6

Ik staar voor me uit terwijl we door straten lopen die ik nog nooit gezien heb.

"Hoe gaan we ooit thuis komen?" Vraag ik een beetje bezorgt.

"Ik heb navigatie op mijn telefoon." Zegt hij gewoontjes.

Ik volg hem als hij een zijstraatje in loopt. Hij stopt en kijkt om zich heen.

Hij kijkt mij even aan en lacht dan.

"Kun je daar overheen?" Vraagt hij, wijzend naar een muurtje.

Ik schud stevig mijn hoofd.

"Dat gaat me nooit lukken, tenzij je me nu wel dood wilt hebben." Zeg ik.

"Tuurlijk lukt je dat, ik help je wel." Zegt hij.

Oke Vera, dit ga je niet verkloten.
Gewoon klimmen zodat Emiel niet hoeft te voelen hoe zwaar je bent.
Jij dikzak.

Stilletjes loop ik naar het muurtje en kijk ik naar mijn mogelijkheden.

Geen, ik moet mezelf erop trekken.

In het water kan ik het wel, mezelf omhoog op een vlot of boot trekken, maar hier op land niet.

Ik loop iets naar achter voor een aanloop.

Ik ren en ik spring op de muur af. Net wanneer ik niet hoog genoeg blijk te zijn vangt Emiel me en tilt hij me op.

Met een hoofd als een tomaat trek ik me het laatste beetje omhoog en beland ik als een zeehond op de bovenkant van het muurtje.

Ik sta op en ik kijk naar Emiel.

Hij trekt zich er op zonder aanloop en veel moeite hoeft hij ook niet te doen.

Ik draai me heel voorzichtig om en dan kijk ik mijn ogen uit.

Een weiland vol met bloemen is waar we op neer kijken. En als de zon zich laat zien lijkt het een sprookje.

Ik kijk naast me en Emiel is gaan zitten op het muurtje.

Hij kijkt me aan.

Nee! Nu kan hij mijn onderkin zien!
Ik ben zo dik dat ik zelfs een onderkin heb.

"Kom zitten." Zegt hij.

Ik schuifel voorzichtig iets dichterbij en ik ga voorzichtig zitten.

Ik ben zo bang om te vallen!

En met bang bedoel ik dat ik niet zozeer bang ben voor de pijn, maar eerder voor de schaamte.

Ik voel dat Emiel me aankijkt en ik kijk de andere kant op.

Ik heb een shirt aan... De littekens op mijn armen zijn dus zichtbaar.

Niet overna gedacht, lekker slim Vera, lekker slim.

"Waarom heb je dat gedaan?" Vraagt hij zacht.

Ik negeer hem.

Ander ga ik huilen en mezelf alleen maar meer haten.

Geloof me als ik zeg dat ik een hekel aan mezelf heb. Ik verpest altijd alles en ik doe nooit iets goed, in mijn ogen dan.

"Veronica, alsjeblieft." Zegt hij zacht.

Ik kijk hem heel even aan en er staan tranen in mijn ogen.

Ik bijt op mijn lip om niet te gaan huilen.
Hij kijkt even weg maar dan kijkt hij me met een intense blik aan.

"Vertel het me alsjeblieft Veronica." Smeekt hij zowat.

Ik kijk weg van hem en ik staar vooruit, mijn tranen stromen over mijn wangen.

"Het is een tijdje donker geweest." Is het enige wat ik eruit krijg.

Het liefst zou ik willen schreeuwen dat ik me niet oke voel en dat ik hulp nodig heb en dat ik honger heb en ik me nooit gelukkig voel.
Maar als ik eindelijk de kans krijg om het te zeggen lijkt alles plots zo klein en onbelangrijk.

Hij wacht tot ik zelf verder ga praten, maar dat ga ik niet doen.

"Hoe bedoel je?" Vraagt hij.

"Je snapt het toch niet Emiel, dit soort dingen zijn niet zomaar te snappen zolang je er zelf geen last van hebt." Zeg ik een beetje gefrustreerd.

Ik ben hier toch niet gekomen om een beetje zielig te gaan doen.

Onverwachts schuift hij dichterbij me en veegt hij mijn wangen droog.

"Probeer het me dan uit te leggen, ik beloof je dat ik mijn best doe om het te begrijpen." Zegt hij.

Ik krijg een huivering omdat hij zo dichtbij me zit dat zijn been die van mij raakt.

Ik kijk naar mijn benen, zo dik! En zo lelijk!
Ook die zitten vol met littekens...

Alles aan mij is lelijk, mijn vingers zijn dik, mijn ogen zijn geen mooie kleur blauw, mijn voeten zijn lelijk en eigenlijk is alles lelijk, echt alles.

"Heb je jezelf eens zo erg gehaat dat je wenste dat je niet bestond en dat je een eind aan je leven wilt maken? Zo voel ik me elke dag, ookal draag ik mijn mooiste en oprechtste lach." Zeg ik eerlijk.

"Waarom doe je jezelf dan pijn?" Vraagt hij, doelend op de vele littekens op mijn lichaam.

"Omdat de pijn in mijn hoofd teveel werd en zodra ik me dan uitleefde op mezelf voelde ik me in mijn hoofd een stuk rustiger." Leg ik uit met tranen in mijn ogen.

De tranen krijgen niet veel kans om te ontsnappen want Emiel veegt ze meteen weer weg.

"Ik begrijp je wel. Dit is namelijk precies wat ik ook heb gehad, drie jaar geleden." Zegt hij.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top