-H4- Wat gebeurde er?

De rest van de dag gaat op automatische piloot. Kate blijkt daar het beste gezelschap voor te zijn, want wauw, wat kan zij kletsen. Ze zou Cassie misschien nog wel verslaan. Ik heb er nooit last van gehad, het is eigenlijk best fijn om zelf niet aan het woord te hoeven zijn. Al helemaal wanneer je hoofd steeds opnieuw je nachtmerrie aan het afspelen is. Ik kan de vragen niet stoppen; heeft Elijah wat gezien? Heeft hij er in gekeken? Ik ken niet veel mensen die dat niet zouden doen, al helemaal tieners. Moet ik hem aanspreken? Het vragen? Ik wil het zo graag weten, maar ik ben tegelijkertijd doodsbang voor het antwoord.

Dat is waarom Kate nu zo heerlijk is om mee om te gaan. Alles wat ik moet doen, is op de goeie momenten lachen, knikken, en af en toe een kort zinnetje zeggen. Ik ben er aardig goed in geworden, al zeg ik het zelf. Ik heb al enige oefening gehad. Het enigste nadeel van dit alles, is dat Kate blijkbaar een enorme crush op Elijah heeft, en hem minstens één keer in de tien minuten noemt. Ik schrik dus één keer in de tien minuten op van mijn waas.

In de lunch neemt Kate mij mee naar haar vriendinnen. Het meest verschrikkelijke wat je op de eerste dag van middelbare school kan gebeuren, alleen zitten bij lunch, vermeden? Check.

Het gaat dus helemaal niet zo heel verkeerd.

"Dus, was je vorige school heel anders, stadsmeisje?" Een meisje die naast mij zit probeert een gesprek op gang te brengen. Haar naam is... Iets met een N? Of S misschien? Ik weet het eerlijk gezegd niet, het zijn zoveel nieuwe namen.

"Uhm," ik trek mijzelf uit de automatische piloot. En denk dan even na. Heel anders. "Aardig anders." Ik lach erbij. "Een stuk groter, dat zeker. Hoeveel leerlingen gaan hier naar school?"
"689, met jou erbij zitten we op 690." Ze haalt enkel haar schouders op als ze mijn verbaasde blik ziet. "Ik hou van dat soort feitjes."

"Dat is..." Zo anders. Niks wat iemand op mijn oude school zou toegeven als ze populair willen zijn. "Best cool, eigenlijk." En dat vind ik oprecht. "Het precieze nummer weet ik niet, maar minstens drie keer zo groot. Het was de grootste middelbare school van de stad. En elke pauze was er wel een gevecht. En elke week begonnen we met een toespraak van de directeur met de hele school. Het was één groot drama, hij wachtte tot iedereen stil was, maar dat lukt natuurlijk nooit met zoveel mensen. Scholieren, nog wel. En we moesten er een half uur eerder voor op school komen, oplichterij. Die ga ik zeker niet missen."

Het meisje naast mij lacht. "Nee, dat zou ik ook niet geweldig vinden nee."
Ik glimlach en vang toevallig de blik van Kate. Die mij aanstaart. En op donder staat. Maar zo snel ze mij ziet kijken, glimlacht ze vriendelijk. En stort zich vervolgens in het gesprek aan haar kant van de tafel.

Dat was vreemd.

Er komt een groepje onze kant op lopen. Ik heb niet veel interesse in ze, ik probeer meer zo sociaal mogelijk te zijn. Tot ik twee van hun herken, en bijna in mijn water verslik.

Het is Elijah, in gesprek met de jongen van vanochtend van alle 690 mensen op deze school. Ook Kate heeft ze gespot, en voordat ze fatsoenlijk bij de tafel staan, schreeuwt ze: "Elijah! Hoi! Ik heb een plekje voor je bewaart!" Ze klopt op de tafel naast haar. 

Maar Elijah haalt alleen een hand op als teken dat hij haar heeft gezien, en gaat vervolgens. Ongeveer. Recht. Tegenover. Mij??? Zitten?? Mijn hart slaat een slag over en ik ben aardig zeker dat er meer bloed naar mijn hoofd stijgt dan gewild is.

