-H19- Misschien, misschien niet. Dat gaan we zien.
Met een zwaar gevoel fiets ik naar school toe. Het is inmiddels een maand geleden dat ik Elijah het ongewilde nieuws heb gebracht. De meeste ongemakkelijkheid is er wel weer van af, maar zoals ik al had verwacht, is het niet meer hetzelfde tussen ons, niet zoals toen bij het rolschaatsten. De gevoelens? Hardnekkig. Ze willen absoluut niet weg gaan.
Het zware gevoel komt echter ergens anders vandaan. We hebben morgenavond een gala voor het einde van het jaar. Voor Jo, Mar en mij komt er nog een jaar. Maar voor Elijah is dit de laatste. Dat betekent geen Elijah tijdens lunch, of in de auto ergens naartoe, of na schooltijd op het plein. Natuurlijk zie ik hem nog wel bij Jo en Elijah thuis, maar toch. Misschien praat hij het minste in onze kleine groep, maar toch. Het gaat zo anders zijn. Alleen omdat hij minder woorden zegt betekent nog niet dat hij misbaar is, hij voegt toe aan de dynamiek, op zijn eigen manier. Ik heb er geen zin in. Mini klein plus puntje; dan gaat het makkelijker zijn om over hem heen te komen. Dat is iets waar ik nu misschien ook al mee moet beginnen.
Mijn gedachtes dwalen af naar de jurk die ik voor het gala aan het maken ben. Het is mijn eerste keer. Tot nu toe heb ik mijn naaimachine alleen gebruikt voor dingen als kussenslopen. En een broek, wat makkelijker zou moeten zijn dan een bovenstuk, maar het ging alsnog niet geweldig. Met het eindejaarsgala dat er aan kwam, leek me de perfecte kans om het eens uit te proberen. Uiteraard ben ik veel te laat begonnen. Dat in combinatie met veel te ambitieus met het design te zijn, maakt dat ik wat aan de late kant ben. Klein beetje maar. Oftewel: ik zit in een enorme tijdsnood. Niet afspreken na school en misschien een late avond vandaag, dan.
Nadat ik mijn fiets in het rek op school heb weggezet, loop ik nog steeds in gedachtes naar de ingang toe. Tot iemand in het groepje voor mij iets laat vallen. Niemand van hen merkt het op. Het lijkt op een schrift.
"He!" Meerdere mensen kijken op, maar niet degenen die ik nodig heb. Dus ik versnel wat, pak het schrift op en loop op een drafje tot een kleine meter achter hun. "He!" Nu moeten ze wel omdraaien.
Met een bijna vijandige blik draaien ze zich met zijn zessen om. Oh, deze gasten. Ik voel me meteen geïntimideerd. Ze zitten bij Elijah in het jaar, en staan niet bekend als de meest lieve mensen. Ik houd het schrift voor mij uit. "Iemand heeft dit laten vallen."
Gelukkig trekken ze wat bij, en de blik alsof ik van plan was in mijn eentje hun allen aan te vallen verdwijnt.
De langste van hen stapt naar voren. "Ja, die is van mij," ik krijg er zowaar een glimlach bij. "Dankjewel."
Ik glimlach terug en overhandig hem, waarna ik van plan ben weg te lopen. Maar de jongen voor mij heeft een ander idee. "Wat is je naam? Ik denk niet dat ik je eerder gezien heb."
"Oh, Nora. Ik ga hier ook nog niet zo lang naar school."
"Ah. Ik vond het al apart."
Er klinkt een luide alarmbel in mijn hoofd, die mij heel subtiel vraagt: WORDT ER OP DIT MOMENT MET MIJ GEFLIRT? Ik verzeker mezelf dat het een gewone opmerking is, en dat hij duidt op dat het zo'n kleine school is. Dus ik knik. "Heh. Wat is jouw naam?"
De groep die achter hem aan het wachten is schiet in de lach, en even ben ik bang dat ik hem gekwetst heb. Maar hij lijkt alleen geamuseerd. "Willem," laat hij mij weten.
