hoofdstuk 2
Ik had verwacht dat het huis anders zou zijn dan het onze, maar dit was boven al mijn verwachtingen. Ik dacht dat het een normaal familiehuis ging zijn, met binnen een simpele inrichting. Maar dit is alles behalve simpel. De grote moderne woning voor ons is indrukwekkend. Het huis heeft grote ramen, een grote voordeur en de oprit naar het huis is minstens 200 meter lang. Ik kan al raden dat de inrichting binnen ook niet zo simpel zal zijn als ik had gedacht.
"Weet je zeker dat dit het juiste adres is?", fluistert Manou in mijn oor. Ik moet er zelf ook nog even over denken, maar het huisnummer klopt in ieder geval wel. Op de straat namen heb ik eerlijk gezegd niet gelet. Er was zoveel om naar te kijken dat ik niet gezien heb of we wel de juiste straat zijn ingereden.
"Daar zullen we nu achter komen", zeg ik op de zelfde fluistertoon aan haar. Samen lopen we naar de deur. Als ik achter me kijk zie ik dat Manou haar gezicht lijkbleek is en haar handen trillen. Ze probeert het voor me weg te steken, jammer voor haar dat ik het al opgemerkt had.
Als ik op het knopje van de deurbel druk horen we een hele zware bel afgaan. Het ding is zo luid dat ik gelijk naar mijn oren grijp waardoor mijn koffer uit mijn handen valt. Snel probeer ik het ding weer op te pakken maar niet veel later zwaait de grote eikenhouten deur open. De persoon kijkt me vol ongeloof aan terwijl ik probeer op zo deftig mogelijk mijn houding te verbeteren.
"Kom maar binnen", zegt de man. Zijn stem is diep en aan zijn kledij te zien is het niet onze nonkel. "Ik ben Luc de butler", zegt hij met de zelfde diepe stem als daarnet. Manou haar ogen staan vol ongeloof. Ik kan haar bijna zien denken: 'Hebben ze nu serieus een butler'. Al heb ik liever dat ze het denkt dan zegt.
Luc pakt onze koffers over en wijst ons de weg naar iets wat lijkt op een woonkamer. Ik wil de deur voor me zelf open doen maar James is me voor. Hij houdt de deur open en laat ons naar binnen wandelen. "Jullie koffers plaats ik op jullie kamer", zegt hij nog voor hij de deur achter zich sluit. Ik wou nog ' Dank u wel' zeggen maar hij was al weg.
"Wat leuk dat jullie er zijn", zegt een vrouwenstem. Ik draai me weg van de deur en zie een vrouw op ons afkomen. Ze maakt aanstalten om ons een knuffel te geven maar voor ze het doet lijkt ze zich te bedenken. "Ik hoop dat jullie een fijne reis hebben gehad", haar stem heeft een vragende toon maar de zin zelf lijkt niet echt op een vraag. Manou geeft enkel een knikje en ik volg haar voorbeeld. "Ik ben Sophie, de zus van jullie mama, en dat is mijn man Peter", vertelt ze terwijl ze zich omdraait naar de man die in een zetel zit. Peter mompelt een korte hallo maar gaat daarna weer verder met het lezen van zijn krant. Ondertussen zijn er een hele boel kinderen de kamer komen binnen wandelen. "Oh en dit zijn onze kinderen: Caroline en Charlotte zijn 10 jaar, Christian is 13, Claire is 16 en Colin is 19", legt ze uit terwijl ze elk van de kinderen aanwijst. Het valt me op dat al hun namen met een c beginnen en als je een kleine rekensom doet er tussen de leeftijden van de kinderen telkens 3 jaar zit.
"Wel ik ben Inoa, ik ben 17 jaar en dit is mijn kleine zusje Manou, zij is 13 jaar. ", vertel ik aan de mensen voor me. Het is moeilijk om te geloven dat ze eigenlijk familie zijn. Aangezien ze heel hard verschillen met hoe wij zijn. Aan hun kledij en leefomgeving te zien kun je wel zeggen dat ze genoeg geld hebben om van te leven. In tegenstelling tot onze familie hoeven ze zich vast geen zorgen te maken over geld.
"Wel, leuk dat jullie er zijn". De oudste jongen die volgens mij Colin heette. Stapt onze richting uit. "Als het oké is zal ik Inoa wel even tonen waar haar kamer is en misschien kan Christian, Manou even de weg wijzen?", vraagt hij aan zijn moeder die schijnbaar blij is met zijn enthousiasme. Hij gebaart me om hem te volgen. Zonder de rest nog een blik te gunnen loop ik hem achterna richting de deur.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top