Hij schenkt mij echter niet heel veel aandacht. "Hey, Mar. Hoe was geschiedenis?"

"Je weet het, we hadden Eric. Kan nooit mis."

Ik heb geen eens opgemerkt dat Mar, blijkbaar, bij ons in de klas zat tijdens geschiedenis. Zou Mar een bijnaam zijn? Zou Elijah Mar leuk vinden?

"Hoe was biologie?" 

Elijah kijkt haar voor een seconde aan, en zucht dan alleen maar, waarna Mar en de jongen van vanochtend in de lach schieten. Die tweede lijkt mij ook opgemerkt te hebben.

"He Noralie! Hoe was je eerste uur?"

Hoe weet hij mijn naam? Hoe weet ik zijn naam niet? Help.

"Uhm, prima. Goed! Ik zat in dezelfde klas als Mar..." 

Mar gniffelt wat. Dus niet haar volledige naam? Help. Ik probeer me te herpakken en kuch even. "Ja, Eric is geweldig. Maar, uh, hij is ook mijn mentor, dus zou jij niet ook in die klas moeten zijn?" 

"Oh, nee. Ik heb een ander vakkenpakket." 

"Oh, vandaar." Ik heb net het meest saaie gesprek ooit voortgebracht. Ik moet interessanter zijn. Hoe kan ik interessanter zijn?

Het gesprek gaat verder, vooral tussen Mar en de jongen van vanochtend. Ik doe mijn best om zijn naam, of haar volledige naam, op te pikken, maar ik heb nog niet echt succes.

Op een gegeven moment komt er een bekend onderwerp naar boven. "Oh!" Zegt Mar opeens, en gaat rechtop zitten, alsof ze lang heeft gewacht om dit te zeggen. "Heb je de jas gezien die Macy vandaag droeg?" 

Macy was het meisje naast wie ik niet ging zitten vandaag, dat weet ik nog. Ik zoek rond en vind haar in de kantine, aan tafel met twee andere meisjes. Maar ze lijkt wat afgezonderd, niet in gesprek, en hangt boven haar lunchbox. Er hangt een jas over haar leuning, in felle, kleurige vlakken van rood, groen en geel. 

Oh. Ik zie wat Mar bedoelt. 

"Ze is een beetje apart, of niet?" Zeg ik, want dat is het soort praat die iedereen weet hoe je het moet praten, toch?

Na lang stil te zijn, reageert Elijah gelijk op mijn opmerking, en het lijkt uit een felle hoek te komen. "Ik denk dat ze gewoon wat meer moeite heeft met sociale omstandigheden dan de meeste mensen." Hij kijkt mij recht aan.

Met licht paniekerige ogen kijk ik de andere twee aan, maar ze staren terug, zonder wat te zeggen.

Ik weet niet wat ik moet doen. Of zeggen. Dit had ik niet verwacht. Help. Ik neem een grote hap van mijn muesli reep. Mar lijkt gelukkig door te hebben dat ik niks meer ga zeggen, en neemt het over. "Ja, uhm, ik wou zeggen dat ik hem gaaf vind." Ze kijkt even opzij, bijna alsof ze kijkt of ik het heb gehoord. "Denk je dat ze hem tweedehands heeft gekocht? Ik denk dat ik haar ga vragen waar ze hem vandaan heeft."

Mij diep schamend duik ik, net als Macy, in mijn lunchbox, en zeg de rest van de pauze bijna niks.

De pauze bel gaat, en ik pak alles snel in. En ik besef me dat ik geen idee heb wat ik nu heb. Ik wil naar Katy lopen om te vragen waar zij naartoe gaat, terwijl ik ook mijn lijst uit mijn tas vis. Ook verfrommeld. De rest van de groep is al aan het weggelopen, en mijn hart klopt iets sneller.

"Hey!"

Ik kijk op.

"4b, toch? Ik denk dat je Nederlands hebt." De jongen van vanochtend staat naast mij.
Snel kijk ik op de lijst. Nederlands. Klopt.

