Schrijfwedstrijd 1.1

Ik draai me nog een keer om in mijn bed en probeer een comfortabele positie te vinden, maar kan de slaap niet vatten. Al dagen niet meer. Diep zucht ik uit en ga op mijn rug liggen om te staren naar het plafond.
"Johie", fluister ik zacht, "ben je nog wakker?"
Ik hoor hem bewegen in zijn bed en kort daarna klinkt zijn hese stem.
"Natuurlijk ben ik nog wakker, ik ben te zenuwachtig voor morgen."
"Je hebt geluk", zucht ik, "morgen worden we 18 en dan moeten we werken. Terwijl ik les moet geven, mag jij ons land verdedigen in het leger. Alleen maar omdat je een jongen bent. Het is niet eerlijk!"
"Mystie", begint hij langzaam, "ik heb helemaal geen geluk. Integendeel zelfs. Ik ben...bang", stamelt hij.
Ik probeer zijn gezicht in het donker te vinden en zie kort daarna zijn ogen naar mij kijken.
"Bang?", fluister ik verbaasd, "Je moet juist niet bang zijn. Het is geweldig om voor ons land te kunnen vechten. Je vrij te voelen."

Even is hij stil. Zou hij hetzelfde denken als ik? We zijn bovendien een tweeling. "Johie?" Fluister ik. Johie slikt. "Ja Mystie?" Kriebels verspreiden zich over mijn hele lichaam.
"G...gaan we van plek wisselen?" vraag ik met een hoorbare trilling in mijn stem. Het stukje van zijn hoofd dat ik zie knikt. "Ja Mystie, dat gaan we doen."

**

"Dit deel had ik niet helemaal goed begrepen", bromt Johie. Ik giechel om de aanblik van Johie. "Ja sorry, vrouwen moeten nu eenmaal een jurkje aan." Met een boze blik kijkt hij in de spiegel en trekt het roze elvenjurkje verder omlaag. "Zorg nou maar dat je je oren goed bedekt hebt, dat is het belangrijkste", spreek ik hem streng toe. "Jaja, niemand mag zien dat ik puntige oren heb want dan weten ze dat ik een man ben. Ik hou mijn mooie roze bandana er goed omheen", zegt hij sarcastisch.
"Goedzo meisje van me", plaag ik hem. Hij geeft me een dodelijke blik en maakt ruimte voor de spiegel. Ik ga ervoor staan en bekijk mezelf. Mijn gekrulde oren zijn bedekt door een blauwe legerpet. De lichtgevende strepen op mijn huid zijn groen, net als bij Johie. Gelukkig lijken we zoveel op elkaar, onze stem is hetzelfde, ons haar, onze lichaamsbouw, het enige waar ze ons aan onderuit kunnen halen zijn onze oren. Zelfs onze vleugels zijn identiek terwijl dat bijna nooit voor komt.

In het spiegelbeeld verschijnt Dixie, onze kat. Spinnend geeft ze kopjes aan mijn been. Ik pak haar op. "Ach schat ik ga jou ook missen", zeg ik waarna ik een dikke zoen op haar hoofdje plaats. Ik zet haar neer, wrijf wat kattenharen van mijn blauwe legerpak glad en stap naar achter.

"We zijn er klaar voor."

Hand in hand lopen we naar onze ouders. Moeder heeft tranen in haar ogen en kijkt ons trots aan. "Mijn kindjes. Jullie zijn dan wel de 32e en 33e van wie ik afscheid moet nemen, maar het blijft moeilijk", snikt ze. Ik wil haar een knuffel geven maar bedenk me dat ik Johie ben, die dat nooit doet. "Mystie kom eens bij me", zegt moeder, die met haar armen open staat. Johie stapt wat onwennig naar haar toe en slaat zijn armen om haar heen. De tranen rollen over moeder's wangen. Vader kijkt toe en schraapt dan zijn keel. "Ze moeten nu echt gaan Fray", mompelt hij. Moeder knikt hard. "I...ik weet het." Ze richt haar blik op mij. Ik kan haar betraande gezicht niet aanzien en kijk snel naar de grond. Johie zou nooit huilen.
Ik ben dan wel de 'stoere' van de tweeling, maar als het om moeder gaat niet.

Johie pakt mijn hand en samen lopen we naar de deur. We draaien ons nog een laatste keer om en knikken hun toe. Dag mama.

