Hoofdstuk 6
WaterClan:
Ijspoot zat doodstil voor het water. Zelfs haar ogen bewogen niet. Zilverkit probeerde net zo stil te zijn als Ijspoot. Een schittering en Ijspoots poot schoot het water in. De lichtgrijze poes schepte een enorme zilveren vis uit het water en mepte hem dood. 'Wauw!' riep Zilverkit. 'Hoe doe je dat, Ijspoot?' 'Erg moeilijk is het niet, Zilverkit,' antwoordde Ijspoot. 'Een kunst is het niet. Het enige wat je moet doen, is heel stil zitten en naar het water staren, zonder dat je ogen bewegen! Als je in een flits iets ziet dat glinstert, probeer je het zo snel mogelijk uit het water te scheppen. Maar vergeet dan niet om hem dood te slaan.' Ijspoot grijnsde even kort.
Zilverkit die de hele tijd aandachtig luisterde en alles op sloeg in haar gedachten, knikte en liep naar het water toe. 'Maar waarom gaan we zelf het water niet in?' vroeg ze. Ijspoot keek bedenkelijk. 'Rivierstroom, mijn mentor, zei dat er een sterke onderstroming in het water kan zijn,' antwoordde de leerling toen. 'Alleen zie je dat niet, tenzij je een expert bent die dat soort dingen kan zien. De stroming kan je onder water sleuren en dan zal je worden weggevoerd met de stroming en verdrinken. Geen enkele kat zal je dan nog ooit terug vinden.'
Zilverkit keek nieuwsgierig. 'Is er dan ooit een kat meegesleurd door die stroming?' vroeg ze. Ijspoot snorde. 'Nog nooit bij de oudsten geweest?' plaagde ze. Zilverkit trok met haar oren. 'Jawel hoor, maar ze hebben nooit iets over de stroming gezegd!' protesteerde ze. Ijspoot deed Zilverkit na en trok toen ook met haar oren. 'Ik was, toen ik ook een kitten zoals jij was, een keer naar de oudsten gegaan,' vertelde Ijspoot. 'Zoals je misschien wel weet, Halfvoet en Wolkpels zijn nog niet heel lang bij de oudsten. Ze werden oudsten, toen ik een paar manen oud was. Die twee waren beste vriendinnen, is mij ooit wel eens verteld.' 'Ja, maar vertel nou over die stroming!' Zilverkit stampte ongeduldig met haar poot op de grond. Ijspoot vervolgde haar verhaal.
'Halfvoet vertelde mij dat er voor hen nog een andere oudste leefde. Zijn naam was Kraaivleugel, had Wolkpels eraan toe gevoegd. Hij had een roetzwarte vacht, helemaal aan flarden. Zijn lichaam zat onder de littekens en hij zou aan vele gevechten hebben meegevochten. Kraaivleugel had hen ooit een verhaal verteld over de sterke onderstroming in het water, had Halfvoet gezegd. Wolkpels vervolgde het verhaal.
Ooit was de WaterClan gealarmeerd. Er zouden twee kittens in het water zijn, zich vasthoudend aan een lange tak die bijna zou breken. Toen de krijgers daar aankwamen, konden ze nog net zien dat de twee kittens beiden lichtgrijs waren. Een krijger had later gezegd dat ze een zilveren vacht hadden, bijna witzilver. Vachten die schitterden als de sterren in de Zilverpels. Beiden zouden ook een soort tekening op hun vacht hebben, een iets donkerder zilveren spiraal en ze hadden felle ijsblauwe ogen. Twee kopieën van elkaar.
Maar goed, nadat de krijgers ze in hun blikveld kregen, brak de tak af. Het water dat zo rustig leek, bleek dat helemaal niet te zijn. De twee kittens werden onder water gesleurd en kwamen nooit meer boven.
Kraaivleugel zou erbij zijn geweest en hij was de krijger die de kittens zo precies had gezien en omschreven. Hij had die volgende Grote Vergadering iedere Clankat gewaarschuwd dat niets is wat het lijkt. Het rustige water, bleek een enorm krachtige onderstroming te hebben. Iets dat geen enkele andere kat ooit had gemerkt.'
Zilverkit keek met grote ogen naar Ijspoot. 'Wauw, wat een verhaal,' mompelde ze. 'En dan dat het echt gebeurd is.' Ijspoot knikte. 'Ja, als Kraaivleugel nooit had uitgevonden dat er zo'n sterke stroming is, hoeveel katten zouden er dan al zijn gestorven?' Niet veel, voegde Ijspoot er in stilte aan toe. Als er een paar katten zouden gestorven zouden zijn in een dag door de stroming, zouden ze er ook achter zijn gekomen.
'Maar goed,' miauwde Ijspoot. 'Je kunt beginnen met jagen.' Zilverkit liep naar het water toe en ging ervoor zitten. 'Ik kijk vanaf die steen daar toe,' vervolgde Ijspoot terwijl ze naar een hoge steen met haar staart wees. 'Oké, Ijspoot.'
Toen Zilverkit een blik op de leerling wierp, wijdde haar ogen van de schok. Ijspoot stond op de steen, al was dat niet echt schokkend. Aan weerszijden van de poes, stonden twee vage silhouetten. Zilver, bijna witzilver. De ogen van de twee gloeiden. Ze leken een exacte kopie van elkaar. De vacht van Ijspoot die in het midden stond, was ook die kleur. Het leken drie zussen.
Zilverkit knipperde verbijsterd met haar ogen, maar toen haar blik helder was, waren de twee verdwenen en Ijspoots vacht weer normaal.
****************************************************************************
Hiya Legendarische Lezers! Het duurde weer eens lang, maar het huiswerk is gewoon echt heel veel.
Nog steeds ben ik bezig met het hoofdstuk voor The Legendary Wolf. Het is niet eens lang. Sorry.
Ik ben wat aan het proberen om op mijn iPad te krijgen. Een app om te tekenen. Daarnaast moet ik ook nog steeds een cover maken... Nog even geduld dus.
Q/A 2:
Q: Welke kat uit dit boek lijkt je op dit moment het leukst?
A(van mij): Van dit moment... Hm... Misschien Stormkit? Of Zachtvleugel? Ik heb zulke grootse plannen voor deze Warrior Cats-reeks(serie)!!
X— Silver Cat
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top