Ik glimlach, maar ben enorm op mijn hoede. Ze vonden mijn opmerking niet leuk, dat kon ik wel merken. "Ja, Nederlands."

"Dan kan je met mij meelopen, we moeten naar de tweede verdieping. Bereid je voor, deze lerares kan alleen maar monotoon praten." 

Ik lach zenuwachtig. Hij moet mij aardig gaan vinden. Of aardiger. Waarom heb ik nooit aardig hoeven zijn? Of mijn best er op moeten doen? Ik haat nieuwe scholen. "Dank je. Zeg, ik heb nooit je naam gevraagd.."

"Is dit een poging tot?"

Er ontsnapt een irritante giechel uit mijn keel, die ik zo snel mogelijk smoor. "Ja. Poging tot."
"Officieel Joseph, maar ik heb een kleine hekel aan die naam voluit, dus je kan me Jo noemen. Op z'n Engels. Net als Mar kort voor Marlies is." 

Het is alsof hij met zinnen knipogen uitdeelt. Ik kan de plagende glimlach bijna in zijn woorden horen. Betekent dit dat hij mij die opmerking vergeven heeft? Dat hij mij nog een kans wilt geven, mij nog steeds soort van leuk vind?

Terwijl we de trap oplopen, zie ik Mar, of Marlies, naar Macy toelopen.


Lieffais

Hey lieffies!! Hoe gaat het? <3

Miranda: Heeey Noralie!

Cassie: Nooor, hoe was je eerste dag!! Leuke jongens ontmoet? ;)

Lorena: Noraliee, je wilt niet weten wat er gebeurd is. Cassie is op date gegaan met Caleb! Kan je het geloven?!

Miranda: Ze had blijkbaar al heel lang een crush op hem. Schattig he!

Miranda: Hebben jullie eigenlijk nog gepraat?

Ja, we hebben kort gebeld

Lorena: Vind je het niet erg dan?

Nee hoor!

Miranda: Oh, gelukkig maar!

Lorena: En Roos appt ook met een jongen!! He?

Roos: Ja :)

Cassie: Zo schattig

Missy: Gaan we morgen nog shoppen?

Lorena: Ja toch?

Cassie: 2 uur voor de H&M dacht ik?

Lorena: He Noralie wil je anders mee!

Awww jammer, ik kan niet :( Volgende keer!!

Cassie: Ja, binnenkort afspreken hoor!

Miranda: Ja Noralie wanneer kunnen we bij jou langs!!

Daar moet ik nog even naar kijken hoor, het is hier allemaal nog wel een beetje een rotzooi..


Roos

Hey! :) Hoe gaat het? Rottige manier om zo achter Cassie en Caleb te komen... Ik vond het te snel. Ze hadden je minstens iets kunnen zeggen.

Haha maakt mij niet heel veel uit hoor! <3

Gelezen


Zo gaat er een week voorbij. Ik kom er achter dat Elijah en Joseph broers zijn, wat ik had kunnen raden. Ze lijken inderdaad op elkaar. Elijah zit een klas hoger en zat vorig jaar bij Marlies in de klas, maar Marlies is blijven zitten en zit nu in dezelfde klas als ons, maar dan met een andere mentor. Daardoor heb ik alleen geschiedenis met haar. De drie kennen elkaar van de kerk, waar ik in een losjes gesprek over een of andere jeugdavond achter kwam. Ze nodigden mij ook uit. Ik had bedankt, maar kon niet omdat ik veel huiswerk had. Wat niet helemaal waar was, maar ik weet niet hoe ik over de kerk voel. Of over dat ze er zo vrijgesproken over praten. Ik ben het helemaal niet gewend. Net als dat ze Macy verdedigen.

Ik heb nog niet de moed opgebouwd om Elijah te vragen of hij in het notitieboekje heeft gekeken, en ik ben er niet zeker of ik het ooit ga doen. Er lijkt niks over de inhoud van het boekje door school heen te gaan. Plus, ik ben aardig zeker dat Elijah me niet mag. Het is alsof het een straf voor hem is om met mij te praten.