Hij is van plan nog wat te zeggen, maar als zijn blik op iets achter mij valt, blijft het stil. Het volgende moment voel ik een arm die om mijn middel geslagen wordt, op zo'n manier waarop koppels het alleen doen, door iemand die naast mij komt staan. Met een ruk draai ik me om, om degene te vertellen afstand te houden, maar ik bevries als ik zie wie het is. Elijah. Verbijsterd kijk ik hem aan.
"Hey, Willem," zegt hij luchtig, zonder mij, die geen houding weet te geven, aan te kijken.
"Elijah! Hey." Hij kijkt even van mij naar Elijah en terug, maar twijfelt niet lang. "Nora, ga jij toevallig ook naar het eindgala?"
Elijah geeft antwoord voor ik iets kan zeggen. "Ja, ze gaat met mij."
Dat is genoeg. Met moeite verberg ik mijn boosheid van de groep voor mij, maar Elijah krijgt wel een onzichtbaar stootje van mijn elleboog. Ik draai me naar Willem toe. "Ja, ik ga inderdaad. Met onder andere Elijah, we gaan als een groep." Hopelijk is dit genoeg gehint naar dat Elijah en ik geen koppel zijn. Ik heb geen idee wat Elijah bezielt.
Hij knikt. "Oké, leuk, Nora. Ik kijk er naar uit om je daar te zien." Met zo'n zelfgenoegzame glimlach loopt hij naar achteren, en ik knik en glimlach terug, tot hij zich omdraait.
Gelijk valt de arm van Elijah naar beneden en zowaar probeert hij ook nog te ontsnappen, maar ik hou hem tegen en pak zijn arm stevig vast. Nijdig leun ik naar voren. "Wat moest dat voorstellen?" Sis ik.
Hij staart mij aan, zoekt naar woorden. "Die jongen... Is niet goed voor jou. Ik ken hem."
"Dat is dan toch voor mij om te ontdekken! Of iets om mij te vertellen! Ik heb mijn gevoelens voor jou aardig duidelijk gemaakt, toch? En ik heb het goed opgevat dat dit niet wederzijds is, of niet soms?" Ik blijf hem recht aan kijken, waardoor hij gedwongen naar de grond blikt. Zijn hoofd knikt licht.
"Dan doe je dit toch niet, man. Ten eerste doe je alsof je mij bezit, ten tweede speel je met mijn gevoelens! Zeg het de volgende keer gewoon."
"Oké, oké. Sorry, Nora, echt. Het was een slechte actie. Toen ik je met hem zag praten, dacht ik alleen... Hij is gewoon echt geen goeie kerel. Hij gaat van de één naar de andere meid, en maakt ze ondertussen allemaal belachelijk. Je verdient echt beter. Ik wou je alleen beschermen."
"Door mij te claimen?"
"Nora..."
"Ik kom er zelf wel achter, of het een goeie kerel is. Bedankt voor niks." Ik laat hem los en loop driftig weg. Ik ben niet meer alleen verbijsterd door Elijah, maar ook door mijn reactie. Was dat te heftig? Misschien is het wel alle emoties bij elkaar. Maar op dit moment, vind ik dat ik best het recht heb om pissig op Elijah te zijn.
Ik negeer die dag, en de volgende, Elijah zo veel mogelijk. Jo en Mar zijn blijkbaar door Elijah op de hoogte gebracht, en alhoewel ze met mij instemmen dat Elijah het niet op de juiste manier heeft aangepakt, zeggen ze ook dat ik echt niet met Willem betrokken wilt raken.
Ik hoor ze wel, maar het is inmiddels de dag van het gala, en ik denk er stiekem wel aan of ik Willem misschien zal zien. En of hij mij zou aanspreken. Wat er zou kunnen gebeuren vanavond.
Mar is al bij Jo en Elijah en rijdt met hun mee. Ik was graag met ze mee gegaan, maar de jurk was nog niet af. Nu wel. Eindelijk is het zover en kan ik hem aantrekken. Met ongeduldige vingers knip ik het laatste draadje af, trek mijn broek en shirt uit en probeer zo snel mogelijk de opening van de jurk te vinden. Het moet perfect zijn. Ik denk er telkens aan dat Willem mij hier in gaat zien. En hoe Elijah mij ziet misschien ook, hoe pissig ik ook ben. Ik wil er niet aan denken, wil vooral er mooi uit zien voor mezelf, maar het gaat gewoon automatisch. Helaas.
