-H3- Echt, je bent mijn rolmodel
Het zit zo. Wanneer je naar de middelbare school gaat, ben je nog 12. Je bent een kind. Je hebt wel door dat je nieuwe mensen ontmoet, en natuurlijk ben je nerveus, maar de meeste zijn niet zo akelig bewust van zichzelf. Zoals ik dat nu wel ben. Ik voel mijn tenen tintelen, mijn hart klopt zo hard dat ik bang ben dat het uit mijn borstkas gaat springen, en ik kijk telkens gejaagd op van allerlei geluiden. Ik schrik van alles, toeterende auto's, gillende kinderen op het schoolplein... Telkens voelde het alsof ik zou worden aangereden. Zoals je misschien wel kunt voorstellen, de rit op fiets naar school toe was een hel.
Maar misschien is dit erger. Ik sta voor het gebouw, maar mijn voeten dragen me er niet naartoe. Ik sta een beetje vast. Één, ik wil niet. Echt niet. Twee, ik heb geen idee waar ik naartoe moet. Waarschijnlijk kom ik daar wel achter als ik naar binnen loop, maar ja, ik heb ook nog steeds punt één.
Dus ik sta, midden op het plein, mijn Whatsapp te checken. Het proefwerk was niet al te best gemaakt, alhoewel Roos niet reageerde, en ik aardig zeker ben dat zij wel een goed cijfer heeft. Zij kan moeilijk niet een goed cijfer halen. Ik heb een foto gestuurd waarin mijn kamer aardig groot leek, maar vooral heel gezellig (want dat is hij nu zeker, met fairy lights, foto's van oude magazines aan de muur, en zacht roze met donker, diep blauw), en ze vonden het allemaal geweldig. Maar de dag erna kwam er subtiel in de groepsapp naar boven dat ze met de groep jongens waar Caleb in zit (die nog steeds niks heeft gezegd, zelfs na mijn enkele poging om een gesprek te beginnen) hebben afgesproken, alsof dat heel normaal was. Roos had mij privé gestuurd dat ze niet mee was gegaan en dat ze het er niet mee eens was geweest, maar ik had haar verteld dat ik er niet mee zat.
Wat ik natuurlijk wel deed. Heel erg, eigenlijk.
Intussen stromen de leerlingen om mij heen. Misschien was wachten niet de beste optie geweest, maar nu wil ik me al helemaal niet meer bewegen. Ik voel me bovenop alles nu ook nog eens aangestaard. Dit is een nachtmerrie, wat ben ik aan het doen? Waarom loop ik niet gewoon naar binnen?
Een krimpend gevoel in mijn borstkas begint op te komen. Oh nee, niet nu. Ik weet wat dat betekent. Nu raak ik in paniek over in paniek raken. Wat het alleen nog maar erger maakt.
Ik wil naar huis toe.
"He! Nieuw hier, of niet? Heb je hulp nodig met iets vinden of zo?" Een jongen met een opvallend knalrode jas en een goeie bos krullend haar dat tot bijna aan zijn ogen zakt, staat plots voor mij en haalt mij uit mijn naar beneden bewegende spiraal.
Oke. Strategie. Je wilt er tussen passen, liefst populair zijn. Populaire kinderen zijn zelfverzekerd, hebben geen hulp nodig.
Dus ik glimlach naar hem, en antwoord: "Nee, maar bedankt!"
Hij haalt zijn schouders op en lacht terug. "Cool. Succes!" En hij draait zich terug naar de school.
Wacht. Wat ben ik aan het doen? Er werd letterlijk aan mij aangeboden om de weg te wijzen, dat zou mij zo enorm veel stress schelen als ik binnen om mij heen moet kijken, proberend de weg te vinden.
Ik hou mijn adem in en zet drie grote passen. Gelukkig is hij niet zo'n snelle loper.
"Uhm, sorry. Misschien wel een beetje? Ik ben op zoek naar het directie kantoor?"
Hij draait zich terug naar mij om en antwoord vriendelijk: "Tuurlijk. Loop maar mee, het is een beetje een chaos binnen."
"Ah, geweldig. Dankjewel!"
"Dus, had ik het goed? Nieuw?" Vraagt hij, terwijl we de klapdeuren doorlopen.
"Tja. Helaas wel." Lach ik. Shit, waarom zei ik helaas? Klaag ik nu al? En nu kan ik niet meer fatsoenlijk doorpraten.
