Game Over~ Opdracht 1
Dit is voor de schrijfwedstrijd Game Over~Het Spel van Morgenpoot
"Een eigen wereld?!" riep ik uit. Beatrix knikte: "Yup, dat is je opdracht." We waren een spel aan het spelen, Truth or Dare. "En? Mag het echt van alles zijn?" vroeg ik nog voor de zekerheid. Weer knikte Beatrix en ik begon te glimlachen. Mijn fantasiewereld omschrijven, wat een idee! Ik sloot mijn ogen om beter te kunnen nadenken. "Val niet in slaap, hé Ella", grapte Hermelijn. Zuchtend besloot ik om haat gewoon te negeren en ik liet mijn gedachten de vrije loop. Langzaam begon er zich in mijn hoofd een fantasiewereld op te bouwen. "Wel, mijn wereld is..."
"Wat is dit?" Snel open ik mijn ogen en kijk ik om me heen. "Waar ben ik?" Het enige dat ik in de wijde omtrek kan zien is een grote, groene grasvlakte. Hier en daar stonden er een paar struiken verspreid. In geen velden of wegen is er iets te vinden wat kan duiden op de aanwezigheid van mensen. "Tweet Tweet!" klonk er plots. Van schrik spring ik onmiddellijk recht, het bleek een kanarie te zijn met een briefje aan zijn poot. "Wacht! Een kanarie met een briefje aan zijn poot!" denk ik opeens. Het briefje valt met een zachte plof voor mij op de grond. Lang moet ik niet wachten tot mijn nieuwsgierigheid het overneemt. Snel open ik het briefje en lees ik wat er staat neergepend.
'Een wereld geschapen door jouw hand, sluit je ogen en verbeeld het hele land.'
Het duurde even tot het tot mij doordrong. Moest ik hier nu mijn eigen wereld maken? Ik sloot mijn ogen en deed ze verwachtingsvol weer open. Perplex stond ik aan de grond genageld, huizen rijzen uit de grond en bomen groeien in een ultrasnel tempo. Ik keek mijn ogen uit, het zag er uit zoals ik mijn fantasiewereld had voorgesteld. De straten stonden vol met kleurrijke huizen en vol licht. De zon scheen, wat het hele geheel nog mooier maakte. Lachend keek ik om me heen, maar iets in mij vond dat er nog iets ontbrak. "Maar natuurlijk", riep ik uit: "Mensen!" En als bij toverslag vlogen de deuren open en stoomde er van alle kanten mensen, in alle vormen en maten. Niet alleen mensen trouwens, her en der kon je zelfs verschillende fantasiewezens ontdekken.
Stralend loop ik verder om mijn wereld te gaan ontdekken. Ik liep langs winkelstraten met alle mogelijke winkels die ik me had kunnen inbeelden. Er waren natuurlijk gewone winkels zoals een bakker en een slager, maar ook weer buitengewone zoals Dromenvangers en Drakentrainers. Genietend liep ik over markten waar verschillende artiesten het beste van hun zelf gaven. Overal waar ik kwam wuiven alle mensen vriendelijk naar elkaar en naar alle andere wezens. Ze slaan zelfs een praatje! Iedereen in deze wereld kon elkaar namelijk verstaan en sprak dezelfde taal.
Met heel mijn hart wil ik dat ook, maar het gaat niet. Er was nog iets. Er was nog iets dat aan me trok, alsof ik er met een touwtje mee verbonden was. Ideeëloos probeerde ik te bedenken wat het toch zou kunnen zijn. Dit iets kwam niet uit mijn hoofd, maar mijn benen liepen er als vanzelf naar toe.
Uiteindelijk stop ik voor een groot huis dat mij vaag bekend voorkwam. Met een bonzend hart klopte ik zachtjes op de deur. Deze gaat vanzelf open. Ik stap naar binnen en kijk ademloos om me heen. Ondertussen loopt er iemand naar me toe . Het was een jonge elf met lange blonde haren. Ik nam haar in mij op terwijl ze beleefd naar mij knikte: "Ella? Welkom in Domum. Ik moest je komen halen." Mijn mond viel open en ik wist niet meer welke vraag eerst te stellen.
"Waar ben ik? Hoe weet je mijn naam? Wat is in hemelsnaam Domum? Wie ben jij?" De elf schiet in de lach: "Eén vraag per keer, ze had me al verteld dat je nieuwsgierig was. Ik ben dus Maneschijn, ik werk hier. Domum is de naam van dit land, het land dat ontsprongen is vanuit jouw fantasie. Maar nu moeten we echt naar haar toe." Verbijsterd staar ik haar aan.
Ze start te lopen en dus kan ik niet veel anders doen dan haar te volgen. We lopen samen door enkele gangen en eindigen voor een grote deur. Maneschijn knikt naar de deur en zegt: " Ze wacht hierachter op jou. Oh en voor ik het vergeet te zeggen. Dabo domum tuam et domum suam." Ik had geen idee wat ze hier mee bedoelde en ik wou naar meer uitleg vragen, maar ze was verdwenen. Ik haal dus diep adem en verzamel al mijn moed. Ik open de deur en keek nieuwsgierig naar binnen. Daar zat ze, als een koningin op haar troon. Met open mond staar ik haar aan. "Ella, je bent er!" zegt ze blij.
Ik ren naar haar toe en vlieg in haar armen. "Rustig maar je bent thuis." zegt mijn moeder.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top