Wat Katy trouwens niet doet. Het is een enorm aparte combinatie, de groep. Het lijken er vaak twee te zijn. Katy is zoals ik gewend ben, je beste kant laten zien, jezelf het hoogst proberen te krijgen, andere mensen wat plagen.. Het is bekend terrein. Terwijl aan de andere kant zich iets compleets nieuws voor mij voordoet. Met mensen die wat meer privé lijken te zijn, vooral Elijah, maar tegelijk ook vooral aardig willen overkomen. Ik weet niet hoe ik me hier over voel, en ik weet nooit aan welke kant ik moet gaan zitten of staan. Vaak trek ik naar Katy toe. Het is makkelijker, minder nadenkwerk.

Ook krijg ik het idee dat Katy's "kant" zich wat op de andere kant forceren, door altijd bij hun te gaan staan, terwijl het nooit andersom is. Dat is wat me werkelijk ongemakkelijk laat voelen, want ik wil niet tot een last zijn.

Nu gebeurt het opnieuw. Het is precies een week en een dag na mijn eerste schooldag. Aan het eind van de vorige week heeft Eric zich aan zijn belofte gehouden; het ging alleen over de vakken. Mijn psycholoog had aangeraden hem wel wat in te lichten, maar ik had het niet in me. Ik moet zelfs nog wennen aan het vertrouwen van deze nieuwe psycholoog. Liever één persoon per keer.

Maar goed. De twee groepen. Het laatste uur is uitgevallen, en Katy, Leon, Lieke, ik en iemand wiens naam ik nog niet weet, lopen naar buiten. Katy ziet overduidelijk Mar, Elijah, Jo en iemand die ik niet ken staan, want ze knikt enthousiast naar ons dat we mee moeten lopen. Dus dat doe ik.

"Hallo daar! Laatste uur uitgevallen? Of zijn we aan het spijbelen?" Vraagt ze, en lacht dan uitbundig. Ik voel me verplicht wat met haar mee te lachen. De groep tegenover ons geeft ons een kleine glimlach.

"Hey, Katy." Zegt Jo vrolijk.

Ik heb deze jongen nog nooit geïrriteerd gezien, of überhaupt ook maar een klein beetje een slechte dag zien hebben.

"Wat zijn de plannen voor vandaag?" Vraagt Katy.

Ik sla mijn ogen naar de grond toe. Ik voel het al aankomen.

"Uhm, we gaan gewoon naar huis, eigenlijk. Niks bijzonders." Jo krijgt een blik van Elijah toegeworpen, die hij niet opvangt. 

"Een vrije middag! Perfect! Zou het niet geweldig zijn als we vandaag konden zwemmen? Zeg, hebben jullie niet een geweldig zwembad in jullie tuin?"

Een zwembad in de tuin? Dat was mijn droom terug in de grote stad en het grote huis. Ik heb het nooit gekregen. Hier zou het hem ook niet worden. Tenzij een voetenbadje op het balkon meetelt.

"Uhm, klopt, dat hebben wij..." begint Jo, en mist ook de volgende waarschuwende blik van Elijah. 

Mar heeft ook in de gaten wat er te gebeuren staat. "Eigenlijk, ik was niet van plan om met ze..."

"Maar dat sluit ons toch niet uit? Kijk eens wat een zonnige middag het is!" Onderbreekt Katy haar.

Jo kijkt even naar links, naar zijn broer, alsof hij toestemming vragen wilt. Die lijkt er maar aan toe te geven en haalt zijn schouders op.

Katy heeft alles al haarfijn opgepikt, en nog voordat Jo het definitieve antwoord kan geven, slaakt ze een kleine gil en zegt: "Perfect! Dat wordt zo leuk! Met wie kan ik meerijden? Mijn ouders hebben mij naar school gebracht, en ik verwacht ze nog niet tot een uur later."

Ik kan het niet geloven. Moet ik hier in mee gaan? Of zal ik maar naar huis gaan zodat ze niet geïrriteerd worden door mij?

"Ik heb de auto mee, dus daar kan het grootste deel in mee. Alleen twee mensen..."

