21
WAARSCHUWING!
Triggerend hoofdstuk!
--
"Nee! Ik heb geen honger en ik heb ook geen behoefte aan eten! Laat me met rust." Mopper ik boos.
Emiel kijkt me aan.
Ik heb al vier dagen niks gegeten en Emiel is bezorgt...
Hij weet het enkel van de twee dagen dat ik bij hem ben.
Gelukkig zegt hij niks tegen mijn ouders, dat word mijn dood.
"Je moet, Veronica. Alsjeblieft." Smeekt hij.
Ik schud mijn hoofd.
"Nee. Je hebt zelf gezien hoe dik ik ben." Snauw ik.
Ik wil weg lopen langs Emiel maar hij onderschept me en pakt me vast.
Hij drukt me tegen zich aan en legt zijn hoofd in mijn nek. Ik voel hem zwaar ademen.
Ik krijg kippenvel van zijn adem in mijn nek.
"Blijf alsjeblieft hier. Ik maak soep voor je, alsjeblieft." Smeekt hij fluisterend in mijn oor.
Ik staar naar de grond.
Ik heb wel dorst maar geen honger, echt niet.
Ik vind mezelf zo afschuwelijk dat de honger minder pijnlijk is dan mijn eigen spiegelbeeld.
Ik zucht zacht.
"Oke." Fluister ik terug.
Hij lacht opgelucht en drukt een kus op mijn neus.
Ik lach en veeg mijn neus droog als hij wegloopt naar de keuken.
"Groentesoep?" Vraagt hij.
"Is goed." Zeg ik zacht.
Wat gênant...
Ik zet mezelf neer op de bank maar ik kan het niet, ik kan niet doen alsof alles goed gaat.
Ik sta weer op en nerveus ga ik achter hem staan.
"Sorry." Fluister ik.
Hij verstijft en draait zich langzaam om.
"Baby." Zegt hij en hij sluit me in zijn armen.
Ik druk mijn neus in zijn borst, hij ruikt zo lekker en zijn brede lichaam voelt veilig.
"Het spijt me zo. Echt." Fluister ik hees en ik doe kei hard mijn best om niet te huilen.
Ik ben zo moe en tegelijk ook niet.
Ik ben moe van elke dag hetzelfde gevecht, ik ben moe van elke dag maar weer ontevredenheid, ik ben moe van het haten van mezelf.
Maar toch ook niet.
Ik ben ontevreden en ik haat mezelf en dat wordt elke dag alleen maar sterker.
Emiel kijkt me aan en glimlacht lief.
"Baby, het geeft niks. Ik hou van je." Zegt hij en hij geeft me een kus.
Ik knik en ik blijf in de keuken stilstaan om te kijken hoe hij de soep maakt.
Het ruikt heerlijk en maar ik heb nog steeds geen honger.
Voor hem zal ik een halve kom soep opeten.
Alleen voor hem...
Zwak Veronica...
Zwak...
Ik slik.
Ik heb geen keus, ik kan hem moeilijk nu met zijn soep laten zitten, die hij notabene voor mij gemaakt heeft.
Ik volg elke beweging die hij maakt.
Bij elke beweging, word mijn hoofd rustiger.
Ik weet niet hou hij het doet, maar hij doet het. En het is oke zo.
Het voelt prettig.
Ik heb een ander shirt van hem aan, wat te groot is dus ik kan het aan als een jurk maar ik hem toch een broek erbij gervraagt.
Zijn joggingsbroek die vijfhonderd maten te groot is.
Volgensmij is het zowat elk meisjes droom om een oversized shirt van een knappe jongen aan te mogen.
En ik heb het aan.
Hij zet de soep op tafel en ik help hem met de tafel dekken.
Hij eet ook mee, dat zorgt ervoor dat ik me meteen een stuk comfortabeler voel.
We gaan tegenover elkaar zitten en hij schept voor ons op.
Ik merk dat hij er minder vermicelli in heeft gedaan als hoort.
Ik hou van hem.
Damn wat haat ik het dat hij zo goed voor me is!
We beginnen beide te slurpen en we kijken elkaar lachend aan.
Als ik bijna de helft op heb minder ik vaart.
Emiel merkt het.
"Mag ik vragen," hij schaapt zijn keel.
"Waarom je niks met me te maken wilde hebben?" Vraagt hij en hij schaapt weer zijn keel.
Ik stik zowat in een stukje groente en ik slik het snel door.
Ik hoest wat en dan staar ik naar de heerlijke soep.
"Je bent te goed voor me, daarom." Antwoord ik zacht.
Ik voel zijn ogen op me branden en ik kijk de andere kant op zodat mijn haar voor mijn gezicht valt.
"Ik dacht dat je boos op me was." Zegt hij.
"Was ik ook." Antwoord ik simpel.
"Maar waarom? Heb ik iets verkeerd gedaan?" Vraagt hij.
Ik hoor onwetendheid in zijn stem.
Ik slik en ik draai mijn hoofd om hem aan te kijken.
"Nee, dat is juist het probleem.
Je bent te goed voor me, ik verdien je niet en ik hoopte dat je me met rust zou laten als ik je negeerde en je afwees." Zeg ik zacht.
Ik kijk weer weg van hem.
Zijn blik doet me pijn.
"Baby." Brengt hij uit.
Ik slik en ik staar naar buiten.
Sst Veronica, hij is niet boos op je.
Ik wel! Je hebt verdomme gegeten!
We waren zo goed op weg Veronica.
Je stelt me teleur...
"Het spijt me, het spijt me zo.
Ik zal het niet meer doen." Zeg ik zacht.
Ik beloof het Ana, ik zal mijn best doen om dat walgelijke spul bij ons weg te houden...
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top