♔ 8

Het was precies zoals ik me had voorgesteld, misschien zelfs wel erger dan dat. De kerkers waren vochtig en klam. Het kleine beetje licht van de maan dat door het kleine raampje naar binnen scheen, wierp duistere schaduwen over de muren. Ik trek het dunne dekentje ver over mijn hoofd heen. Het stenen bankje dat als bed diende, lag hard en was koud. Ik weet niet precies hoe lang ik voor de stalen tralies had staan schreeuwen dat ik onschuldig was. Uiteindelijk, toen mijn keel pijn begon te doen en ik besefte dat niemand mij kon horen was ik door mijn benen gezakt. Ik had mijn hoofd in mijn handen gelegd en ik had gehuild. Ik kon de laatste keer dat ik had gehuild niet herinneren. De gebeurtenissen van de afgelopen paar uur waren mij te veel geworden. Samantha had nog steeds niks van zich laten horen en ik ging ervan uit dat ze op tragische wijze was vermoord. Ik wilde liever niet doemdenken, maar met de brandstapel in het vooruitzicht was het positief denken ver te zoeken.

Steunend ga ik rechtop zitten. Er gaat een pijnlijke steek door mijn schouder. Mijn oogleden voelen zwaar aan en ik merk dat mijn lichaam snakt naar rust. Toch was ik niet van plan mijn ogen te sluiten om te gaan slapen. Morgenochtend zou ik weleens mijn ogen voor eeuwig kunnen sluiten, in een zwarte leegte, waar je nooit meer uit zou komen en die je tot waanzin zou drijven. Tot die tijd was ik van plan wakker te blijven, en alles nog eens goed op een rijtje te zetten. Maar wat viel er nog op een rijtje te zetten? Het was allemaal zo snel gebeurd. Ik kon er geen touw aan vastknopen. Het was net als een kleuter die een puzzel maakt, hij probeert alle stukjes net zo lang in alle mogelijkheden tot er een eindelijk past. Dat passende puzzelstukje ontbrak bij mij.

Gepijnigd kijk ik voor mij uit. Het enigste doel wat ik op dit moment voor ogen had was om niet dood te gaan. Niks anders deed ertoe. Dit klinkt misschien ontzettend wanhopig, maar Ik moest hier uit komen. Ik was immers niet eens schuldig! Mijn opties om hier uit te komen begonnen langzaam af te vallen.

Met de koning praten zou weinig nut hebben. Alleen het vallen van het woord 'magie' in een gesprek draaide hem tot waanzin. Ik vroeg mij vaak af waarom dit precies zo was. De haat voor magie zou toch zeker niet in een keer zijn ontstaan? De geruchten gaan dat bij Arthur's geboorte magie is gebruikt. Arthur's moeder, Igraine, kon geen kinderen verwekken. Ze zeggen dat Uther toen hulp heeft gevraagd van een heks, Nimueh, wie een spreuk over Igraine uitsprak. Voor elke levende moet een dode komen, had ze waarschuwend gezegd. Uther had zich blind gestaard op een zoon in het vooruitzicht en was akkoord gegaan. Hij was zich er totaal niet van bewust dat deze spreuk het leven van zijn vrouw zou kosten. Uiteindelijk, toen Arthur was geboren en Igraine overleden, had hij Nimueh en alle andere dingen die met magie te maken hadden de schuld gegeven van de dood van zijn geliefde vrouw. Ik wist niet of deze geruchten klopten, maar het zou wel een goede verklaring zijn voor Uther's beleid tegen magie.

Ik laat mijn hand langs de vochtige muren glijden wanneer ik langzaam naar het kleine raampje rechtsbovenin mijn cel loop. Als ik op mijn tenen ging staan, kon ik er net doorheen kijken, maar ik was te groot om mij door de kleine opening te wurmen. De maan stond hoog aan de lucht en wierp een rustgevend licht over het muisstil geworden dorp. Het leek alsof iedereen het dorp vrijwel meteen had verlaten, bang voor de besluiten van hun koning. Was ik op dit moment bang? Normaal niet, maar nu was ik het wel degelijk. De kille blik van Uther had mij al heel de avond achtervolgt. Mijn gedachten dwalen af naar Morgana. Ik had haar niet meer gezien nadat ze boos naar binnen was gestormd. Haar ogen waren felblauw gekleurd van haat en woede. Ik had ademloos toegekeken toen ze de discussie aanging met Uther. Ik had Morgana altijd al bewonderd. Ze was niet alleen super vriendelijk, maar ze was ook niet bang haar mening uit te spreken en hiervoor op te komen. Daarnaast kon Morgana doen wat ze wilde, Arthur hield veel van haar en wilde haar altijd beschermen, maar wanneer Morgana mee wilde om zich bij het leger aan te sluiten, kon ook Arthur hier niet tegenin gaan. Morgana kan goed vechten en hij wist, dat morgana niet bang was voor de wit weggetrokken gezichten van de overleden ridders op het slagveld.

Ik schrik op uit mijn gedachten door voetstappen die zachtjes in de verte klonken. Ze waren zwaar en schoven een stukje over de vloer bij elke stap. Het geluid werd harder. Zware voetstappen kwamen de kerker tegemoet. Verschrikt kijk ik in de richting waar het geluid vandaan is gekomen. Was het nu al ochtend? Kwamen ze me nu al ophalen? Ik druk mijn lichaam tegen de klamme muur. Ik was niet van plan vrijwillig en rechtstreeks mijn dood in te lopen. Met mijn rug tegen de muur loop ik dichter naar de tralies toe. Maar wat ging ik er aan doen? Ik had niks om mij mee te verdedigen. Ik kijk voorzichtig om het hoekje. De tralies zorgen ervoor dat ik beperkt zicht heb, maar ik kan net zien dat de wachters niet meer op hun standaard plek zitten. Wanneer er een donkere schaduw over de muren glijd, draai ik me met een ruk om zodat ik weer met mijn rug tegen de muur aangedrukt sta. Ik blijf een tijdje luisteren of de zware voetstappen terugkeren, maar als ik niks hoor, besluit ik mijn hoofd voorzichtig een stukje verder door de tralies te steken om een beter zicht te krijgen.

Wanneer ik mijn hoofd zo heb gedraaid dat het door de tralies past, kijk ik recht in twee groene mannelijke ogen. Ik kan mijn gil net onderdrukken als de jongen zijn handen om mijn mond klemt.

'Shhh!' Sist hij wanhopig.

Als reflex geef ik de jongen een klap in zijn gezicht. Hij deinst achteruit en grijpt naar de plek waar ik heb zojuist heb geraakt. Ik loop een stukje bij de tralies vandaan om er zeker van te zijn dat de jongen mij niet meer kan vastgrijpen. Op een veilige afstand neem ik de jongen goed in mij op. Hij kan weleens het laatste gezicht zijn dat ik zie. Helaas was zijn gezicht niet zichtbaar doordat hij deze achter zijn handen verbergt. De jongen is niet erg groot, dat zag ik wel. Ongeveer mijn lengte. Ook is hij niet erg gespierd voor een wachter.

'Au,'
'Godverdomme Skylar,' Mompelt hij geïrriteerd.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top