-H23- Wat je ook maar kwijt wilt
Mijn moeder is mogelijk een superheld. Bijna compleet in haar eentje heeft ze haar droom voortgezet. Joe heeft wel alles gedaan wat hij kon om te helpen, maar in een interieurontwerp bureau opzetten had hij niet heel veel kennis. Dus naast haar werk en ons huis opknappen, heeft ze zelf een cursus gevolgd voor interieurontwerp. Nu wilt ze een deeltijdopleiding volgen, terwijl ze ook al bezig is een klein kantoor te openen. En dat zonder dat iemand in haar omgeving haar echte leiding er in kon geven.
Nu staat ze er, op haar gemak, in de nog stoffige ruimte met houten planken en verfpotten overal verspreid, met haar kop koffie in de hand, naar de muur starend, ongetwijfeld dingen ziend die voor ons pas in de toekomst zichtbaar zijn. Het is een kleine ruimte, afgelegen van zelfs het centrum van dit kleine dorp, maar het is een ruimte. Ik ben zo blij dat ze heeft bespaard op onze woning, zodat ze nu dit kan doen. Ze verdient het.
Niet dat ik er op dit moment bij stil sta. We komen met zijn drieën binnen, Jo, Luca en ik, voor mij is het de derde keer. Mijn moeder kijkt verbaasd op. "Hey! Wat leuk dat jullie er zijn, ik had jullie niet verwacht. Hoe was je gala? En wie is dit?" Ze kijkt nieuwsgierig naar Jo en dan terug naar mij.
Ik kijk niet rond, stel geen vragen over de ontwikkelingen, ik vergeet zelfs Jo voor te stellen. Er ontsnapt mij een snik en ik stort mezelf in haar armen.
"Oh! Oh, meisje toch. Gaat het wel goed?" Zegt ze, de koffieloze arm om me heen slaand.
"Hallo, mevrouw. Ik ben Jo," stelt Jo zich wat ongemakkelijk voor.
"Hey, Jo. Wat leuk je te ontmoeten, ik heb veel over je gehoord. Uhm, ik zou een hand geven, maar..." Ongetwijfeld seint ze met haar ogen naar het wrak van een persoon dat in haar armen hangt, dat ik ben.
Ik negeer hun.
Jo zegt enkel: "Het was een lange dag."
Het was inderdaad een lange dag.
Mama stuurt Jo en mij naar de winkel toe om ijs te halen. Het is zielig weer, met een grijze lucht. Maar ijs helpt altijd. Het wordt gegeten in kleermakerszit op de vloer, want Luca heeft de enigste tafel en stoel in beslag genomen om te tekenen. Dat is wanneer mijn moeder een korte update krijgt van wat er wel niet allemaal is gebeurd in slechts 24 uur. Ik kan niet geloven dat het maar 24 uur is. Het lijkt genoeg gebeurtenissen te zijn voor een week.
Ze kijkt me met gemengde gevoelens aan als ik meld hoe ik het gala verlaten heb en ze kijkt verontwaardig wanneer ik haar vertel over de geruchten en ze trekt haar wenkbrauwen samen als ik haar vertel dat ik iemand geslagen heb, maar weet verder niet zo goed hoe ze moet reageren. Mijn vader deed dit gedeelte altijd. Met vooral veel schreeuwen. Missen doe ik het niet. Of hem. Schreeuwen is niet echt iets wat mijn moeder in haar heeft, en ze doet het ook nu niet. Ze zegt alleen dat als ik denk dat het een goede actie was, ze er niet veel van kan zeggen. Maar dat is het juist. Ik weet niet of het de juiste zet was, ik voel me er schuldig over. Dus wanneer mijn moeder samen met Luca de muur in een gedurfde oranje-bruin verft, sein ik Jo mee naar buiten.
We gaan zitten op het stoepje op de parkeerplaats die voor ons ligt, die bijna compleet verlaten is. Hij wacht tot ik wat zeg. Maar het duurt even voor ik weet wat ik moet zeggen, waarom ik hem mee seinde, want mijn gevoelens liggen overhoop.
"Ik weet niet of ik Willem had moeten slaan," krijg ik er uiteindelijk uit.
Hij bestudeerd mij, mijn gespannen, opgekropte houding. "Ik weet het ook niet," bekent hij, "maar ik snap wel waarom je het deed. Eerst dat gedoe op school, waar hij regelrecht een eikel is geweest, en dan komt hij ook nog eens achter je broertje aan. Het voelde zelfs dreigend, vond ik, dat hij er was."