Hij heeft een auto? Mag hij daar in rijden?

"Oké, dus wie gaan wat anders regelen?" Vraagt Katy.

"Ik heb een fiets, die kan ik niet echt achter laten, dus..." Ik wil impliceren dat ik dan maar het beste naar huis kan gaan, maar het neemt een andere wending. 

"Ik ben ook op de fiets. Je kan wel mee fietsen." Zegt Elijah.

Een fiets terwijl zijn broer met de auto gaat?

"Oh, dan kan ik mooi achterop!" Glundert Katy opeens. Voor een moment ben ik verward, want zonet maakte ze wel aardig duidelijk dat zij niet iets anders zou regelen, maar dan klikt het. Ze wilt natuurlijk bij Elijah in de buurt zijn.

Iedereen lijkt hier mee akkoord te zijn, en de grotere helft van de groep vertrekt naar de parkeerplaats, terwijl het ongemakkelijke trio waar ik me in bevind naar de fietsenstalling loopt.
Onder het lopen laat ik mijn moeder weten dat ik later ben met een appje, terwijl ik Katy tegen Elijah aan hoor praten. Katy doet me in steeds meer opzichten denken aan Cassie, niet alleen het kletsen meer. Ook zij lijkt de touwtjes in handen te hebben. Het is soms wel fijn, die kwaliteiten. Dan hoef je zelf niet telkens wat te verzinnen om te zeggen, of beslissingen te nemen. Ik kan niet zeggen dat Elijah er hetzelfde over denkt. Zijn gezicht staat op onweer. Maar zelfs nu knikt hij met haar mee. Het is een eigenaardig paar, de twee broers. En Marlies trouwens ook.

We halen ons fiets uit het rek, en ik schiet bijna in de lach als ik het gezicht van Katy zie, die Elijah's fiets ziet. "Oh. Je hebt geen bagagedrager?" Vraagt ze.

Elijah kijkt nog eens even extra goed naar zijn eigen fiets. "Nee, volgens mij zit die er niet op."

"Die van mij wel," geef ik hulpvol aan. 

Ze schenkt me een zuinig glimlachje en loopt naar mijn fiets. "Ik moet wel eerst zitten, hoor. Anders lukt het niet."

Dus neemt ze plaats op mijn bagagedrager, en ik zet af. Het gaat aardig goed, alleen wat vaart maken, en... Katy grijpt mijn middel vast. Niet net de zijkant, of de zijkanten van de bagagedrager, of rustig een arm eromheen slaan. Ze grijpt me vast alsof ik net een gekke bocht maak, alsof er een grote hobbel in de weg zit, alsof ik net iets heb gedaan wat hem niet aanstaat.

Ik adem scherp in en gooi mijn stuur om. Het wiel blokkeert ons om verder vooruit te gaan, en de fiets kantelt. Samen met de fiets vallen we met zijn tweeën om, in de berm. Achter mij hoor ik een gil, Katy valt met haar knieën in de modder. Geschrokken krabbel ik op, mijn hart klopt nog in mijn keel, en ik vecht tegen de neiging om weg te rennen.

Katy zit jammerend op de grond, en ik stap naar haar toe om haar overeind te helpen. Elijah, die achter ons fietste, stapt snel af. 

"Nora! Kijk nou wat je hebt gedaan! Dit is mijn lievelingsbroek! Hij is geruïneerd. Je bent me €50 schuldig!"

Ik kijk haar leeg aan. 50 euro. Ik slik.

"Katy, serieus?" Hoor ik van links. Elijah kijkt Katy niet al te vriendelijk aan.

"Ach, €50 is niks. En kijk dan, dit is niet schoon te krijgen hoor!"

Ik voel de blik van Elijah op mij gericht, alsof hij een reactie verwacht. Maar mijn brein is nog aan het opstarten, en reacties zijn niet mijn sterkste punt op het moment. 

Dan zie ik hem in zijn jaszak grijpen. En hij haalt zijn portemonnee er uit. En er komt daadwerkelijk een briefje van 50 uit. Alsof het niks is. Katy en ik staren er naar.

