hoofdstuk 1

Mijn kleren zijn volledig doorweekt als ik de huiskamer binnen stap. Terwijl ik klets nat in de kamer sta zie ik alle gezichten naar mij draaien. Iedereen lijkt een beetje af te wachten wie er eerst iets zal zeggen, maar uiteindelijk is het mijn mama die opstaat en naar me toe loopt.

 "Wat heb je nou weer gedaan", schreeuwt ze. Ze stampt mijn richting uit en aan haar gezicht te zien is ze alles behalve blij. Ze kijkt zo boos dat ik de neiging heb terug naar buiten te lopen. "Over een uur staat er hier een taxi voor de deur en ga je weg en jij besluit even in het bos te gaan wandelen terwijl je duidelijk wist dat het ging regenen."

Ze spreekt de woorden met zoveel verontwaardiging uit dat het voor iedereen voelbaar moet zijn. Ik zie hoe ze hun gezicht in de plooi proberen te houden maar het is duidelijk te zien dat ze net als mij heel hard geschrokken zijn. Als mijn moeder wijst richting de trap weet ik dat ik me maar best snel ga omkleden. Snel ren ik naar boven, pak een stapeltje kleren en spring onder de douche. De eerste paar minuten heb ik nog warm, stromend water, maar na enkele minuten verandert het in eerder lauw water en is het stromend water van daarnet veranderd in een regen van druppels. Nog iets later is het water waar ik onder sta ijskoud. We hebben dit probleem wel vaker aangezien de boiler, die voor de verwarming van het water zorgt, kapot is en we hem momenteel niet kunnen laten repareren. Na een bepaalde tijd wen je er wel aan en is het alsof je nooit warm water hebt gehad. 

Na enkele minuten onder het koude water stap ik uit de douche. Het besef dat ik hier een tijdje niet meer zal wonen geeft me een raar gevoel. Alsof ik hier straks weg ga en nooit meer terug kom. Het is niet het perfecte leven hier, maar het heeft zijn charmes. Al snap ik de keuzes van mijn ouders, het voelt toch raar om naar de stad te gaan. Uit verhalen hoorde ik dat het er altijd druk is, je de geluiden van auto's op de straten hoort en er heel veel te beleven valt. Heel erg anders dan hier bij ons in het dorp. Hier is het rustig, er zijn geen geluiden van rond razende auto's en iedereen kent iedereen. Het is een best gezellige boel en het contact met mijn ouders zal ik zeker missen. 

Ik steek nog snel de laatste spullen in mijn koffer. Het is geen groot ding aangezien er ook niet veel in moet. Buiten een paar kleren, foto's, schoenen en wat andere spullen hoef ik bijna niks mee te nemen. 

"Denk je dat het er anders zal zijn?". 

Ik draai me om en staar in de ogen van mijn jongere zusje, Manou. Ze heeft een soort van bange uitdrukking op haar gezicht. 

"Ik denk dat het er anders zal zijn maar net zo leuk als hier", vertel ik haar in de hoop dat het haar wat kalmeert. "Je zult het er vast heel erg naar je zin hebben". 

Snel rits ik mijn koffer dicht en loop samen met Manou naar beneden. Zij had het er het moeilijkst mee om weg te gaan. Normaal is ze een heel vrolijk meisje, maar de spanning lijkt haar een beetje van haar stuk te hebben gebracht. Ik heb hier geen vriendinnen, maar zij wel. Ze heeft hier een aardig vriendengroepje met 4 andere meisjes en ik kan me alleen maar voorstellen hoe het voor haar voelt om ze te moeten achterlaten. 

10 minuten later stappen we samen in een zwarte auto. Mijn moeder staat al voor de deur met tranen in haar ogen terwijl vader haar in zijn armen sluit. Zelf krijg ik ook even tranen in mijn ogen maar besluit sterk te zijn voor mijn zusje. We zwaaien allebei terwijl we wegrijden van ons ouderlijk huis. Op het einde van de straat draaien we naar rechts en niet veel later zijn we het dorp uit richting de autosnelweg. De chauffeur lijkt me maar een stil type. Buiten de woorden 'Goede dag' en 'stap maar in ' heeft hij nog geen woord tegen ons gezegd. Het zal waarschijnlijk maar een saaie stille autorit worden. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top