Ik knik. "Ja. Maar dat ik gelijk op geweld ben overgegaan, wat zegt dat over mij?"
"Één, niet gelijk. Je hebt hem genoeg kansen gegeven om weg te lopen. Twee, misschien zegt het wel dat je erg beschermend bent over je broertje."
"Of dat ik agressief ben," mompel ik. En een gevaar voor anderen. Maar dat voelt nog iets te kwetsbaar, iets te dichtbij, om hardop te zeggen.
"Ik denk niet dat ik je ooit agressief heb zien zijn, Nora. Dit was vast eenmalig. Willem duwde je gewoon over het randje vandaag."
"Ik hoop het," mompel ik, niet zeker wetend wat ik verder zeggen moet, zonder mezelf te veel bloot te geven. Ik wil echt dat hij gelijk heeft. Ik wil geen gevaar zijn voor anderen. Een rilling trekt over mijn rug. Luca, mijn moeder... We waren net veilig. Het voelde net veilig. Ik kan niet degene zijn die daar verandering in brengt.
"Hé, raad eens?" Zegt Jo, niet bewust van wat er in mijn hoofd afspeelt.
"Wat?"
"Je hebt je wat opengesteld."
"Ja, daar lijkt het op, ja."
"Dat is vooruitgang, niet?"
"Geduld wordt beloond," zegt ik met een plagende blik.
Hij gaat niet door op het plagende gedeelte. "Dankjewel, voor mij vertrouwen. En het vertellen."
Ik geef hem een wazige glimlach.
"Hoe voel je je?"
"Slecht," brom ik. Ik haat negatief zijn. "Maar niet alleen meer in de manier van dat iets slecht mij overkomen is, maar ook dat ik een slecht mens ben."
Jo geeft mij een flinke duw tegen mijn schouder, zodat ik bijna omkieper. "He!" Zeg ik, maar kan niet voorkomen dat een zachte lach mij ontsnapt.
Er ligt een priemende vinger bijna op mijn neus. "Jij bent géén slecht mens."
Ik lach, ook al kan ik deze nieuwe gevoelens en twijfels niet compleet wegdrukken. Wat als een slecht mens zijn in je DNA zit? Wat als je geen keuze hebt, en altijd je ouders fouten zal herhalen?
De volgende dag sleep ik mezelf uit bed. Het is alleen maar één voet voor de andere, herinner ik mezelf. Één voet naar voren zetten lijkt niet zo veel. En als ik dat kan doen, ben ik weer een stapje verder. Dan lukt de volgende ook vast.
Mijn moeder geeft me een extra lange knuffel, die ik doorgeef aan Luca. "Niet bang zijn, oké? De rare jongen komt niet weer. Mama brengt je weg en haalt je op, tot aan het schoolgebouw." Ook heeft mama de school gebeld om de situatie uit te leggen, zodat ze wat extra op Luca letten en jongens die om het schoolplein heen hangen, maar dit zeg ik niet tegen Luca. Ik denk dat dat alleen maar meer stress geeft.
"Ben ik een homo omdat ik een rokje draag?" Vraagt hij prompt, als ik mijn lunch in mijn schooltas stop.
"Nee. Iedereen kan een rokje dragen. Mensen dragen rokjes omdat ze het leuk vinden staan, niet omdat ze jongens of meisjes leuk vinden."
"Dus ik ben geen homo?"
Ik lach zachtjes, lichtelijk nerveus. Zeg nu maar het juiste ding. "Wie weet. Misschien wel, misschien niet. Maar daar hoef jij nu nog niet over na te denken, als je dat niet wilt. Je hebt alle tijd om uit te zoeken wie je bent en wat je leuk vind, oké? Net als dat je nog uit gaat zoeken wat je later wilt worden."
"Dinosaurussen onderzoeken," zegt hij, maar hij knikt.
"En Luca? Homo zijn is geen slecht ding, onthoud je dat?"
Hij knikt opnieuw, zijn ogen groot en serieus.
Ik steek mijn vuist naar hem uit, en hij geeft mij een boks als afscheid.
Wanneer ik op school ben, loop ik met mijn neus in de lucht door de gangen heen. Hoger dan nodig, maar dat maakt me niet zoveel uit. Het helpt met het negeren van alle stemmen om mij heen.