Maar deze jongen blijkt een natuurtalent te zijn in sociale contacten. "Ah, ja. Op zo'n kleine school ga je inderdaad veel aandacht krijgen," lacht hij. "Maar we zijn oké, hoor. Al zeg ik het zelf." En hij geeft me zowaar een knipoog erachteraan.
Ik lach en voel me zowaar wat meer op mijn gemak. "Daar twijfel ik niet over, hoor!"
We stoppen met lopen. "Oké, directie kantoor is daar achteraan naar links. Kan niet missen."
"Je bent een held, dankjewel!" zeg ik op mijn vrolijkste toon. Ik denk niet dat ik zo snel mensen een "held" wil noemen, maar dit soort dingen doe ik nou eenmaal. Komt er opeens iets clichés uit, iets doms of zelfs wat klef. Tot nu toe blijken mensen het echter best leuk te vinden.
Hij lacht er wat om. "Geen probleem. Zeg, in welke klas ben je ingedeeld?"
Ik haal het netjes verfrommelde stuk papier uit mijn jaszak. "Uhm, oh daar. Klas 4B."
Hij klapt zijn handen samen. "Wat een geluk! Dan zit je in dezelfde als ik. We hebben sowieso Nederlands, Engels en mentor klas samen. Ik zie je ergens aan het einde van de dag wel weer."
Op een of andere manier geeft dit wel een soort kalmte, want ik mag hem wel. Wat vreemd is, want ik ben het helemaal niet gewend om met jongens om te gaan, alleen op feestjes of flirterig. Maar wie weet...
"Kijk, dan moet het goed komen!" Ik denk niet dat deze zin een helemaal logisch antwoord is. Maar nu vang ik mijn gedachtegang snel genoeg weer op, voor het simpele: "Dan zie ik je dan!" Nu heb ik twee keer "dan" gezegd.
Hij lijkt gelukkig niks door te hebben, steekt zijn hand op en stapt de trap op met twee tredes tegelijk.
En ik loop door het gangetje naar achteren toe, met het netjes verfrommelde stukje papier in mijn hand.
De directie zet me op een stoel net buiten het kantoor neer. Ik staar naar de schilderijen aan de muur tegenover mij. Weilanden met bloemen en vage rode of blauwe filters er overheen. Niet heel bijzonder, wel apart.
Gelukkig duurt het maar enkele minuten voordat er iemand mij komt halen. "Nora, is dat correct?" De stoel maakt akelig veel geluid als ik hem naar achter schuif. "Noralie," corrigeer ik automatisch, "ja! Dat ben ik."
Een man van rond de 30 met een streepjes trui steekt zijn hand uit. "Ik ben je mentor, meneer Jansen! Maar dat is alleen voor de officiële dingen, ik heb liever dat je me gewoon Eric noemt."
Ik schud zijn hand met een glimlach en samen lopen we naar één van de kantoren. Hij sluit de deur achter mij en gebaart dat ik plaats kan nemen.
"Oké," begint hij met zo'n uitgerekte 'e', "Noralie! Ten eerste, welkom. We zijn blij je hier te mogen ontvangen! Dit is je rooster, je hebt geluk. Je volgende klas is geschiedenis, en dat is mijn vak, dus kan je zo meelopen!"
Shit. Ik heb de jongen die mij naar het directie kantoor heeft gewezen niet om zijn naam gevraagd. Is dat onbeleefd? Ik denk dat het aardig erg onbeleefd is. Shit, shit, shit.
Eric neemt nog wat basis dingen door met mij, zoals schoolregels en lunch pauzes en vakken waar ik wat moet inhalen en vakken waar ik wat rustiger aan voor kan doen. Ik mag Eric wel. Hij is lekker luchtig, en lijkt een toffe leraar te zijn. Ik denk dat ik het wel leuk vind dat hij mijn mentor is.
"En, je moeder heeft ons ook lichtelijk geïnformeerd over de situatie."
Het bloed trekt weg uit mijn wangen.
"Natuurlijk geen details, maar wel dat het kan zijn dat je wat extra aandacht of aansturing nodig hebt. Je mag me natuurlijk altijd op komen zoeken, maar het lijkt me een goed idee om aan het eind van de week even kort af te spreken om te kijkt hoe het gaat?"