**

"Goed heren!" blaft de commandant. "Vandaag is jullie eerste dag. Dit is een belangrijke taak, onderschat het niet! De spreuken die jullie hebben geleerd zullen jullie toe moeten passen dus hopelijk hebben jullie goed opgelet bij de lessen! Je toverkracht is alles bij dit gevecht. De Golves hebben niks dan spierkracht en hun brein, maak daar gebruik van. We moeten de Felven wereld beschermen! Onze wereld mag niet kapot! Vrede in Flamutio!"

"Vrede in Flamutio!" herhaalt iedereen zijn woorden.

"Voor als jullie nog niet op de hoogte waren, wat ik hoop van wel, zal ik het jullie uitleggen. De Golves proberen de Bol van Muchio in handen te krijgen. Zonder de Bol van Muchio is Flamutio niks. Alle Felven hier zullen sterven, net als Flamutio zelf. De Golves willen de Bol van Muchio gebruiken om de drie andere werelden over te nemen. Rucilo, Dolaso en Valapo. We beschermen dus niet alleen onszelf, maar ook de anderen met wie tot vrede zijn gekomen. Hopelijk beseffen jullie nu hoe belangrijk deze taak is!"

Ik neem alles in me op en knik. Ik heb een achterstand omdat ik hier geen les in heb gekregen. Alleen de jongens krijgen dat, natuurlijk heb ik me wel ingelezen in de boeken die er zijn en heeft Johie me er veel over verteld. Er is nog wel één ding dat ik me afvraag. Ik steek mijn vinger in de lucht en het zachte gemompel dat was ontstaan verdwijnt. Iedereen kijkt me zwijgend aan. De commandant knikt als teken dat ik mag praten.

"H..hoe kunnen we ze verslaan? Ze zijn met veel meer dan wij. Moeten we ze allemaal doden?" iedereen houd zijn adem in. Wat is er toch met deze Felven? Streng kijkt de commandant me aan. Hij knijpt zijn ogen samen en opent dan zijn mond.

"Goede vraag, Felf...?" zegt hij vragend. Iedereen ademt opgelucht weer uit.
"Felf Johie Rafma commandant", antwoord ik toch ook een beetje opgelucht.
"Aha, een van de Rafma's. Die hebben het altijd goed gedaan", zegt hij tevreden. "Maar om antwoord te geven op je vraag. De Golves hebben één belangrijke leider die ze zullen beschermen. Wat het ook kost, hij moet blijven leven. Zonder zijn stuurkracht zijn ze niks. Versla je hem, versla je alle Golves. Klinkt simpel, maar er zit natuurlijk een addertje onder het gras. Kozerota, de leider, is de enige Golve die wel krachten heeft. Zijn krachten zijn net zo machtig als die van een sterke Felf. Maar er is nog iets... hij kan drie keer doodgaan voor hij echt dood is. Het is ons gelukt hem al twee keer te doden, de derde en dus de laatste keer, lukt niet. We zijn er al elf jaar mee bezig en ondertussen dringen de Golves steeds verder door tot onze wereld. Onze mannen zijn drastisch verminderd. We zijn nu vooral bezig met de Golves weg te houden bij de Bol in plaats van Kozerota te doden. We hebben geen andere keuze dan maar honderd mannen naar hem te sturen, de rest hebben we nodig bij de Bol."

Verbluft staar ik voor me uit van al deze informatie. Ik wist niet dat het zo ingewikkeld was.
"Waarom laat u dan geen vrouwen in het leger?" vraag ik een beetje beduusd.
Zijn bulderende lach klinkt door de holle zaal.
Arrogant kijk ik hem aan. "Sorry commandant, kunt u mij uitleggen wat hier zo grappig aan is?"

Ik zie het vuur oplaaien in zijn ogen.
"Let op je toon jongen!" snauwt hij. "Vrouwen zijn absoluut niet geschikt voor deze baan. Ze hebben niet genoeg kracht, hun toverkunsten zijn te slecht en bovendien, moeten zij de kinderfelven lesgeven in toverkrachten." Ik snuif hard en onderdruk mijn woede. Blijf rustig Mystie. Op een dag wordt er bewezen dat vrouwen het ook kunnen.

Jij gaat dat bewijzen.

————

CrazyGirlllyy
Dit is ons verhaal! Hopelijk vindt je het wat (:
Xx

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top