In de kantine zie ik vanaf een afstandje Willem in zijn groep staan, met een paarse vlek op zijn wang en een dik oog. Hij ziet mij ook. Dan grijnst hij. Het geeft me de rillingen. Misschien heeft hij het tegen de school gezegd. Waarom zou hij dat niet doen? Maar ik laat me niet kennen en grijns lekker breed terug. De zijne vervaagt gelijk.
Ik plof met mijn tas tegenover Mar. Jo en Elijah zijn niet te bekennen. "Willem grijnsde naar mij."
Mar krijgt een vieze blik op haar gezicht. "Ieuw."
"Vind je het niet raar?"
"Is alles niet raar aan die gozer?"
"Ja, maar... Ik heb hem gisteren in zijn gezicht geslagen."
Mar proest ongelovig. "Kan je me de volgende keer uitnodigen?"
Ik lach zachtjes. "Ik zal het onthouden. Maar... Waarom zou hij dan naar mij lachen? Ik denk dat hij het de school heeft verteld."
Ze haalt haar schouders op. "Dan vertel je toch gewoon wat hij heeft gedaan? Ik zou zeggen dat dit alleen maar problemen voor hem geeft."
"De school weet het al, hij heeft al met ze moeten praten, ik denk zelfs de directeur?"
Mars wenkbrauwen schieten verwachtingsvol omhoog.
"Ze zeiden dat Willem het moest ontkennen."
"Uhhhg," zucht Mar en ze zakt met haar hoofd op haar armen, die op tafel liggen. "De wereld heeft nog heel wat te leren."
Ik zucht ook en zak onderuit. Met extra spanning wacht ik op mijn mentoruur.
Eric verspilt geen tijd. Hij zet iedereen aan het werk en binnen vijf minuten zitten we in zijn kantoor, beneden. Het voelt officieel, we zitten precies zoals we op mijn eerste schooldag zaten. Deze keer alleen zonder zijn felgekleurde streepjes trui. Mijn handen zijn wat zweterig.
Hij vouwt zijn handen samen. "Hoe gaat het, Nora?"
"Ja, goed. Prima," lieg ik. Ik denk er geen eens over na. Het komt er gewoon uit, voordat ik mezelf kan stoppen.
"Nora, er is heel wat gebeurd."
Ik knik.
"Ten eerste wil ik zeggen dat ik het erg vervelend voor je vindt. Als ik de directeur was geweest, had ik serieus werk gemaakt van dit. Ten opzichte van Willem maar ook hoe de school het opvatte."
Is Eric een feminist?
"Helaas zijn er verschillen tussen mij en de directie. Ze denken er anders over. Zoals je misschien al wel hebt gehoord, vinden ze het een onderwerp dat het liefst compleet vermeden wordt. Gelukkig dachten ze niet dat er jou iets te beschuldigen valt. Toen hoorden we echter vanochtend over het incident dat zich gisteren heeft plaatsgevonden."
Mijn wangen kleuren rood.
"Je hebt Willem in het gezicht geslagen?"
Ik knik, mijn ogen groot van schuld.
"Waarom?"
"Hij was... Hij was bij de school van mijn broertje. Hij kwam... Hij kwam aan mijn broertje." Ik stotter, het gevoel dat ik in de problemen zit bemant mij, een antwoord kan ik nauwelijks verzinnen.
Eric knikt, en ik zie hem zuchten. Klein, bijna onopmerkzaam. "Natuurlijk heeft Willem dat vergeten erbij te vertellen."
Ik knijp mijn ogen verbaasd samen. "Wat heeft hij gezegd wat er gebeurd is?"
"In het kort, dat je agressief op hem afkwam en hem zonder goede reden in het gezicht sloeg."
Ongelovig zak ik tegen de rugleuning aan. Het kan blijkbaar nog beter worden, met meneer Willem.
"Er is hem vertelt dat we er niks aan kunnen doen, omdat het niet op schoolgrond is gebeurd, maar dat we er wel een oog op zouden houden. Dat het niet weer gebeurd."
Ik knik opnieuw, mijn mond in een strakke lijn gespannen. Dat gaat nog moeilijk worden, als hij dit volhoudt. Ook al weet ik ook dat als ik hem opnieuw zou slaan, mijn schuldgevoel alleen maar groter wordt. Ik zal me langer inhouden. Er moet dan wel iets heel groots gebeuren.