Oh nee, nee nee nee nee nee. "Nee, nee. Alsjeblieft- Nee. Uhm, ja is goed. Maar alsjeblieft, nee." Gebaar ik met mijn hand naar het uitgestoken briefje.

Zwijgend stopt Elijah het terug. "Wat gebeurde er?"

Katy verplaatst haar blik naar mij, alsof ze alle schuld op mij schuift. Wat waarschijnlijk gepast is.

"Uhm. Ik, uhm... Voelde me wat duizelig. Opeens. Niet zo veel aan de hand." Nerveus zet ik mijn fiets weer overeind.

"Duizelig? Voel je je oké? Je ziet er wat wit uit." Elijah staart zoekend naar de parkeerplaats.

"Nee, nee. Het was maar voor even. Het is weg nu. Ik kan weer fietsen hoor." Ik ben er nu op voorbereid, nu kan ik me er wel doorheen trekken.

Zijn ogen verplaatsen zich naar mij. Hij moet stoppen met dat doen, dat onderzoekende kijken, het maakt me ongemakkelijk. Ik pulk aan de handvatten van mijn stuur.

"Misschien is dat niet het beste idee. Jo is al vertrokken, maar ik kan hem bellen en vragen...

"Oh nee, nee. Echt. Het is oké."

Maar deze jongen lijkt dat niet als antwoord te nemen. 

"Katy, kan jij fietsen met iemand achterop?"

Ze lacht hard en kort. "Nee, absoluut niet. Ik heb het één kee-"

"Je kan wel fietsen, toch?"

"Natuurlijk, wie kan er nou niet fietsen?"

"Mooi. Waarom neem jij mijn fiets niet, en dan neem ik Nora achterop?" 

Katy is even stil. "Wacht! Waarom neemt Nora jou fiets niet, en dan kan ik bij jou achterop?" Ze lijkt enorm trots op haar oplossing.

"Ja, dat vind ik geen probleem," zeg ik gelijk. 

"Ik denk niet dat dat slim is, Nora kan nog een keer duizelig worden, en dat zou niet zo handig zijn midden in het verkeer."

Ik kijk hem verbaasd aan. Normaal praat hij niet zo veel, lijkt zich niet zoveel van iedereen aan te trekken, maar nu doet hij alsof ik een gewonde ben, alleen maar omdat ik een paar secondes het stuur niet onder controle had? Ik weet niet of ik me vereerd of verkleint moet voelen. 

Katy lijkt ook door te hebben dat haar plan niet gaat werken, en ze neemt de fiets van Elijah over met een grote glimlach. Elijah trekt zijn handen soepel weg voordat ze die aan kan raken.
Dan neemt Elijah mijn fiets over. "Dat is wel oké toch, als ik op jouw fiets fiets?" 

Dat is waar hij zich nu zorgen over maakt? Hij blijft mij verbazen. Ik knik.

En we doen een tweede poging om op weg te gaan. Katy heeft moeite met opstappen en afstappen op de mannenfiets, en ik geef haar groot gelijk, het zijn rotdingen met de hoge stangen. Het lijkt Elijah geen enkele moeite te kosten met mij achterop, gelukkig. 

En dan gaat het weer over in de aparte situatie van de fietsenstalling. Katy raakt nu echter snel buiten adem raakt; waarschijnlijk door al het praten en het proberen bij te houden van Elijah, die de vaart er flink in heeft.

Ik doe mijn uiterste best om Elijah niet aan te raken, want ik weet nog steeds niet hoe hij over mij denkt; bij elke jongen terug in de stad had ik de kans gegrepen en mijn arm om hun middel gegrepen, maar daar wist ik dat ik wel met ze kon flirten. Op één of andere manier ben ik er voorzichtiger mee bij Elijah.

Elijah knikt wat met Katy mee, en vraagt eens in de zoveel tijd: "Duizelig?" 

De derde keer antwoord ik: "Van al jouw vragen? Bijna, inmiddels."

En dat is de eerste keer dat ik Elijah zachtjes hoor lachen. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top