3

Ik staar op mijn mobiel.

Ik heb zijn nummer erin gezet maar ik durfde hem gister niet te bellen.

Ik ga het nu doen, denk ik.

Nee, ik ga het doen!
Dat ben ik hem wel verschuldigd.

Ik druk op het bel icoontje en ik wacht tot hij opneemt.

"Met Emiel."
Zijn prachtige stem klinkt door de telefoon.

"Hallo?" Vraagt hij.

"Met Vera." Zeg ik zacht.

"Hee Vera! Ik dacht dat je nooit meer zou bellen!" Zegt hij opgelucht.

"Het spijt me Emiel."

"Waarvoor?" Vraagt hij.

"Gister, dat ik juist tegen jou aanliep. En dat je het zag." De laatste zin mompel ik een beetje.

Ik praat er eigenlijk nooit over, behalve met mijn psycholoog.

Mijn ouders ontdekten dat ik slecht at en dat ik veel littekens kreeg en toen hebben ze een psycholoog ingeschakeld.

Ze noemt zichzelf niet zo, maar ze is het wel.

Ze zegt dat ze een ambulant hulpverlener is, maar doet een psycholoog in dit geval niet precies hetzelfde?

"Dat gaf echt niet Vera. Ik zou je graag beter willen leren kennen." Zegt hij.

Niet, dat wilt hij niet.

Hij zegt dit alleen om aardig te doen.

Ik ben niet interessant genoeg.

"Het hoeft niet Emiel. Je hoeft echt niet te doen alsof je me aardig vind."
Ik ben een autist eerste klas... Voeg ik er in gedachten aan toe.

Ik ben er nooit op getest, maar aangezien ik in sommige, eigenlijk alle, situaties reageer als een autist, denk ik zeker dat ik een vorm van autisme heb.

"Vera, ik zou nooit tegen je liegen. Dat verdien je niet." Zegt hij.

Dat klinkt als de perfecte zin, iets wat elke vrouw wilt horen. Toch?

"Wat is je echte naam?" Vraagt hij na een lange stilte.

Ik schaap mijn keel.
"Veronica." Zeg ik zacht.

Mijn echte naam is zo lang en ik vind het niet mooi klinken, vandaar dat ik iedereen Vera laat zeggen.

Ik weet niet waarom ik hem wel mijn echte naam gaf, het ging automatisch.

Waarschijnlijk omdat hij me zo goed geholpen heeft.

"Mooie naam." Zegt hij.

Ik vind de stilte die hij ertussen laat prettig.
Zo heb ik even de tijd om na te denken.

"Wil je een keer met me afspreken?" Vraagt hij.

"Ja tuurlijk." Zeg ik en ik krijg een gemeende lach op mijn gezicht.

"Cool, wanneer kan je?" Vraagt hij.

"Maakt niet uit, zeg jij maar." Zeg ik.

"Heb je donderdag tijd?" Vraagt hij.

Ik denk na, dat is overmorgen al!
Wow...

"Uh, ja." Zeg ik.

"Leuk, kun je me je adres geven, dan haal ik je wel op." Zegt hij.

Ik geef hem mijn adres en we spreken af dat hij me rond twaalf uur ophaalt.

"Tot donderdag Veronica."

Ik vind het verbazingwekkend genoeg niet eens irritant dat hij mijn volledige naam noemt.

"Tot donderdag Emiel." Zeg ik.

Met een lach op mijn gezicht hang ik op.

"Wie was dat?" Vraagt mijn moeder.

"Een jongen die ik gister heb leren kennen, is het oke als hij me donderdag ophaalt?" Vraag ik.

Mijn handen beginnen te zweten.

Wat als ze nee zegt?

Dan moet ik hem afbellen.

Oh dat zou super lullig zijn.

"Ja hoor, hoelaat is hij hier?" Vraagt ze.

Een beetje verbaasd kijk ik op.

"Rond twaalf uur, hij zei dat hij ook met jullie kennis wil maken." Zeg ik.

Ze knikt.

"Mooi. Kom je zo eten?" Vraagt ze.

Ik knik naar haar en ik loop achter haar aan.
Mijn moeder is een goed mens, tenminste, ze probeert het.

Natuurlijk hebben we af en toe ruzie. Dat komt omdat we zo verschillend zijn.

Mijn moeder en ik lijken qua karrakter helemaal niet op elkaar en dat zorgt voor botsingen.

Ik zie dat we lasagne eten. Dat is meestal wel lekker dus ik zal extra streng voor mezelf moeten zijn.

Voor de zomer ga ik minimaal vijf kilo afgevallen!
Dat moet!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top