Ik weet niet zeker of ik heb gehoord wat hij zei. Waarschijnlijk wel. Ja, ik heb de woorden wel gehoord, maar ze zijn niet doorgedrongen. Alles wat ik zie zijn de fel gekleurde strepen van zijn trui die nu in het rond lijken te springen.
"Noralie? Wat vind je daarvan?"
Ik denk dat ik moet knikken. Dus beweeg ik mijn hoofd langzaam op en neer.
Het is even stil. Heb ik niet het goede antwoord gegeven?
Dan zie ik hem naar voren bewegen, zijn handen zijn samengevouwen en leunen nu op de tafel "Ze heeft je niet verteld dat ze dat heeft gedaan, of wel?"
Langzaam komen de strepen weer tot stilstand. Ik schud mijn hoofd.
"Sorry. Ik wou je niet oncomfortabel laten voelen. Wat ik zonet zei, is alles wat ik weet. Dat je misschien wat meer aanwijzing nodig hebt, of je werk soms niet op tijd in kan leveren. Niks over de situatie inhoudelijk. Ik ga je ook niet vragen ook maar iets te vertellen, zeker niet. Ik wil alleen dat je weet dat, als je wilt, je me kunt vertrouwen. En ons gesprek aan het einde van de week zal er alleen maar over gaan of je alle vakken bij kunt houden. Tenzij jij het over meer wilt hebben. Oké?"
Ik haal diep adem, en raap mijzelf bij elkaar. Ik wil en zal niet die kwetsbare persoon zijn. Dus ik glimlach breed. "Ja, oké. Vind u het erg als ik even naar de wc ga?"
Hij gelooft me niet, hij kijkt zo door mij heen. Dat zie ik ook wel. Maar gelukkig knikt hij. "Gewoon de gang weer uit lopen, aan de muur waar je tegen aan loopt iets naar rechts."
"Oké. Dankuwel!" Ik sta wat gehaast op en pak mijn rugtas mee. Gewoon, om de optie te hebben niet meer terug te komen. En ik ben een meisje, hij kan er niet echt naar vragen, of wel?
Ik denk niet dat ik adem haal tot ik de wc's heb gecheckt (leeg) en neerzak op nummer 1. Ik zucht diep, maar adem rasperig meteen weer in. Mijn hoofd zakt in mijn armen.
Ik wil niet dat meisje zijn met een speciale situatie, iemand waar iedereen anders naar kijkt, met medelijden. Ik wil gewoon zijn, gewoon behandeld worden, voor zover dat lukt als het nieuwe meisje zijnde.
Nog een reden om mijn tas mee te nemen: notitieboekje. Snel pak ik mijn rugtas dichterbij en probeer met mijn hevig trillende vingers de rits open te krijgen. Het duurt even, maar dan heb ik hem en mijn pen erbij. Ik ga nergens heen zonder dit notitieboekje, al zorg ik er altijd goed voor dat niemand anders er bij komt. Ik sla hem open op een random pagina en begin cirkels te tekenen, hard drukkend met de pen, en stop niet tot de pagina gevuld is. Even check ik mijn ademhaling. Bijna terug naar normaal. Ik blader even door de pagina's gevuld met gedichten, verhaaltjes, kleding schetsen en simpelweg kras pagina's zoals vandaag. Dan stop ik alles snel weer terug, want ik moet niet te lang wegblijven. Dat lijkt al helemaal vreemd.
Lijkt er op dat ik terug ga, dan.
Ik ga niet weg voordat ik mijn handen heb gewassen (het is tenslotte een wc), en nog enkel licht draaierig loop ik de deur uit.
En bots flink hard tegen iemand op die langs komt lopen. En net de boeken in de tas probeert te stoppen. Die nu in slowmotion uit de bijbehorende handen vallen.
"Ho!" Met meerdere luide klappen stuiteren de boeken op de grond.
Ik wil huilen. Hard.
Ik val op mijn knieën en begin de boeken op te stapelen. "Oh! Mijn schuld, sorry, sorry... Ik had moeten kijken of er iemand voorbij liep..."
"Maakt niet uit. Kan gebeuren." Zegt een zwaardere stem, die naast mij bukt.
Ik blik even naar de persoon en oh-
Even denk ik dat het de jongen van vanochtend is. Maar ondanks dat ze dezelfde bouw en gezichtsstructuur hebben, heeft deze jongen lichter en stijl haar, met een diepe, donkerdere kleur ogen. Vreemd genoeg vallen mij ook zijn moedervlekken op, op een goede manier, die rijk aanwezig zijn tussen wat rode oneffenheden op zijn gezicht.
