flarden vol poëzie

Ken je dat wel, van die flarden die je ergens neer pent? Flarden vol woorden, deeltjes gedichten die nooit afgeraakt zijn. Vaak stop ik met een gedicht omdat ik geen idee heb hoe verder te gaan. Ik voel en weet dat ze onaf zijn, ook al klinken ze soms ergens wel af. Daarbij zijn sommigen gewoon zo slecht in mijn oren dat ik ze liefst zou willen doen verdwijnen. De stukjes hieronder zijn flarden vol poëzie die ik voor deze bundel heb gemaakt. Ik ga ze hier neer fladderen, omdat ze het beeld van "wenselijk" verwoesten. Ik ben niet perfect. En dat wil ik graag tonen door mijn imperfecte en onaffe woorden.

ONAF: LEEG IS DE SPIEGEL

De spiegel is leeg,
Enkel de herinnering blijft achter,
Ik weet niet meer wie ik ben,
En kan enkel denken aan hoe ik was.

ONAF: IK BEN JIJ, EN JIJ BENT MIJ

Zijn jouw woorden niet bedrog,
leugens die mijn hoofd verwarren?
Waarom dan, luister ik nog steeds,
als je me bij mijn naam noemt,

het enige wat je ooit deed en doet,
is leugens spinnen als verhalen,
en ik, opnieuw en opnieuw, val
voor je gekmakende woorden.

ONAF: TIJD IS EEN CREATIE

Tijd is een vreemde leugen
die men heeft gecreëerd,
het enige wat zeker is,
is dat een einde zal komen.

ONAF: NOG GEEN TITEL

Weet je niet wie ik ben?
Oh toch, je ziet me wel,
Dat is grappig, want zelf
weet ik niet wie ik ben,
ben ík dan de blinde?

ONAF: NOG GEEN TITEL

Ooit was er eens een tijd,
toen zelfs het voor zichzelf zorgen,
een last was geworden,

ONAF: GEEN TITEL

mijn lieve moeder met haar zwartgitte haren,
stel je alsjeblieft geen vragen over waarom ik verdwijnen wil,
want daarop kan zelfs ik je geen antwoord meer geven

ONAF: GEEN TITEL

Liefde, het zijn slechts woorden,
die je me geeft om me gerust te stellen,
maar schat, zelfs ik weet dat je liegt,
zo zwart zie je.

ONAF: atlas

Teleurstelling is als stekende pijn,
verwond is mijn ziel, mijn hart,
ik weet niet meer wie ik nu nog ben,
enkel wie ik hiervoor was, ik draag
mijn lasten als zware lichamen mee,
en sleur je problemen op mijn schouders,

ONAF: Uit het oog, uit het hart

Weet je wie ik ben, eenzame reiziger,
Weet je wat ik voel, lieve vriend,
Geef je handen, en ik houd ze vast,
Geef je ziel, en ik bewaak hem voor je,
Maar reiziger, waarom vergeet je wie ik ben,
Van zodra je je thuis en vrienden vindt?

ONAF: geen titel

Je vraagt me te zwijgen als je praat,
maar wanneer zwijg jij voor mij?
Mijn woorden zijn verloren vreemdelingen,
Ze vallen niet te redden uit de vergetelheid.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top