Ongepubliceerd Hoofdstuk
Dit is een hoofdstuk, van lang geleden dat ik nooit heb gepubliceerd.
--
'MAANSTER! Ze is misschien pas een leerling, ze mag zoiets nooit doen! Nee! Nee, nee, nee!' Nieuwsgierig keek Nachtpoot wat er gebeurde. Maanster mompelde iets wat ze niet kon verstaan en Panterkracht ging weg. 'Denk maar niet dat die stomme leerling er weg mee komt...', gromde de zwarte kater. 'Nachtpoot?!', vroeg hij. 'Ja', antwoordde de leerling. 'Je neemt veel te veel prooi!', kraste hij. 'Je.....vormt een bedreiging voor de prooi! En je kan nog niet jagen!', schreeuwde Panterkracht. 'Ah, um... sorry... hoeveel neem je dan?', vroeg Nachtpoot. 'Een muis... Geen twee!', snauwde hij. 'Oh... sorry...', miauwde ze kalm. Panterkracht knikte; hij was massaal protest gewoon, hij vocht bijna elke dag met een leerling voor iets stoms. Hij wist niet hoe hij moest reageren. 'Lavapoot! Euh... ga maar Nachtpoot'. 'LAVAPOOT KOM HIER!!!!!!!!', schreeuwde hij; zijn ogen voorspelden niet veel goeds. Lavapoot kwam bevend naar hem toe. 'Maar ik kan er niks aan doen! Het is gewoon... Het zijn jou zaken niet!', protesteerde Nachtpoots zusje. 'O, dat zijn het wel! WAT DOE JE IN DE SCHADUWCLAN??????', schreeuwde Panterkracht. 'En jij, Nachtpoot? Wat doe jij in de Rivierclan, he?', vroeg hij, met een glimmende grijns over zijn gezicht. 'Euh... ik... het was ongelukje...', loog Nachtpoot. 'Euh...tja, ik keek gewoon......maar....em... een krijger... duwde me er in....', verborg Lavapoot de waarheid; ze wou gewoon met schaduw leerlingen praten. Ze hadden allebei dezelfde reden... 'Hmm-mm. De oudsten kunnen wel wat mos gebruiken. Schiet op!', beval Panterkracht. 'Waarom mogen we niet met andere leerlingen praten?', vroeg Nachtpoot. 'Krijgerscode! Schiet op met dat mos, ja!'. Grommend volgde Nachtpoot haar zusje. 'Altijd die stomme krijgerscode...', mompelde ze. 'Wat? De krijgerscode is edel, anders zouden we elkaar in stukken scheuren en had ik maar èèn leven!', lachte Maanster. 'Probeer je er aan te houden, Lavapoot en Nachtpoot. Het zal je beter worden...'. 'Ben ik vet mee!', grapte Nachtpoot met wat mos in haar bek. 'Och, de Streepstaart is dol op ondeugende leerlingen...', miauwde Maanster. Een kat riep haar naam en zei dat hij dacht dat leiders beters te doen hadden. Ze zuchtte. 'Helaas wel!', legde ze de kat het zwijgen op. Hij gromde, zijn leider negeerde hem. Na de Nachtpoot en haar zus klaar waren, luisterden ze naar Maansters verhaal. 'Toen ik krijger was, mijn naam was Maanlicht, had ik kittens. Maar nu zijn zij op weg naar de clans, en ze noemen, Rotskit en Spreeuwkit. En de andere is een eenling, een piepkleine kitten, Rogge. Rotskit en Spreeruwkit zullen er ongeveer zijn...', miauwde ze. 'maar ik weet niet waneer'. 'Ze zijn nog net kittens want ik ben nog net leider. Na Webster stierf... Jullie waren toen al geboren, hoor, Lavapoot was zelf al leerling. 'O! Ik herriner me hem nog, Rotskit en Spreeuwkit...' Met een verwonderd gezicht keek Lavapoot Maanster aan. Nachtpoot viel in. 'Rotskit is gewoon in de kraamkamer, kijk maar...', fluisterde ze. 'Spreeuwkit, kom hier!', snauwde Rotskit. 'Maar...Spreeuwkit was dood! Ik zag hem overreden worden!', siste Maanster verrast. 'Hoe...' Rotskit legde haar het zwijgen op. 'Luister, Maanster....', miauwde hij. 'Het is niet alsof ik er ongedeerd uitgekomen ben!', snauwde Spreeuwkit. Een zwartwite kitten met een grote scheur vacht uit haar lijfje. Ze bloedde hard, haar ogen troebel van de pijn. 'Waarom, Maanster? Waarom wou Webster ons doden?', vroeg het zielige wezentje. 'SPREEUWKIT!!!!!!'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top