bijna dood of ga ik dood. Toch ga ik weer naar het raam toe en begin heel hard te schreeuwen en te slaan tegen het raam.

Iemand moet het horen. Papa, papa, ik ben hier!

Mijn vader draait zich om naar mij en ik begin te huilen, want hij ziet me toch wel?

Maar waarom kijkt hij niet blij? Is hij niet blij om mij te zien? Papa waarom ben je niet blij? Ben je boos op mij, heb ik iets fout gedaan. Papa vertel, me wat is er mis? Ben je niet blij mij te zien?

Huh hoe kan papa opeens naast me staan en niet meer achter het raam. Als ik om me heen kijk dan sta ik nog echt in het donker voor het raam. Papa is dit echt vraag ik me af.

Hij pakt me vast en zegt dat hij blij is mij te zien maar dat ik hier niet moet blijven.

Je moet terug Joy, zorg dat je terug gaat. Het gaat niet goed met je, je hebt pijn heel veel pijn. Je lichaam houd dit niet lang vol.

Ik ga je helpen zover ik kan. Je moet ook al ben je in tweestrijd. De ene kant van jou wilt wel maar een ander gedeelte houd te veel vast aan de mensen.

Je moet zorgen dat je je mate vind. Hij is dichterbij dan je denkt. Zorg dat je naar Linn luistert, vertrouw haar zij kan hem vinden voor je.

Mijn vader wilt weer weg lopen en ik kijk hem aan en ik zeg dan nog dat ik nog wil knuffelen.

Eigenlijk wil ik jullie allemaal vast houden. Volgens papa kan dat niet. Zorg goed voor mama zegt hij en opeens is hij weg.

Hij zwaait achter het raam en dat verdwijnt ook. Het wordt lichter maar ik word niet wakker. Waarom word ik niet wakker?

Wat zei mijn vader nu. Ik moet Linn vertrouwen.

Linn ben je er ook? Linn waar ben je?

Ik ben hier Joy.

Je moet me helpen hoe word ik weer wakker. Ik weet dat ik slaap. Zo dom ben ik ook weer niet. Weet alles nog maar de pijn is weg.

Wat wil je dat ik doe Joy want ik ben nu zo moe. Ik wil eigenlijk slapen gewoon even slapen.

Nee Linn ik denk dat ik weet wat er is. Waarom ben jij zo onrustig Linn. Dat ben je nooit zo erg. Linn ben je er nog. Linnnnnn

Sorry Joy ik ben zo moe. Ik weet niet wat ze je gegeven hebben maar ik moet nu even slapen. Sorry Joy.

Linn je moet de wolf gaan zoeken. Dat kan jij wel. Je moet het doen. Ik weet zeker dat jij het kan. Hij is hier ik voel het. Opeens is alles helder.

Ik kan nu niet. Jij bent de eerste als ik geslapen heb.

Verdomme ze heeft me afgesloten. Misschien kan ik zonder Linn hem ook vinden. Wat als ik hem inbeeld heel hard.

Kom op Joy je kan het beeld hem in. Het is vervelend dat ik hem alleen als wolf herken. Hoe moet ik hem inbeelden zonder wolf. Zullen zijn ogen in het echt ook zwart zijn.

Die van mij zijn als wolf goudkleurig en als mens blauw. Dit heeft geen zin nu. Als ik hem als mens al niet kan vinden dan heb ik Linn echt nodig.

Misschien moet ik ook maar proberen te slapen. Als papa zegt dat het niet goed met mij gaat. Dan is het misschien wel goed om niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk even te slapen. Alleen voelt het zo raar te gaan slapen terwijl ik waarschijnlijk al aan het slapen ben.

Dit was het voor dit hoofdstuk. Sorry dat hij niet zo lang is.