4. Vergeten liefde
Pov Harm
'Ach tyft toch op!', schreeuwt Jeremy. Hij staat huilend in het midden van het lokaal. Dan zakt hij door zijn benen op de grond. Ik schrik op en kniel naast hem neer, 'Jer sta op! Jer!' Ik begin te huilen. Dan denken de jongens maar dat ik gay ben, fuk it. Ik ga nooit meer iemand laten stikken!
Joost en Link knielen ook bij Jeremy neer. 'Haal een dokter!', schreeuw ik huilend. Joost staat snel op en pakt zijn telefoon. 'Een ambulance, mijn vriend is door elkaar gezakt', zegt Joost. Hij ik kijk hem dankbaar aan. Hij glimlacht.
'Sorry jongens, ik had jullie nooit mogen slaan...', zucht Link. 'Weet je, daar ben ik het mee eens', antwoord ik. Dan komt er ineens een ambulance het schoolplein op rijden.
Joost rent erop af. 'Kom mee', zegt hij. Link houd de deur open en ik blijf bij Jer zitten. 3 ambulance mwaonen lopen maar Jer en mij toe. 1 van hen vraagt of ik weg wil gaan. Ik kijk even naar Jer, 'Mag ik er niet bij blijven zitten?', vraag ik.
'Je loopt mijn collega's dan alleen maar in de weg', reageert de man erop. Ik zucht en zet een paar stappen naar achter. Ik voel een steek in mijn borst als ik Jer zijn hand los laat. De tranen staan nog steeds in mijn ogen.
En ze blijven komen. Omdat ik alleen maar huilde kon ik miet mee met de ambulance omdat ik geen informatie over zou kunnen geven over wat er was gebeurt. Link is nu met Jer in de ambulance en ik zit naast Joost in Joost zijn auto. We rijden achter de ambulance aan.
Het gaat heel hard. Ik krijg hoofdpijn. 'Harm, gaat het wel?', vraagt Joost bezorgt. Ik schud mijn hoofd. 'Ik heb hoofdpijn als de tering', zeg ik. Joost lacht zacht van mijn zachte botte scheldende reactie.
'Er zit een fles spa in mijn schooltas, pak dat maar', zegt Joost met een blik op de tas die voor mijn voeten staat. Ik open de tas langzaam. Het geluid van de rits doet pijn aan mijn oren. Ik kreun zacht.
Als ik de fles dan eindelijk heb gevonden blijkt hij nieuw te zijn. Uit alle macht probeer ik de fles te openen. 'Geef maar', zegt Joost aardig. Ik geef hem de fles. Joost opend de fles en geeft hem aan mij. Dankbaar kijk ik hem aan en neem een slok.
Joost zet de airco aan. Ik zak onderuit op mijn stoel terwijl ik nog een slok neem. 'Joost. Hoe heb jij het met jouw ouders uitgehouden?', vraag ik.
'Ik weet het niet. Elke avond sloeg mijn vader me in elkaar. Net als dat hij deed bij mijn zusje. Mijn moeder wist het niet, ze heeft mijn vader 1 keer betrapt. Diezelfde nacht was mijn vader woest op me. Hij heeft me uit bed gehaald om half 1 's nachts. Hij trok me aan mijn oor naar buiten. Ik was doodsbang. Het onweerde en bliksemde. En dan de regen! Om half 7 ging mijn vader die ochtend naar zijn werk. Hij trok me de gang in om 6 uur denk ik. Stompte me een paar keer op mijn hoofd smeet me daarna tegen de trap. Ik was 5 toen, mijn moeder dacht dat ik zelf weggelopen was omdat ze mijn vader die dag ervoor had betrapt. Sindsdien luisterde ze elke avond of mijn vader echt wel aardig tegen mij was wanneer we same op mijn kamer waren. Dan begon mijn vader wel lief. Maar het eindigde in een flink pak slaag', Joost verteld aan 1 stuk door, met tranen in zijn ogen.
'Bij mijn zusje deed hij ook zulke dingen als mishandeling, alleen schold hij haar nog meer uit', zegt Joost, 'Als je mij en mijn zusje vergelijkt had ik het goed...'
Ik schrik. Ik weet niet hoe het is als mijn vader of moeder me zo mishandelen, maar ik weet wel dat ik zonder ze kan.... Ik mis ze wel, natuurlijk wel! Maar het is al zo'n 5 jaar geleden. Ik ken ze niet meer.
'Wat is jouw 'bant' met je ouder, Harmpje?', vraagt Joost. Ik lach. Al lange tijd noemt niemand me bij een bijnaam. Ja.... Als je bosjeskind niet meeteld...
'Ik ken mijn ouders bijna niet', een paar tranen branden achter mijn ogen, maar ze komen niet. 'Hoe bedoel je?', vraagt Joost nieuwschierig, hij is ondertussen gestopt met huilen.
'Toen ik 12 was en op brugkamp ging had ik er veel zin in. Mijn ouders zwaaiden me uit, net als mijn broertje (in dit verhaal heeft Harm 1 broertje, geen idee of hij meer gezinsleden heeft en anders zijn ze allemaal neer) ik liep met mijn beste vriend van toen naar de bus. Net toen we in wilden stappen pakte de moeder van mijn vriend mijn vriend vast. Zijn moeder huilde. Zijn oma was 5 minuten daarvoor gestorven aan een hartstilstand. Mijn vriend ging uiteraard niet mee op kamp. Die tijd was dat mijn enige vriend. Ik ben toen het hele kamp alleen geweest. Mijn vriend heb ik na kamp nooit meer gezien. Net als mijn ouders en broertje. Ik weet nog steeds niet wat er met ze is gebeurd, maar ik kon mijn huis niet in. Ik heb de hele dag voor de deur gewacht, ik had geen familie waar ik heen kon, allebei mijn ouders waren enig kind en mijn opa's en oma's waren allemaal overleden. Ik heb er nog een week voor de deur gezeten. Ik had amper iets gegeten behalve droog brood uit de vriezer die bij ons in de schuur stond. Ik ben toen maar naar de camping gegaan die bij ons in het dorp was. Het was een camping met alleen bos, geen recreatie team of iets. Ik woonde er en nu nog steeds.', Joost kijkt me niet gelovig aan. 'Al 5 naar heb ik geen huis gehad', bevestig ik, 'En geen familie en vrienden. Als ik van deze school moet zal ik nooit meer een nieuwe vinden...'.
Als we aankomen bij het ziekenhuis beveelt Joost me te blijven zitten. Hij loopt om de auto heen en opent de deur. Ik snap niet helemaal wat hij doet. 'Kom maar, ga staan'. Ik sta op uit de auto. Joost slaat zijn armen om mij heen (Hoost?). Ik leg mijn hoofd tegen zijn borst aan. Hij leunt met zijn kin op mijn hoofd.
Dan begin ik te huilen. De tranen stoppen niet. Joost wrijft met zijn hand over mijn rug. Hij geeft een klein kusje op mijn voorhoofd. Ik glimlach. Ik heb al zo lang geen liefde meer gehad dat ik vergeten ben hoe het voelt...
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top