Is het nog nodig te zeggen dat dit 100% mijn type is? Of was dat duidelijk genoeg?
Maar ja. Boeken dus. Op de grond. En een tot aan huilen aan toe mentaliteit. Die niet te zien is. Toch? Ik doe in ieder geval mijn best.
Gelukkig zijn het niet al te veel boeken, en al snel hebben we ze samen bij elkaar geraapt. Terwijl we op staan, geef ik de boeken aan hem terug en oh-
Ook zijn kledingstijl is. Geweldig. Als in, hoe ik zou willen kleden. Als in, modeshow waardig. Als in, ik voel me nu underdressed. Als in, shit ik heb waarschijnlijk een populaire jongen tegen het lijf gelopen. Dit moet wel geweldige content zijn voor de school. Ik zie het al in de krant staan: Nieuw meisje loopt populaire jongen tegen het lijf. In de hal staat inderdaad de enkeling die geen klas heeft met veel interesse toe te kijken. Begint iemand al een boek te schrijven?
Hij heeft een beige, wat wijdere broek, met een zwarte riem en een witte blouse erboven. Het klinkt simpel, maar zoals hij het draagt is dat het niet. Of misschien wel, alleen zie ik het niet meer.
Ik glimlach verontschuldigend. "Nogmaals sorry. Ik hoop dat niks beschadigd is, of zo."
Ik durf het net aan om hem recht aan te kijken, maar ik schrik van zijn blik. Het is onderzoekend of zo, ik voel me opeens heel erg blootgesteld. Was mijn paniekaanval te zien? Of de tot aan huilen toe mentaliteit, voor ik werd afgeleid door het perfecte voorbeeld van mijn type?
Maar hij zegt er niks over, glimlacht alleen licht terug. "Ik ben aardig zeker dat de boeken het wel aan kunnen, geen zorgen." Hij houdt de boeken omhoog als een soort bedankje (bedankt dat ik tegen hem aan ben gelopen?) en loopt richting de trap.
Iedereen is hier zo ontzettend aardig en behulpzaam. Nog meer dingen waardoor ik in de war raak.
Ik adem rustig uit, pak mijn rugtas van de grond af en rits hem dicht (waarom had ik dat nog niet gedaan?) en haast me terug naar het kantoor, voor hoever die paar seconden tellen.
Eric bracht het onderwerp gelukkig niet meer op. Nadat hij zijn informatie had gekregen en gedeeld, begonnen we te praten over tv shows. Ik weet niet meer hoe we er op zijn gekomen.
Nog meer bewijs dat ik hem mag. Nu ben ik zelfs weer aardig relaxed.
We zijn in een hevige discussie over welke tv show het beste is, The Witcher of The Umbrella Academy (de tweede voor mij), als hij luchtig op zijn horloge kijkt. En schrikt van de tijd. "Oh nee! Nu al? Zeg, we moeten over drie minuten in de klas zijn, pak snel je spullen bij elkaar!"
Ik schiet in de lach en kijk toe hoe hij probeert alles zo netjes mogelijk in zijn tas te proppen. Mijn tas staat al klaar.
Met de papieren in mijn hand haast ik me achter hem aan, terwijl hij met drie, ja echt, drie, treden tegelijk de trap op loopt. Gelukkig is het op de eerste verdieping. Mijn hart klopt weer eens in mijn keel en ik denk dat mijn wangen aan het branden zijn.
We komen de klas in, waar iedereen al op hem zit te wachten. Aan hun gezichten te zien zijn ze het wel gewend dat hun leraar laat is. Maar de gesprekken verdoezelen als ze mij zien.
Leuk.
De klas is simpel ingericht, alleen de blauwe stoelen en de oud uitziende kaart die het grootste gedeelte van de achterste wand bedekt, springen er uit.
"Goedemorgen klas! Hoe was jullie eerste uur? Geweldig? Ja, dat dacht ik al wel," zegt meneer Jansen tegen de klas, met een stem die in de uiterste hoeken van de kamer komt. "Zoals jullie niet hebben kunnen missen, heb ik jullie nieuwe klasgenote meegenomen. Noralie, dit is de klas. Klas, dit is Noralie. Noralie,"
Akelig wacht ik af tot hij vraagt of ik iets over mezelf wil vertellen.