"Nora, wil je het misschien van jouw kant vertellen?" Vraagt hij.
Ik kijk hem even aan. Wil ik dat? Kan ik dat? "Welk gedeelte?"
"Wat je ook maar kwijt wilt."
Starend naar het tafelblad overweeg ik mijn opties. Gisteren had ik me inderdaad opengesteld naar Jo toe. Zou ik het vandaag weer kunnen? Nog iemand vertrouwen? Ik schraap mijn keel. Dan doe ik mijn best het te vertellen. Beginnend bij hoe ik er achterkwam wat Willem had verteld aan iedereen die het maar wou horen, hoe mensen mij "slet" begonnen te noemen, wat ik in de kantine had geschreeuwd, tot de middag dat ik Luca ophaalde, dat Willem ons intimideerde en wat er toe leidde dat ik hem sloeg.
Eric knikt, luistert geduldig. Wanneer ik klaar ben, leunt hij naar voren. "Nora, je hebt me heel veel vertelt, maar alles is feitelijk. Laat me duidelijk zijn, je zit niet in de problemen. En anders zorg ik er wel voor dat je er uit blijft... Zo lang je Willem niet nog een keer slaat. Denk je dat dat lukt?"
Gaat moeilijk worden. Maar ik glimlach en verzeker hem dat dat goed komt.
"Mooi zo. Maar nu... Wil je me ook vertellen hoe je je voelt? Of heeft laten voelen, al dit?"
Oh. "Ik weet het niet," beken ik.
Hij knikt. "Dat is oké. We zijn klaar als jij niks meer te vertellen hebt, maar als je nog wat van je af moet, dan kan je me vertrouwen."
Ik blijf zitten. Mijn brein kraakt, probeert vertrouwen te vinden in de stoffige hoeken. Dan flap ik het er uit. "Ik wil niet gevaarlijk zijn."
Geduldig wacht Eric tot ik meer zeg.
"Ik wil geen gevaar zijn. Niet voor mijn moeder, of Luca."
"Waarom denk je dat je een gevaar zou zijn?"
"Omdat ik Willem heb geslagen." Ik haal diep adem. "Omdat mijn vader... gevaarlijk was. Is." Het is de eerste keer dat ik mijn vader heb genoemd in maanden, tegen wie dan ook.
"Wil je daar meer over zeggen?"
Mijn hart klopt wat sneller. Zelfs bij mijn psycholoog ontwijk ik dit onderwerp. "Ik... Mijn vader... Hij was bezig met illegale dingen. Ik... Hij werd er gestresst door. Kwam geïrriteerd, boos thuis. Hij was streng, en... controlerend. Denk ik. Wou dat we alles deden volgens zijn regels." Er springen tranen in mijn ogen als ik er over nadenk, angst sluipt naar binnen door de herinneringen heen. "Hij is opgepakt, moest naar de rechtbank. Toen kwamen we er pas achter wat hij wel niet deed in zijn werkplaats. Hij kreeg... Hij kreeg een gevangenisstraf."
"Dat is waarom jullie verhuisd zijn?"
Ik knik en snif, waar ik gelijk spijt van heb als Eric mij een papieren zakdoekje aanbiedt.
"Voel je je nu wel veilig?"
"Uhm, jawel. Meestal. Van hem, wel."
"En van Willem? Voel je je door hem onveilig op school? Of door iemand anders?"
Ik schud mijn hoofd. "Nee. Ik denk het niet. Hij is irritant, en moet van mij en mijn familie en vrienden afblijven. Maar echt bang ben ik niet. Het is tienergedrag, geen echte dreiging."
"Je bent een moedig persoon, Nora."
Ik weet niet wat ik daar op moet zeggen.
Mijn moeder wilt ook met mij praten, die middag. Vraagt hoe het gaat, hoe ik me voel. Maar ik word een beetje gek van iedereen die vraagt hoe het gaat. Ik wil niet keer op keer tegen iedereen hetzelfde moeten zeggen. Ook al gaat het slecht, ik wil het niet steeds moeten herhalen en steeds zelf herinnert worden aan alles wat er mis is. Misschien is het oneerlijk tegenover haar, ze is immers wel mijn moeder, maar ik kap haar af. Zegt dat het prima gaat, dat het op school weer geregeld is.
Twee eerlijke gesprekken in twee dagen is meer dan genoeg, vind ik zelf.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top