Met ingehouden adem trek ik hem over mijn hoofd heen en waggel naar de lange spiegel die aan de achterkant van mijn deur hangt. Mijn ogen worden groot. Ik staar. En blijf staren. Staar nog een minuutje langer.
"F*ck," fluister ik nauwelijks hoorbaar. Dan roep ik uit: "Mam!" Geen antwoord. Weer, gillend bijna: "MAM!" Er klinkt een zacht klopje op de deur. Ik open hem snel, maar het is geen mama. Wel een Luca. "Waar is mama?" Vraag ik hem.
"Boodschappen aan het doen."
"Oh."
"Wat is er?"
Ik open de deur verder, zodat hij de jurk kan zien.
Hij opent zijn mond. Twijfelt, en zegt uiteindelijk: "De kleuren zijn mooi."
De lieverd. Dat is dan ook het enigste goede ding dat over de jurk te zeggen valt. Het ingewikkelde patroon zorgt ervoor dat de jurk enorm onflatteus hangt, bij mijn hals en mijn heupen en de mouwen. Bovendien is de taille niet strak genoeg, dus ben ik zo'n beetje een lopend vierkant. Mijn smalle heupen hip dips helpen er niet bij, al vallen die wat weg door het hangende stof daar.
Ik lach lief naar hem. "Dankjewel, Luca. Wanneer komt mama thuis?"
"Uhh... Half uur zei ze."
"Wanneer zei ze dat?"
"Uhh... Tien minuten geleden?"
Ik denk niet dat hij enig idee heeft van hoe lang geleden ze het zei. Ik zucht zachtjes. Met deze jurk kan ik echt niet naar het gala. Een andere jurk kopen lukt ook niet, fatsoenlijke winkels zijn een dik uur rijden weg. En online komt nooit meer op tijd. De jurken van vorig jaar passen mij niet meer, ik ben wat aangekomen. Dat hoort immers bij ouder worden. "Dankjewel voor je hulp, Luca. Ga maar weer verder met spelen." Ik sluit de deur weer.
Even blijf ik staan, met mijn voorhoofd tegen de gesloten deur. Wat nu? Ik denk echt niet dat ik kan gaan.
Ik bel Jo op. De telefoon gaat slechts één keer over voordat hij opneemt. "Hey Nora! Hoe gaat het met de jurk?"
"Ja, uhm, dus. Slecht nieuws. De jurk is verschrikkelijk."
"Ahw, zeg dat niet. Ik weet zeker dat het wel mee valt."
"Is dat Nora?" Hoor ik op de achtergrond.
Jo houdt zijn telefoon iets van zijn gezicht verwijderd, maar niet ver genoeg, en schreeuwt: "Ja! Ze zegt dat de jurk mislukt is!"
Dan klinkt er iets wat ik niet kan horen.
"Mar zegt dat je het ons maar moet laten zien," vertaalt Jo voor mij.
Ik zucht diep, vraag een videogesprek aan die gelijk geaccepteerd wordt en twee lachende, zwaaiende gezichten van Mar en Jo laat zien. Dan draai ik de camera om, op de spiegel gericht. Meteen valt het stil.
"Ja, dat ja."
Jo probeert het nog te redden. "Ik bedoel, zo slecht is het toch ook niet...?"
Gelukkig is Mar er ook. "Nee, sorry Nora, dit staat je echt niet. Vind het heel knap van je enzo, maar mooi is het niet geworden."
Ik grijns. "Dat ja. Dankjewel voor je eerlijkheid. Maar uhm, ik denk dus niet dat ik kan gaan."
Verontwaardigd valt Jo uit. "Nee! Natuurlijk ga je! We vinden wel een oplossing!"
"Welke dan? Winkels waar je fatsoenlijke galajurken kan vinden zijn of veel te duur, of een uur hier vandaan, ik kan al helemaal geen nieuwe maken en online komt veel te laat aan."
Het is even stil. Jo kijkt bedenkelijk, en dan verschijnt er een lach op zijn gezicht. "Maak je klaar, we halen je op bij het kruispunt. Ik weet nog wel een winkel."
