♔ 4
De jongen kijkt mij beledigd aan. 'Beginners geluk?' Hij schudt lachend zijn hoofd. 'Ik denk niet dat je dit "beginnersgeluk" kan noemen.' Ik knik kort naar hem. De zin was totaal niet tot mij door gedrongen.
'Ik ben al vanaf mijn geboorte getraind om ridder te worden.'
Met de punt van mijn laars draai ik ongemakkelijk rondjes in de modder. Ik kende maar weinig jongens die gewoon lekker zichzelf waren en gewoon eens duidelijk lieten merken wanneer zij bezorgd of verlegen waren. De jongen die nu naast mij stond was er hier geen van. Nee, deze jongen behoorde tot het meerendeel van de jongens. Altijd maar hun stoere kant willen laten zien en indruk maken op de vrouwen. Al wist ik niet zeker of het mogelijk was dat een jongen indruk wilde maken op mij. Ik was niet echt een typ die daar interesse voor had, dus de meeste jongens lieten mij achterwegen.
'Heeft ooit iemand je verteld dat je behoorlijk irritant bent? Ik luisterde vijf minuten geleden ook al niet meer.' Ik kijk de jongen nogmaals aan. Hij lijkt onder de indruk te zijn van dit antwoord. Na een korte stilte opent hij zijn mond opnieuw.
'Probeer jij mij nu voor schut te zetten?'
Ik hou mijn hoofd een beetje schuin en kijk de jongen uitdagend aan. Hij was een doorzetter, dat kon ik niet ontkennen. Daarom was dit voor mij het perfecte moment om er nog een schepje bovenop te doen.
'Och nee, jij hebt geen hulp nodig om jezelf voor schut te zetten.' Antwoord ik daarna met een schuine glimlach. De jongen lijkt zich er even bewust van te zijn dat wat ik zeg niet helemaal gelogen is, maar daarna staat zijn gezicht weer strak.
'Weet jij wel tegen wie je het hebt?' De jongen kijkt mij beledigd aan wanneer ik op het punt sta om weg te lopen. Het was wel duidelijk dat hij niet wilde dat het gesprek zou eindigen. Hij moest en zou gelijk krijgen. Ook weer een typisch kenmerk van de jongen die zijn ego hoog wilt houden. De hemel kleurde oranje en er stak een zachte wind op. Ik schatte dat het net iets later was dan 7 uur en ik begon ongeduldig te worden. In plaats van mijn tijd te verdoen bij deze jongen kon ik beter Lancelot gaan zoeken om vervolgens Gwaine uit de kroeg te gaan halen en te gaan jagen. Gwaine spendeerde zijn vrije tijd vaak in de kroeg en was het grootste deel van de dag dronken door de vele biertjes die hij had besteld. Toch was hij niet vervelend als hij dronken was. Op een of andere manier vond ik hem zelfs leuker als hij niet dronken was. Natuurlijk niet leuk leuk, Gwaine was als een tweede broer voor me, maar schattig leuk. Zijn kleine korte hikjes maakte hem net een klein kind.
'Zolang jij de koning niet bent, maakt mij dat vrij weinig uit.' Ik strijk een plukje haar uit mijn gezicht en draai daarna mijn rug naar de gespierde jongen toe en hoopte dat hij hiermee zou begrijpen dat het gesprek voor mij afgelopen was.
'Nee klopt. Ik ben zijn zoon. Arthur.'
Mijn adem stokt voor een seconde in mijn keel. De jongen, Arthur, staat opeens gevaarlijk dichtbij. Ik kan zijn adem in mijn nek voelen en mijn haartjes gaan overeind staan. Ik wist dat ik mijzelf behoorlijk in de problemen had gewerkt. Een prins uitmaken voor watje bleef natuurlijk niet ongestraft. maar toch voelde ik geen angst. Het voelde niet alsof hij mij zou vastzetten voor dit hele gedoe. Volgensmij vond hij het zelfs leuk om deze discussie te voeren. Het gaf me op een of andere manier een opgewonden gevoel, dat de kroonprins zoveel aandacht aan mij besteedde en dat hij nog geen centimeter van mij af stond. Natuurlijk kon ik mijzelf wel voor mijn hoofd slaan dat ik hem niet had herkend en niet had aangesproken alsof hij van adel was, maar ergens was ik juist blij dat ik deze fout had gemaakt. Ik draai mij langzaam om. 'Dat veranderd er niks aan dat je irritant bent.' Zeg ik langzaam wanneer ik hem recht in zijn lichtblauwe ogen aankijk.
Op dat moment voel ik een stevige hand op mijn schouder. Voor een seconde dacht ik dat de hand mij naar achter zou trekken, het kasteel in, of naar de schandpaal waar mensen mij met fruit zouden bekogelen, maar de hand bleef rustig op mijm schouder liggen en veroerde zich niet.
'Valt ze u lastig mijn heer?'
De bekende stem van Lancelot dringt mijn tot mij door. Ik wist meteen niet zeker meer of ik wel blij moest zijn met deze situatie. Misschien was ik gewoon liever in de kerkers was gegooid. Als Lancelot erachter zou komen wat er zojuist gebeurd was, moest ik dat nog jaren horen. Arthur laat zijn ogen van Lancelot naar mij glijden. Ik kijk ongemakkelijk naar mijn met modder bedekte schoenen.
'Nee Lancelot. Laat haar maar los.'
De greep bij mijn schouder verslapt. Ik schud de hand van mijn schouder af en doe dan een stap opzij zodat ik naast mijn oudere broer sta.
'Kom Lancelot, we gaan.' Ik trek aan zijn arm als teken dat hij mee moet komen, maar zijn ogen kijken mij streng aan. Ik wist meteen wat hij hiermee bedoelde, maar gehoorzamen wilde ik niet. 'Lancelot?' De blik in zijn ogen veranderd niet. Ik moest zo te zien gepast gedag zeggen als ik hier ooit nog weg wilde.
'Dankuwel Arthur, Kroonprins van Camelot,' Zeg ik extra overdreven. 'Het was een genoegen met u te praten.' Ik maak een overdreven buiging en loop daarna met grote passen weg. Er klinken na enkele seconden voetstappen achter mij waaraan ik kan herkennen dat Lancelot achter mij aan loopt. Een heel eind verder, hoor ik opnieuw de stem van Arthur.
'Wacht even! Ik weet je naam nog niet!'
Ik stop abrupt en draai mijn hoofd daarna een halve slag. Even denk ik na over mijn antwoord, maar ik besluit gewoon eerlijk te zijn. 'Skylar.' Antwoord ik geïrriteerd. En ik kijk Lancelot daarna boos aan wanneer zijn mondhoeken langzaam omhoog krullen. Ik weet precies wat er op dit moment door zijn hoofd gaat. Mijn kleine prinsesje heeft haar prins gevonden.
Where the boys go groeit zo snel! Ik had dit echt nooit verwacht! Super bedankt voor alle support, ook wanneer ik minder actief ben op Wattpad ;) Ik zou graag willen weten of jullie enige tips hebben om mijn schrijfstijl te verbeteren, en of jullie willen dat ik doorga met het toevoegen van Foto's Gifs's etc. Of of ik deze juist wel moet laten? Ik hoor graag van jullie!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top