Schrijfwedstrijd 2.1


Dit is de opdracht:

LoisVV2004

De nieuwe jongen

"Over twee maanden komen de Se's eraan, zorg dat jullie je goed voorbe-", mijn mentor wordt onderbroken door de piepende deur die langzaam open gaat. Hij kijkt verbaasd naar de deur. Voorzichtig stapt er een getinte jongen naar voren. Hij friemelt wat met zijn handen en kijkt nerveus naar de grond.
Meneer Schalk klapt enthousiast in zijn handen.

"Dames en heren, we hebben een nieuwe leerling!" zegt hij terwijl hij de jongen voor de klas wenkt. Met kleine stappen loopt de jongen naar meneer Schalk. Meneer Schalk geeft hem een bemoedigend klopje op zijn schouder waar hij van opschrikt. "Stel je even voor", zegt meneer Schalk met een glimlach.
Het hoofd van de jongen heft zich eindelijk een beetje op. "I-ik Emir. Ik van Suriname, nu hier", stottert hij met een zwaar accent. Met zijn getinte huidskleur en plattere neus is wel te zien dat hij een andere plaats van afkomst heeft.

"Haha platneus!" roept Roy, de vervelendste jongen uit onze klas. Emir kijkt hem vragend aan. "Hij begrijpt niet eens wat ik bedoel!" zegt Roy spottend. Geïrriteerd draai ik me naar hem om. "Jezus we zitten niet meer in de tweede klas hè? Je doet examen dit jaar dus gedraag je er ook naar, hartelijk dank", snauw ik hem af. Hij kijkt me uitdagend aan. "Och och Jolijn, trekken donkere jongens jou aan?" vraagt Roy met een grijns. Sarcastisch kijk ik hem aan. "En wat als dat zo was? Dan is daar toch niks mis mee?" kaats ik terug.

"Jongens genoeg nu!" roept meneer Schalk sussend. Amir heeft zijn hoofd weer naar beneden gericht en trilt een beetje. Ik bijt op mijn lip on mijn woede in te houden. De arme jongen, hij voelt zich al niet op zijn gemak en dan komt Roy er nog eens bij. Zou hij überhaupt iets van zijn woorden begrepen hebben? Mijn woede slaat om in medeleven.

"Amir", zeg ik om zijn aandacht te krijgen. Hij kijkt op en zijn zachtbruine ogen staren me aan. "Kom hier maar zitten", zeg ik wenkend naar de tafel naast me. De hele klas is doodstil en hun ogen branden in mijn rug. Twijfelend maar duidelijk dankbaar loopt hij naar me toe. Hij schenkt me een kleine glimlach en staart dan weer, zoals gewoonlijk, naar beneden.

Meneer Schalk gaat weer verder met zijn uitleg.
"Nu wil ik dat jullie met degene naast je een gesprek gaat voeren over wat je wilt doen als je geslaagd bent. Wat zijn je doelen? Heb je al ideeën? Daar krijgen jullie nu tien minuten de tijd voor."

Ik zie Amir trillen met zijn been en neem aan dat hij nerveus is. Zal hij begrepen hebben wat meneer Schalk heeft gezegd? "Amir?" zeg ik vragend. Hij kijkt me aan en glimlacht, maar het is een glimlach door de pijn. "Begrijp je het?" vraag ik voorzichtig. Hij laat de vraag tot zich doordringen en schud dan zijn hoofd. "Nee ik begrijp niet", fluistert hij. Ik voel medelijden in me opborrelen.

Nee Jolijn, hij wilt je medelijden niet. Dat laat hem alleen maar dom voelen.

"Niet erg!" glimlach ik. "Wat wil je later worden?" vraag ik langzaam. Hij sluit zijn ogen en trekt zijn neus een beetje naar boven als nadenkend gezicht. Hij opent ze weer en kijkt me verslagen aan. "Ik snap niet", mompelt hij. Ik denk na over een simpeler woord.
"Dromen", zeg ik.

Bij dat woord licht zijn gezicht op. "Dromen...", zegt hij met een oprechte glimlach en pretoogjes. "Ik wil ziek helpen. Beter maken."
Mijn hart smelt bij de woorden die hij uitspreekt. "Lief", zeg ik tegen hem. "Dank", antwoordt hij met een lach. "Jij? Jij dromen?" vraagt Amir.

Verslagen kijk ik naar de tafel. "Ik weet het nog niet. Ik moet snel kiezen maar weet het echt nog niet", antwoord ik verdrietig. Na een tijdje voel ik een hand op mijn schouder. "Hey, niet erg. Vanzelf komen", zegt hij troostend.
Ik kijk hem aan. Zijn warme blik stelt me gerust.

"W...wat jongen zegt over mij?" vraagt Amir uit het niets. Geschrokken denk ik na. Ik ga niet vertellen dat Roy heeft gezegd dat hij een platneus heeft. "Maakt niet uit. Roy kun je negeren", antwoord ik. Hij kijkt me weer vragend aan. "Negren?" vraagt hij gebrekkig.
"Oja sorry, uhmmm... maakt niet uit wat hij zegt. Hij is stom", zeg ik maar iets directer. "Oh...", mompelt Amir.

"Hoe lang ben je hier?" vraag ik om van onderwerp te veranderen.
"Ik hier twee maanden. Daarom ik niet spreek goed." Ik knik en twijfel over de vraag die ik eigenlijk wil stellen. "En, waarom? Als ik vragen mag?" vraag ik dan toch.
Twijfelend kijkt hij me aan. "Wij leefden slechte huis en alles. Mijn vader werk hier vinden dus wij hierheen komen", legt hij langzaam uit.

"M-mis je de mensen daar?" vraag ik voorzichtig. Een laagje verdriet verschijnt over zijn ogen. "Ja, elke dag. Mij vrienden, weg. Mij huis, weg. Mij hond, weg. Ik mis maar is beter zo." Ik zie zijn ogen waterig worden en voel dat ik ook moet slikken. Uit een impuls trek ik hem in een omhelzing en klop troostend op zijn rug. Hij lijkt geschrokken maar ontspant zich kort daarna. "Is oké", mompel ik.

"Kijk die twee nou!" hoor ik Roy roepen. "Get a room!"
Ik laat Amir los en laat een extra harde geïrriteerde zucht horen. Het liefst zou ik nu opstaan en in zijn gezicht schreeuwen wat voor een freaking kleuter hij is, de spuugdeeltjes spattend uit mijn mond, maar ik hou me in.

In plaats daarvan schuif ik met mijn middelvinger mijn bril extra langzaam omhoog en schenk hem vervolgens een neppe lach.
'F u c k. Y o u. ' vorm ik met mijn lippen.


"En dat, kinderen, is hoe ik je vader heb ontmoet."

984 woorden, net iets te weinig maar hopelijk is dat niet erg (:

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top