"We zijn met het project bezig vandaag, dus zitten we in de tweetallen. Maar ik zie dat de partners van Macy en Kate er allebei niet zijn vandaag, dus kan je naast één van hun gaan zitten."
Oh nee. Dit is akelig. Een keuze maken waar ik wil gaan zitten, dat is alsof hij mij nu vraagt blind een keuze te maken tussen populair zijn of een afgang halen.
Één van de meiden zit achteraan. Ze glimlacht breed, heeft prachtig stijl haar, zo'n perfect gezichtje en wenkt mij enthousiast om naast haar te komen zitten. Ik kijk even snel naar het andere meisje, die wat meer vooraan zit. Ze geeft me een zenuwachtige glimlach. Ik richt mijn blik op de grond en loop haar voorbij, om naast het meisje achter in de klas te gaan zitten.
"Hey!" Zeg ik vrolijk als ik naast haar plof.
"Hallo zeg! Kan ik even zeggen dat ik je schoenen echt, geweldig, vind? Ik ben Kate, en jij bent dus Noralie? Echt, wat mij betreft mag je mijn partner gelijk vervangen voor dit project!"
Oké, enthousiast! Ik mag de op-hyping wel. Dat is één van de voordelen van een meisje zijn.
Lachend tast ik in mijn tas, op zoek naar een schrift en het geschiedenisboek dat ik nieuw heb moeten bestellen. Ik leg ze op mijn tafel, en check automatisch of mijn notitieboekje er ook in zit.
Een verdoofd gevoel schiet mijn hoofd binnen. Het vakje is leeg. Het standaard vakje, het vakje waar mijn notitieboekje altijd in zit. In een nieuwe golf van paniek tast ik door de andere vakken, en neem de tas dan op schoot om er in te kijken.
Leeg.
Het is er niet.
De evenementen van slechts een uur eerder spelen zich in mijn hoofd af. Ik zie het notitieboekje op de rand van de wasbak liggen. Wat betekent dat ik hem nog niet in mijn tas had gestopt toen ik de wc uitliep. Wat betekent...
Ik druk de nagels diep in mijn handen om nu geen emotie te laten zien, of in midden in de klas mijn tweede paniekaanval van de dag te hebben.
Kate stoot mij aan, "Heb je een pen nodig? Ik heb genoeg reserves, hoor."
Er wordt op de deur geklopt. En dan staat opeens de jongen van mijn nachtmerries in de klas, die minuten geleden nog de jongen van mijn dromen was. Ik hoor de giechels rondom mij geen eens.
"Elijah! Wat kan ik voor je doen?" Vraagt Eric.
"Niks, meneer. Dank u wel. Ik kom alleen even iets terugbrengen, ik geloof dat ik iets van één van uw leerlingen heb." En hij houdt mijn notitieboekje in zijn hand. Het liefst wil ik er naar toe rennen, het uit zijn handen rukken, en dan hem verbranden. Of in ieder geval een deel van zijn herinneringen.
Eric gebaart dat hij zijn gang mag gaan, en de persoon die blijkbaar Elijah heet, loopt de klas door. Hij stopt voor mijn tafel. "Deze is van jou, toch?" Zijn doordringende ogen houden de mijne vast. Mijn meest belangrijke bezit houdt hij voor zich uit gestoken.
Ik zet mijn best mogelijke toneelspel op. Beleefd glimlachen, knikken. "Ja, dat klopt. Dankjewel!" Hij glimlacht terug, en legt het notitieboekje op mijn tafel. Ik grijp het weg. Zo ontzettend blij dat ik mijn handen er weer om heen kan sluiten, zo ontzettend bang wat hij kan hebben gezien.
Voordat hij weg is, giechelt Kate naast mij. "Elijah! Hey!"
Hij blikt opzij. "Hoi, Kate."
Dit resulteert in nog veel meer giechels.
Ik denk niet dat ik helemaal mee krijg dat hij uit de klas loopt.
"Je notitieboekje aan hem geven! Echt, wat een geweldig slimme zet. Dat je dat voor elkaar hebt gekregen, zeg! Echt, je bent mijn rolmodel." Kate geeft me een paarse pen.
Nu heb je de 3 hoofdpersonen van het boek ontmoet! Wat zijn jullie eerste gedachtes over iedereen? :)
Lekker lang hoofdstuk wel. Laat het me weten als het te lang voor jullie is!
Super bedankt voor het lezen!!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top