Voor ik nog wat kan vragen hangt hij op. Lekker onnodig mysterieus, maar ik doe wat hij zegt. Snel pak ik mijn tas die ik mee wilt en wat makeup in een andere tas die ik wel ergens achter laat, wacht ongeduldig op mijn moeder die gelukkig in tien minuten weer thuis is, geef haar een vliegensvlugge update, laat me vertellen dat ze trots op me is dat ik het heb geprobeerd en dit al heb gemaakt, laat me veel-plezier-geknuffeld worden en sprint naar het kruispunt waar ze me afzetten als ze mij thuis brengen. Nog steeds zijn Mar en Jo niet bij mij thuis geweest. Ik ben het inmiddels gewend en voel me er niet meer zo schuldig over.
Met een rood hoofd kom ik aan en kijk om me heen. Er komt getoeter vanuit één van de straten, en daar zie ik Jo's auto staan. Ik trek een laatste sprintje.
"Hey! Waar gaan we heen?" Vraag ik als ik achterin stap.
Mar draait zich om. "Dat zie je snel genoeg!"
"Serieus? Ook Mar weet het? Waarom doen we er überhaupt geheimzinnig over, het is maar een winkel."
Maar ze blijven vaag en geven slechts gegrinnik als antwoord. We rijden 15 minuten voordat Jo alweer midden in een woonwijk parkeert. Het komt me vaag bekend voor. Wanneer we de straat oversteken en het winkelcentrum zien, klikt het.
"De tweedehands winkel? Jo, zijn die jurken daar niet veel te ouderwets?"
Hij haalt zijn schouders op. "Misschien, misschien niet. Dat gaan we zien."
Binnen aangekomen lopen we meteen door naar de verdieping beneden, waar de jurken hangen. Het kost ons enkel vijf minuten om er doorheen te gaan, maar er lijkt niks fatsoenlijks tussen te hangen.
"Zo snel geef ik niet op," bromt Jo geïrriteerd, en overhandigt mij een donkerpaarse jurk van een heel verkeerd, glimmend stofje. Als ik hem met opgetrokken wenkbrauwen aankijk, zucht hij,
"Probeer het nou maar gewoon."
Dus ik duik in de pashokjes. Wanneer ik er uit kom, schieten we met zijn allen in de lach. De volgende, lichtgele met rode lintjes is niet beter, en de gifgroene met uitgebreide rozen op de schouder is hem ook niet.
"Ik ben bang dat je eigen jurk tot nu toe de best optie is," gniffelt Mar.
"Waar heb jij je jurk eigenlijk vandaan, Mar?"
"Oh, van internet. Maar het is geen jurk, ik heb een pak."
Mijn mond valt open, met twinkelende ogen. "Dat is geweldig."
Mar kijkt om haar heen. "Als je wilt, kan jij ook een pak proberen van hier?"
"Neem ik dan niet jouw ding af? Ik denk dat jij het enigste meisje gaat zijn in pak."
Mar loopt al naar de trap toe. "Er is maar één ding beter dan een meisje in pak, en dat zijn twee meisjes in pak," grijnst ze.
Jo steekt twee duimen in de lucht naar mij, en loopt dan enthousiast Mar achterna. Het rekje waar de jasjes hangen is alleen niet zo groot. En er is er geen eens meer één in mijn maat.
De moed zakt me in de schoenen. Ik denk nu echt dat we alle opties wel hebben gehad. "Sorry mensen, ik vind het heel lief dat jullie dit allemaal hebben geprobeerd, maar ik denk toch echt dat ik vanavond maar moet overslaan."
"Zelfs al zou je hier een jasje vinden, heb je alsnog een broek nodig. Die mannenbroeken zijn echt niet te dragen voor ons," laat Mar mij ook nog weten.
"Dat zou nog niet het ergste probleem zijn, ik heb wel een zwarte pantalon thuis." En opeens bedenk ik me wat. "Wacht eens even..." Ik pak een paar maten te grote blazer uit het rek. "Hebben ze hier ook riemen?"
Jo snelt weg en komt terug met een zwarte riem. Ik trek het jasje aan en trek hem strak met de riem om mijn middel. Ik draai een rondje en hou mijn handen op. "En?"
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top